Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Niet naar Nederland, maar naar een beter vaderland 1

Bekijk het origineel

Niet naar Nederland, maar naar een beter vaderland 1

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat wordt het toch steeds weer bevestigd: de mens overdenkt zijn weg, maar de Heere bestiert zijn gangen. En ook wat Izak, de aartsvader, eenmaal betuigde: ik weet de dag mijns doods niet. Eén van onze vrienden sprak'enige tijd geleden over zijn voornemen om zijn familie en vrienden te bezoeken in het oude vaderland. Toen ik enkele weken later weer terug kwam in de gemeente, waar deze vriend toebehoort, vernam ik van anderen, dat het plan niet door gaan zou dit jaar. Een volgend jaar zou dan D.V. het plan worden uitgevoerd.

Niet allen, maar toch verschillende emigranten leven eigenlijk in twee werelden. Vooral mensen, die op leeftijd zijn gekomen, burgeren niet zo gemakkelijk in in het land, waarheen zij zijn vertrokken. Het is alles zo anders, en om zichzelf aan te passen, is voor velen moeilijk. De omgeving is zo anders, de gewoonten zo verschillend, en dan die taal baart ook zoveel moeilijkheden. Zolang als we hier niet zijn, kunnen we er ons geen voorstelling van maken, doch zodra we van de boot stappen, dan zijn daar de moeilijkheden. Voor sommigen is het helemaal onmogelijk. Sommigen denken vaak: , , Wat ben ik toch begonnen? Had ik het maar nooit gedaan".

Verschillenden zijn er, die eigenlijk een moeilijk leven voor zich hebben en zich niet thuis voelen in het land waar zij wonen. Met hun hart en gedachten leven zij in het land waar zij geboren en opgevoed zijn en gewoond hebben. Velen hebben hun familie achtergelaten, en de vrienden waar ze mee geleefd hebben. Zij denken terug aan het samenleven, aan de omgang die zij eerder hadden, en wat zij nu moeten missen, en wat zij nooit meer terug zullen krijgen.

Zo was het ook met die vriend, die drie jaar geleden hierheen kwam. Hij was afkomstig uit de Bommelerwaard, en heeft later in Bussum gewoond. Ik denk dat hij nog niet zo lang getrouwd was, dat ik daar als student sprak. Zijn vrouw was van zijn zijde door de, dood weggenomen. Zijn enige dochter met haar man geëmigreerd naar Canada. Het besluit werd genomen om het vaderland te verlaten en de overige tijd van zijn leven maar met hen saam te wonen. Wat bleef er ook anders voor hem over? Wat was nader tot hem dan zijn kinderen en kleinkinderen? Hij had daar ook niet ledig te zitten. Hij kon nog wat meehelpen op de boerderij, daar hij nog niet zo oud was, en zijn gezondheid tamelijk goed. Uitwendig hadden zij een aangenaam leven met elkander. Wilde hij soms uitgaan om vrienden te bezoeken, dan kon hij het doen. En boven dat alles, hij kon 's zondags opgaan onder dezelfde waarheid, waar hij altijd onder verkeerd had, ook in het oude vaderland. Nimmer liet hij zijn plaats ledig staan, omdat zijn leven was onder Gods dierbaar Woord en eeuwig getuigenis. Met velen van Gods volk had hij verkeerd, die ik ook als jongen gekend had. Maar de meeste tijd vervulde de vrees zijn hart, dat hij er nog voor eeuwig van gescheiden zou worden, en het bezwaarde hem vaak wat het zou zijn om eeuwig God te moeten missen.

Toch verlangde hij om zijn oude vrienden nog eens te mogen ontmoeten, hoewel er ook velen van weg waren. Maar ook zijn zuster, waar hij zo innig aan verbonden was met meer dan natuurlijke banden, die wij ook vroeger zo vele malen ontmoet hebben. Och ja, wat is een mens toch een zwerver op de aarde. Welgelukzalig als we naar Gods eeuwig voornemen en welbehagen in Christus Jezus geroepen en getrokken worden uit deze tegenwoordige boze wereld. Dat wij door de herscheppende en vernieuwende genade des Heiligen Geestes gasten en vreemdelingen op aarde mogen worden. Dat we mogen beleven, gelijk Paulus schreef in Hebr. 13 : 14: „Wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomende". Dat de rust en de lust, zoals onze geliefde ontslapen leraar en vriend Ds. Fraanje zo vaak uitdrukte, uit de wereld en uit de zonde zijn weggenomen en dat wij betrekking en heimwee op en naar God hebben gekregen, om door Christus met God verzoend en bevredigd te mogen worden.

Ja, dat wij zo beweldadigd van de hemel mogen worden, dat wij hier onze wegen niet vinden kunnen; onze pinnen maar niet vast in mogen slaan, in tenten mogen wonen, gelijk van de aartsvaders opgetekend staat in Hebr. 11:9. Wat was Abraham te dien opzichte rijk bevoorrecht in zijn leven. God had hem het land Kanaan gegeven tot een erfelijke bezitting, doch hij kon zijn neef. Tot gemakkelijk laten kiezen. Hij kon nemen wat hij wilde. Abraham, de vader der gelovigen, heeft door de genade Gods maar op één stuk land betrekking gehad, en dat was om daar eenmaal begraven te mogen worden. En nu het geheim van dat leven was, dat hij , , verwachtte de stad die fundamenten heeft, welker Kunstenaar en Bouwmeester God is". Dat dierbare werk Gods was in zijn ziel verheerlijkt, door de Heilige Geest; die genade dat we het hier niet meer vinden kunnen, maar dat ons leven met Christus verborgen mag zijn in God. Dan is de wereld voor ons vergaan, en is onze wandel in de hemelen. Filip. 3 : 20.

En om nu nog even terug te komen op het voornemen van die vriend, de plannen zijn niet tot uitvoer gebracht. Na een zeer kortstondige ziekte heeft de Heere hem uit dit leven weggenomen. De ene zondag nog in de kerk, de andere zondag in het ziekenhuis, en de zondag daarop volgende, naar wij uit zijn mond gehoord hebben en mogen geloven, opgenomen in die Kerk, die wel ingaat, maar nooit meer uitgaan zal.

De Heere zegt in Zijn Woord: , , Mijn raad zal bestaan, en Ik zal al Mijn welbehagen doen", Jes. 46 : 10. Hij heeft in Zijn eeuwige raad bepaald het ogenblik van ons inkomen in de wereld, ja de loop van ons ganse leven, met alles ingesloten, maar ook vastgesteld de dag en het uur dat wij deze wereld zullen verlaten. En dat uur zullen wij niet ontgaan. Ook is in Zijn aanbiddelijke raad besloten waar ons graf gedolven zal worden, en ons stof bewaard zal worden tot de morgen der opstanding. Ook dat had die vriend nooit kunnen denken, dat in voor hem zulk een vreemd land hij ter aarde zou besteld worden. Het is al jaren geleden, wel bijna 40 jaar, dat we hem voor het eerst hebben ontmoet. Dat wij in zijn huis zijn geweest; met hem meegingen naar een gebouw in de plaats zijner inwoning, om Gods Woord te spreken. En zie, nu na 14 jaren dat we elkander niet ontmoet hadden, daar ontmoetten wij elkander weer aan de overzijde van de oceaan. Wonderlijk zijn Gods wegen. God is wonderlijk van raad, en machtig van daad. Een wonderlijke God, Die voor ons eindig verstand nooit te bevatten of te doorgronden is, wel te aanbidden en te bewonderen. De kerk riep er van uit in Ps. 68 : 17: Gij zijt o Heer', zeer wonderbaar In al de plaatsen waar Gij klaar, Uw heerlijkheid toont krachtig. Israels toeverlaat Gij zijt, En Uwes volks kracht, dies nu altijd Looft men U Heer', almachtig".

Ja, wanneer God Zichzelf verhoogt, dan worden wij vernederd. Wanneer Hij alles wordt, dan worden wij niets. Ik heb die vriend op zijn sterfbed, nog twee uur voordat hij deze wereld verliet, horen zeggen: , , Die door de vlakke velden rijdt, Zijn Naam is Heer' der heren". Van God verkoren, door God gekend, door God geroepen, door God een weg bekend gemaakt in Christus, maar jaren in het donker gelopen. Jaren bestreden en aangevallen, geen licht meer, de meeste tijd er buiten; met vrees des doods vervuld, met vrees bezet, dat het al maar consciëntiewerk was, dat hij nog bedrogen uit zou komen, mis zou stappen, van God verlaten was, enz. enz. Het was soms ontzettend hoe hij inwendig geplaagd werd ten opzichte van zijn toestand voor de eeuwigheid. Op een keer was hij met ons meegereden naar een andere plaats, waar ik voorgaan moest die avond, en wij hadden ook in bijzijn van andere vrienden gesproken over het leven. Maar toen hij ons verliet, zei hij: , , Als je wist wat ik was, hoe ellendig ik ben, dan had ge me niet meegenomen". De zielestrijd was vaak zwaar. Maar daarna, na de operatietafel, met de belofte: Mijn oog zal op u zijn. Ja zelfs dat die belofte vervuld werd: Gij omringt mij met vrolijke gezangen van bevrijding. Tevoren wel eens een ademtocht gekregen, maar geen oplossing kunnen vinden, en nu op zijn sterfbed vrede met God door het bloed van Christus. ^

Wie is aan onze God gelijk.
Die armen opricht uit het slijk,
Nooddruftigen van elk verstoten,
Goedgunstig opheft uit het stof;
En hen, verrijkt met eer en lof.
Naast prinsen plaatst en wereldgroten?
Ps. 113:4.

Grand-Rapids

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 augustus 1965

De Saambinder | 4 Pagina's

Niet naar Nederland, maar naar een beter vaderland 1

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 augustus 1965

De Saambinder | 4 Pagina's