Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Attestatiën (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Attestatiën (2)

Toelichting op de D.K.O. Artikel 82

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Degenen die uit de gemeente vertrekken, zal een attestatie of getuigenis van hun wandel hij advies van de kerkeraad medegegeven worden, onder het zegel der kerk, of, daar geen zegel is, van twee ondertekend.

Een attestatie wordt door de kerkeraad verstrekt op aanvrage van een lid dat vertrekt. Zij wordt gegeven niet door de predikant of een ouderling alleen. Dit zou wel kunnen indien een attestatie gelijk was aan een kerkdijk verhuisbiljet. Een attestatie is echter meer, het is een, kerkelijk getuigschrift, waarin de kerkeraad een getuigenis geeft wat betreft leer en levenswandel, op grond waarvan de betrokken persoon in de andere gemeente kan overgenomen worden. Over dit getuigenis beslist niet alleen de predikant of een ouderling alleen, maar de kerkeraad. Wanneer de scriba de attestatie in orde maakt, moet hij daarvan mededeling doen aan de kerkeraad en dan kan de voorzitter in naam van de kerkeraad verder tekenen.

Het is ook nodig dat er van het afgeven van de attestatie in de gemeente mededeling wordt gedaan. Formed zou dit moeten gebeuren voordat de attestatie wordt afgegeven, want ook de gemeente heeft recht om bezwaren tegen de afgifte van de attestatie in te brengen. Zijn er geen bezwaren ingebracht dan heeft de gemeente haar stilzwijgende bewilliging gegeven. Gewoonlijk wordt er van het afgeven van de attestatie mededeling gedaan in de 'kerkbode, en de praktijk is meestal ook zo dat dit gebeurt als de afgifte reeds geschied is. Maar het principe blijft echter dat ook de gemeente haar goedkeuring moet geven en dat er eventueel ook bezwaren bij de kerkeraad kunnen ingebracht worden.

Het getuigenis dat de kerkeraad moet geven behoort altijd te slaan op de werkelijke aanwezige toestand. Anders houdt het op een echt getuigenis te zijn. Normaal is het dat men volstaan kan door de korte verklaring van leer en leven. Wanneer dit echter niet genoeg is, b.v. bij genomen tuchtmaatregelen, zal daarvan met enkele woorden mededeling gedaan moeten worden op de attestatie. Het is niet nodig op de attestatie in bijzonderheden te treden en zich breed uit te laten over de bedoelde afdwaling of afwijking. Maar een korte mededeling van de feitelijke situatie op de attestatie is voor de goede orde onontbeerlijk. De kerkeraad kan dan in een meer uitgebreid schrijven daarvan mededeling doen aan de kerkeraad waarheen het lid vertrekt. ledere kerkeraad heeft in dit opzicht de vereiste zorgvuldigheid te betrachten. Hij moet er voor waken dat er een eerlijk getuigenis gegeven wordt, zowel ten opzichte van het lid dat vertrekt, maar ook ten opzichte van de kerkeraad die het lid ontvangen zal. Art. 82 zegt dat aan degenen die uit de gemeente vertrekken een attestatie zal gegeven worden. De attestatie moet aan het vertrekkende lid worden meegegeven. Dit juist daarom omdat de aansluiting bij de andere gemeente altijd een nijvere daad moet zijn. Het gereformeerd kerkrecht gaat uit van de plaatselijke gemeente die een complete zelfstandige kerk is. De gemeenten zijn geen plaatselijke afdelingen van een groot geheel of lichaam, waarbij dan leden bij verhuizing automatisch worden overgeschreven van de ene afdeling naar de andere. Ook is het volgens het Geref. principe dat ieder lid zich vrijwillig aansluit bij een plaatselijke gemeente. Door het vertrek uit de plaatselijke gemeente houdt de vertrekkende ipso facto (= door dat feit zelf, noodzakelijkerwijs) op lid van de gemeente te zijn. Door nu de attestatie zelf mede te nemen en deze bij de nieuwe gemeente in te leveren sluit het betreffende lid zich weer vrijwillig aan bij de nieuwe gemeente.

Het is de gewone wijze die de kerkorde voorschrijft, dat de afgifte van een attestatie alleen geschiedt op verzoek van de persoon wie het aanbelangt. Deze behoort bij zijn vertrek naar elders er zelf om te vragen, hetzij mondeling of schriftelijk. Uit de handen van de kerkeraad wordt de attestatie door het vertrekkende lid ontvangen opdat hij met zijn eigen bewilliging en medewerking zich bij de nieuwe gemeente zal aansluiten. Natuurlijk kunnen er wel eens bijzondere omstandigheden zijn dat de attestatie rechtstreeks naar de andere kerkeraad wordt gezonden, indien de persoon in kwestie zelf dit verzoekt of althans er in bewilligt. Maar dit is dan niet de algemene regel. Voor de goede orde is het verder nodig dat de kerkeraad die de attestatie afgeeft, daarvan ook schriftelijke mededeling doet aan de nieuwe kerkeraad met de naam en het volledige adres. Deze opgave dient ook te geschieden wanneer een lid naar een andere gemeente vertrokken is zonder dat hij vooraf zijn attestatie heeft aangevraagd. Het is dus niet juist in een dergelijk geval de attestatie ongevraagd aan de desbetreffende kerkeraad over te maken.

Wat dit met-aanvragen van de attestatie betreft, dit kan berusten op een ongewild verzuim of gevolg zijn van een niet te verontschuldigen achteloosheid. In dit geval zal het niet zoveel moeit behoeven te kosten het verzuim te herstellen, wanneer het lid daarop opmerkzaam wordt gemaakt, de aanvrage kan 'dan alsnog door hem gedaan worden. Er kunnen natuurlijk ook andere oorzaken zijn, oorzaken van meer ernstige aard. In dit geval zal de kerkeraad van de nieuwe gemeente daarnaar een onderzoek moeten instellen om te trachten de persoon in kwestie te bewegen alsnog zijn attestatien op te vragen. In een dergelijk geval zullen de beide kerkeraden, nl. die van de oude en van de nieuwe woonplaats, naar bevind van zaken moeten handelen om vervolgens hun voorzieningen te treffen.
Ten slotte nog het volgende. Krachtens het kerkverband behoort elke kerkeraad een attestatie van een lid dat uit de zustergemeente komt te aanvaarden. Zondermeer niet aannemen van een dergelijke attestatie is in het gereformeerd kerkrecht niet mogelijk. In independentische kringen mag dit dan misschien wel gedaan worden, maar niet in onze gemeenten die de naam dragen van Gereformeerde Gemeenten.
Vroeger heb ik hierover al eens meer geschreven. Anderzijds is de geldigheidsduur van een attestatie uiteraard niet onbeperkt. Zonder daarvoor een tijd te noemen, vroegere synoden (Alkmaar 1587, Delft 1587) noemden wel de tijd van 3 maanden, in de vorige eeuw werd door afgescheiden  kerken wel de termijn van een jaar en zes weken genoemd, een lid die zijn attestatie niet inlevert onttrekt zichzelf aan
de gemeente. Hetzelfde geldt dan ook voor het lid dat vertrekt naar een andere gemeente zonder dat hij de attestatie opvraagt aan zijn kerkeraad.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 oktober 1973

De Saambinder | 4 Pagina's

Attestatiën (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 oktober 1973

De Saambinder | 4 Pagina's