Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Afspraak is afspraak

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Afspraak is afspraak

(Openingswoord, uitgesproken op de jaarvergadering van Protestants Nederland, op 10 juni 1995 in ’Het Hof' te Dordrecht door de voorzitter ds. J.L. Ravesloot)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voor mijn openingswoord op onze jaarvergadering 1995 zou ik willen uitgaan van Psalm 74:20, deze woorden: Aanschouw het verbond. Graag wil ik beginnen met u allen hartelijk welkom te heten op onze jaarvergadering. Protestants Nederland komt ditmaal samen in een historische omgeving. Geheel overeenkomstig met het doel van onze vereniging: De verdieping van de kennis van de reformatorische beginselen, verlevendiging van het historisch besef onder ons volk, verdieping van ons protestants nationaal karakter en bevordering van de beginselen van het protestantisme in geestelijk en stoffelijk opzicht.

Onze historie is rijk. En we zijn blij, dat prof. Van Deursen hier straks nog wat meer over hoopt te zeggen. In het verleden heeft de Heere veel gegeven. Nederland is in de loop van de geschiedenis bepaald niet te kort gekomen. Psalm 74 zegt: ’Aanschouw het verbond’. Juist in onze lage landen is dit duidelijk geworden. Hoe heeft de HEERE juist onder ons Zijn belofte waar gemaakt! Bij Hem was het steeds: afspraak is afspraak. We weten, hoe dit onder mensen nogal eens wordt gezegd. Twee vrienden maken een afspraak. Of een man en een vrouw. Ook in de politiek en in de kerk worden er allerlei afspraken gemaakt. Afspraak is afspraak. Ja, dat wordt gezégd. Maar het wordt lang niet altijd gedaan. Telkens blijkt, hoe er onder de mensen maar weinig trouw gevonden wordt. Maar hoe geweldig schittert dan de trouw van God, de HEERE!. Pas hebben we weer Pinksterfeest mogen vieren. Het geboortefeest van de christelijke Kerk. Daaruit bleek, hoe het met de Kerk doorgaat. Ook in deze negentiger jaren. Dat is een teken van Gods trouw. Gods verbondstrouw. Gods afspraak. Geen afspraak tussen twee gelijke partijen, zoals onder ons, mensen. Maar een afspraak, die de HEERE, de grote en eeuwige God in Zijn genade maakte met zondige mensenkinderen. Op basis daarvan heeft de Heere steeds weer zulke grote dingen onder ons gedaan. Zodat in zijn dagen Ds. Abraham van de Velde uit Middelburg de geschiedenis van kerk en vaderland kon beschrijven als ’De wonderen des Allerhoogsten’. Daardoor kon en mocht Nederland echt protestants Nederland worden. Laten wij daar toch iedere keer opnieuw weer mee mogen beginnen. Ook vandaag. Zoals de dichter van Psalm 74 dat doet in deze tekst

Onbereikbaar ver weg?
Psalm 74 is eigenlijk een somber klaaglied. De dichter heeft verschrikkelijke dingen gezien. Jeruzalem, de heilige stad, is verwoest. De tempel, het huis des HEEREN ligt in puin. Maar het allerergste is voor hem toch wel, dat de HEERE Zelf Zich teruggetrokken schijnt te hebben. God, de trouwe Verbondsgod schijnt zo onbereikbaar ver weg te zijn. En hier komt deze oude Psalm wel dicht bij ons, niet waar? Wij leven vandaag in een tijd, waarin het huis des HEEREN steeds verder afbrokkelt. De lofzang op God en Zijn grote daden lijkt verstomd. Steeds luider horen wij de stemmen van de wereld zonder God, die eigen baas wil zijn. Ontkerkelijking en secularisatie nemen hand over hand toe. En wat doet de Kerk zelf? Ach, velen interesseert de Kerk eigenlijk helemaal niet meer. Het doet er voor hen niet toe, onder welk kerkelijk dak zij zitten. Ja, of ze nog wel een kerkelijk dak boven het hoofd hebben. Zo wordt er vandaag, 1960 jaar na Pinksteren, ruim 470 jaar na de Reformatie, in ons land gedacht en gesproken. Dan vraag je je wel eens af: is de HEERE nu niet weg? Niet onbereikbaar ver weg?

In beroep gaan
En nu zijn we er natuurlijk niet klaar mee door dit enkel te constateren. Door alleen maar te zeggen: het is toch wat met de mensen en de wereld van vandaag. Om dan verder onze schouders op te halen en ons er niets meer van aan te trekken. De dichter van Psalm 74 gaat er een andere kant mee uit. Die kan het bij zichzelf niet meer uithouden. Die gaat met al z’n klachten in beroep bij het hóógste Adres. Hij ziet vanuit deze nood op tot de HEERE de God van het verbond. Hij ziet op wat de HEERE de eeuwen door altijd is geweest. Hoe de HEERE Zijn verbond heeft gesloten met Abraham en zijn nageslacht; met het volk Israël. Zijn afspraak, die Hij uit vrije genade met zondaren maakte. Een afspraak, die Hij van Zijn kant steeds heel stipt en heel trouw is nagekomen. Ook nu nog. Want niet alleen Israël, ook wij mogen onder diezelfde belofte leven. Is daar de geschiedenis van Nederlands Kerk èn volk niet vol van? De boven genoemde Ds. Van de Velde noemt die ’de spiegel, waarin wij de leiding van God met onze vaderen aanschouwen’. In deze vergadering in het oude Prinsenhof te Dordrecht denk ik hier vooral aan Prins Willem van Oranje. De figuur van Oranje en Nederland noemt de historicus prof. Huizinga geheel enig in ze’n soort. Willem van Oranje heeft zichzelf een geroepene geweten. En het volk heeft hem als zodanig erkend. In ditzelfde Hof hebben de Staten van Holland hem als wettige stadhouder aangewezen. Een man, die zich er niet voor schaamde te belijden, dat hij ’voordat hij de bescherming der christenen in Nederland aangevangen had, een verbond gemaakt had met de Potentaat aller potentaten’.
Sindsdien was het drievoudig snoer, Kerk, Oranje, Vaderland niet alleen een historisch gegeven, maar ook geestelijke realiteit. Zijn achterkleinzoon, koning-stadhouder Willem III heeft zich zelfs tot óver onze grenzen doen kennen als handhaver van onze Protestantse godsdienst tegenover Rome. Het was dus echt niet zo maar, dat men in die dagen sprak van ’de gouden eeuw’.

Doorgeven
Of wij hier in de Nederlanden dan zulke bijzondere mensen waren? Ach, ons klassieke doopsformulier, dat uit diezelfde tijd afkomstig is, laat er geen twijfel over bestaan. Wij zijn allemaal van dezelfde slechte kwaliteit. ’In zonden ontvangen en geboren, en daarom kinderen des toorns’. Maar uitgerekend zulke kinderen wil de HEERE nu maken tot Zijn kinderen! Zulke slechte mensen mogen erfgenamen zijn van Zijn heerlijk Koninkrijk. Deze afspraak, die de HEERE al in het uur van onze doop met ons aanging, heeft Hij telkens opnieuw herhaald. Ook later, toen het minder ging met protestants Nederland. Ook tijdens de druk van de vijf vreselijke bezettingsjaren. Vijftig jaar na dato breng ik hier nog eens graag de opmerking van Dr. Gravemeyer in herinnering; voorman in het verzet èn voorman in onze vereniging Protestants Nederland. Dr. Gravemeyer zei: ’Met ons was het niets, en is het niets en wordt het niets. Maar Christus is alles!'.

En zo, beste vrienden, gaat het door. Ondanks alle verzet en vijandschap mag ook in ons vaderland deze belofte nog steeds worden doorgegeven. Het Evangelie van Gods vrije genade in Jezus Christus mag nog van vele kansels worden verkondigd. De vraag is wel, of wij hier ook echt mee werkzaam zijn. Voor onszelf, in ons gezin, op ons werk, in onze kerk. En ook via onze vereniging. We hebben de band toch niet doorgesneden? Wat zou dat erg zijn! Om onder dit alles rustig te blijven, die we zijn. Alsof de HEERE niets gezegd en gedaan heeft. In het verleden. En ook nu nog.

Blijven pleiten en . . .
Laten wij daarop toch gelovig pleiten. Laten wij bidden, zoals de dichter van Psalm 74: ’Aanschouw het verbond’. Geef er acht op. Wat klinkt dat menselijk, nietwaar? ’t Zou veel begrijpelijker geweest zijn, als God dat zou zeggen. Wanneer de HEERE ons met deze woorden zou aansporen met Zijn verbond te rekenen. Maar hier wordt het niet door God, maar door een méns gezegd. Dat lijkt haast ongehoord. Hoe durft een mens het aan om dat brutaalweg tegen de HEERE te zeggen? God is toch geen mens. Tegen Hem kun je toch niet zomaar van alles en nog wat zeggen....? Inderdaad! God is God. De gans Andere. Maar er wordt hier menselijk over Hem gesproken, opdat wij houvast aan Hem zouden mogen hebben. Hij is niet blind voor onze nood. Zijn eigen Zoon heeft Hij ervoor gegeven. Jezus Christus heeft de toorn van God gedragen, de schuld betaald, de zonde verzoend, het leven verworven. Daarom zijn deze drie woorden zo’n puur Evangelie. ’Aanschouwen’ dat betekent immers ’nauwkeurig er acht op geven’, ’t Is alsof de dichter zegt: ’HEERE, Uw eigen dierbare Naam is in het geding. Gedenk Uw verbond. Mag ik U aan Uw afspraak herinneren?’ Hier raken wij het hart van de Reformatie. Een goddeloze, die van zichzelf niets is en niets heeft, mag houvast hebben in wat de HEERE voor hem is en heeft. Met z’n eigen goede hoedanigheden valt hij er helemaal buiten. En zo mag hij er juist midden in vallen. Buiten zichzelf zoekt deze zondaar z’n vastheid. In Gods Woord; in dat, wat de HEERE Zélf heeft gezegd en gedaan! In Gods beloften ligt zijn sterkte: ’Aanschouw het verbond’. Hij zegt niet: aanschouw toch eens mijn kennis, mijn godsvrucht, mijn trouw, mijn kerkelijke activiteit’. Want, als de HEERE daarop zou zien, dan waren we nergens. Als Hij ons nauwlettend aanschouwt en gadeslaat al onze ongerechtigheden, ach, wie kan dan voor Hem bestaan? Al ben je nog zo godsdienstig of kerkelijk, je kunt er God niet mee onder ogen komen. De pleitgrond is een andere. Namelijk het verbond! De afspraak, die de HEERE uit genade met zondaren maakte, en die Hij telkens opnieuw heeft waar gemaakt. Zijn beloften, die in Christus Jezus ja en amen zijn; vast en zeker, als een paal boven water. Mogen wij zo bidden, zo pleiten, ook anno 1995:
’Denk aan ’t vaderlijk meedogen,
HEER ’, waarop ik biddend pleit.


.. blijven bidden
Voor Israël, het volk van Gods eerste keuze. Zijn volk door de tijden heen. Voor Kerk en volk van Nederland. De Kérk, die met Pinksteren weer haar verjaardag vierde. De Kerk, waarover wij in deze jaren zoveel zorg hebben. De Kerk ook, waarvan de belijdenis van de Reformatie zegt, dat Christus Zelf haar zal blijven vergaderen, beschermen en onderhouden. En ons volk, waaraan de HEERE steeds zulke grotedingen heeft gedaan. Het volk, waarvoor Willem van Oranje stervende de woorden heeft uitgesproken: ’Mijn God, ontferm U over mij en over dit arme volk’. ’En dit smeekgebed’, zegt dr. Kohlbrugge, ’is tegelijk met zijn ziel opgeklommen tot des HEEREN troon. En twijfel niet, of het is opgenomen in het heilig wierookvat, dat gevuld is met de gebeden der heiligen’. Laten ook wij zo blijven bidden, voor onszèlf en voor onze kinderen. Alleen zo kan Nederland pas echt weer protestants Nederland worden. Maar buiten de HEERE en Zijn verbond gaan we de afgrond in. Vandaar dit pleidooi: ’Aanschouw het verbond’. Dit verbond blijft, wat er ook gebeurt. Daarvoor is het toch Zijn verbond, dat vast ligt in Jezus Christus. Hij kreeg, toen Hij een beroep op God deed, geen gehoor. Toen Hij zei: ’Aanschouw het verbond’, betekende dat voor Hem: de dood en de hel. Dat was van eeuwigheid de afspraak tussen de Vader en Hem. Maar daarom doen vandaag zondaren nooit vergeefs op Hem een beroep. Als wij gelovig bidden: ’Aanschouw het verbond’, mag voor ons de deur naar het leven en de hemel opengaan. Want, omdat Jezus Christus ertussen staat, geldt nu en voor altijd bij de HEERE: afspraak is afspraak!

Sellingen, J.L. Ravesloot

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 augustus 1995

Protestants Nederland | 8 Pagina's

Afspraak is afspraak

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 augustus 1995

Protestants Nederland | 8 Pagina's