Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BOEKBESPREKING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BOEKBESPREKING

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding

Een schriftuurlijk gebonden politiek heeft direct te maken met en is onlosmakelijk verbonden met Gods Woord. Zowel in de politiek als in de omgang met de Heilige Schrift speelt de Belijdenis vervat in de Drie formulieren van Enigheid een beslissende rol. Het is daarom dat we de lezer willen attenderen op onderstaande uitgaven die zich alle op hun wijze bezighouden met vragen betreffende Schrift en Belijdenis.

Ds. D. J. Couvée: „Mag het? " Tegen het evolutiedogma. Buyten en Schipperheyn — Amsterdam. 1970. 48 blz. prijs ƒ 2, 90.

Dit boekje is geïnspireerd op: prof. J. Lever: „Waar blijven wij? " Voortdu- rend wijst de schrijver naar dit werkje. Als bewijs van de zwaklieid van de werkhypothese, die evolutietheorie heet, citeert ds. Couvée een nietgelovige aanhanger van deze theorie, namelijk dr. Lam: „Inderdaad moet men toegeven dat evolutie een werkhypothese is, die de basis vormt van diverse evolutietheorieën." Dan haalt hij dr. H. Bavinck aan, die in zijn Dogmatiek deel II, blz. 536, de wetenschappelijke waarde van de evolutieleer als denkmethode op haar wetenschappelijke waarde heeft getoetst.

Ds. Couvée wil eigenlijk benadrukken — en terecht — dat de evolutieleer niet hetzelfde is als wetenschap, laat staan dé wetenschap. Verabsoluteert men de evolutieleer, dan heeft men er geloof van gemaakt en dan is het als zodanig zeker een bedreiging van het christelijk geloof.

Als men onder de indruk is gekomen van de evolutieleer (i.e. de ideeën van prof. Lever), dan kan ik dit eenvoudige — op boeiende wijze geschreven — boekje ter lezing zeer aanbevelen.

Drs. S. Meyers — Verstaan wij Kuitert als wij hem lezen? Buyten en Schipperheijn — Amsterdam — 1970. 30 pag. prijs ƒ 1, 50.

Deze brochure is een uitwerking van het artikel dat onder dezelfde titel van de hand van drs. S. Meyers, Ned. Herv. predikant te Ermelo, verscheen in het augustus-nummer van de 20e jaargang van Wapen veld.

De inhoud bevat enkele gedachten, die de schrijver ingegeven werden bij het herlezen van het cahier voor de gemeente: „Verstaat Gij wat Gij leest? " van dr. H. M. Kuitert. Drs. Meyers begint met te luisteren en naar drijfveren te zoeken. Pas dan komt hij met kritiek. De belangrijkste conclusie lijkt mij: „Het gevaar van Kuitert is, dat God opgaat in de Geschiedenis."

Men leze verder zelf. Overigens is het, in meer dan één opzicht, wel een brochure van niveau. Het is een grondig stukje theologie.

Dr. L. Praamsma: „Met de kerk van alle eeuwen." Ichtus reeks, deel I. Buyten en Schipperheyn — Amsterdam 1971. 80 blz. prijs ƒ 5, 90.

Als ondertitel heeft dit boekje meegekregen: Over confessionele trouw en ontrouw. Daar gaat het dus over. Enerzijds positief: de trouw aan de belijdenis der kerk, anderzijds polemiserend: de confessionele ontrouw in de gereformeerde kerken in Nederland.

Het was dr. Praamsma een raadsel, dat zo veel gereformeerde theologen over de publicatie van prof. Augustijn: , , Het cahier voor de gemeente — Kerk en Belijdenis" — bleven zwijgen. Daarom neemt hij de pen op. Het gaat toch om vragen als: , , Is de binding aan de belijdenis, zoals de Synode van Dordt die inaugureerde door het zgn. ondertekeningsformulier, reformatorisch ja of nee? ", en , , heeft het opstellen van een geloofsbelijdenis voor het heden wel zin? "

Achtereenvolgens schrijft Praamsma over Dordt en de belijdenis, Calvijn en de belijdenis en de oude kerk en de belijdenis. Tot slot wordt ingegaan op aspecten van de belijdenis.

Prof. Augustijn bepleitte inzake de belijdenis „Gods water over Gods akker te laten lopen" in plaats van een strikte handhaving. Praamsma, kerlchistoricus, keert zich tegen Augustijns historische argumentatie. Daarin heeft hij gelijk. Jammer is, dat zijn formulering niet altijd even helder is, wellicht een gevolg van een onvoldoende afstand nemen; dit ondanks het verblijven van de schrijver in Canada.

Dr. J. van Genderen: De Reformatorische belijdenis in discussie. Buyten en Schipperheijn — Amsterdam 1971 — 55 blz. prijs ƒ 3, 50.

De schrijver is prof. dr. J. van Genderen, hoogleraar aan de Theologische Hogeschool te Apeldoorn. Aanleiding tot het schrijven van dit geschrift, is het cahier voor de gemeente van prof. dr. C. Augustijn, hoogleraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam over „Kerk en Belijdenis". Met Augustijn is Van Genderen in dit geschrift voortdurend in discussie. Van Genderen laat zien hoe binnen de christelijke kerk al in het Nieuwe Testament, in de oude kerk en eveneens in de kerk van de Reformatie, belijdenissen steeds een bindend karakter hebben gehad, grenzen hebben getrokken en een antiheretische spits hebben gehad. Augustijn zal zich terdege rekenschap moeten geven van het materiaal dat Van Genderen op tafel legt. Hij toont hiermee aan dat door Augustijn bepaalde wezenlijke elementen bij de reformatoren zijn verwaarloosd, zodat hij een scheef beeld heeft getekend omtrent de reformatorische opvatting van geloofsbelijdenissen.

Augustijn wi] een nieuwe weg, wenst een actueel belijden waarin antwoord wordt gegeven op actuele vragen. Het gaat over de consequenties van het geloof in Jezus Christus in de wereld van vandaag. In de belijdenis gaat het echter in de eerste plaats om het geloof zélf. De kern van de kwestie die in het geding is in de discussie met Augustijn, is: Brengt onze belijdenis de inhoud van de Heilige Schrift en het geloof van de kerk onder woorden? Het antwoord op deze vraag is bepalend voor de positie die men in de kerk inneemt.

Het boekje van Van Genderen geeft in een kort bestek veel informatie. Wil men in discussie over dit onderwerp beslagen ten ijs komen, dan kan men deze brochure niet ongelezen laten. De prijs behoeft geen reden tot verhindering te zijn!

Dr. W. Aalders: De schok der herkenning. Buyten en Schipperheijn — Amsterdam 1971 — 12 pag. prijs ƒ 1, 50.

Dit artikel is overgenomen uit het blad , , E1-Clesia", het contactorgaan van dr. W. Aalders, te 's-Gravenhage.

In het Nieuwe Testament wordt een eigenaardig woord gebruikt, om de aard van de ontmoeting van Christus met de wereld uit te drukken. Dat is het woord: elenchos. Dit woord laat zich alleen benaderend omschrijven als: beschuldiging, vermaning, oordeel, overtuiging e.a.

De bekendste tekst waarin wij het woord elenchos tegenkomen is Joh. 16 vers 8: „En als Hij (de Heilige Geest), komt, zal Hij de wereld overtuigen (elenchein) van zonde en van gerechtigheid en van oordeel." Het is een gerichtsbeleven, het tijdstip van een beslissende ontmoeting met de openbaring Gods.

De Heere Jezus Christus is dus met Zijn Woord en Geest de elenchos, dat wil zeggen de beslissende ontmoeting met de wereld. En uit die beslissende ontmoeting ontstaat nu de gemeente. Daardoor is de gemeente aan de andere kant van de scheidslijn komen te staan. De gemeente heeft zó deel aan Christus, aan Zijn Woord en Geest, dat oolc door haar de wereld in het uur van de beslissende ontmoeting gebracht wordt. Dit laatste is een zaak, waar in onze tijd de gemeente over het algemeen veel te weinig besef van heeft. Dit gemis is fundamenteel, want men komt hierdoor bij het spreken over de plaats en de taak van de gemeente in de wereld op allerlei fatale dwaalwegen terecht. Dit werkt dr. Aalders verder uit in enkele punten. Op welke wijze komt dit elenchos-karakter van de gemeente in de wereld tot uitdrukking? (Zie Matth. 10:1-39). Wat houdt het in het huidige tijdsbestek in om als gemeente van Jezus Christus het Evangelie als elenchos in de wereld te vertegenwoordigen? Hoe komt het dat de gemeente in zulk een geestelijke malaise verkeert en er zo bitter weinig elenchos-kracht van haar uitgaat?

Wat is nu de schok der herkenning?

Dat is de dringende opgave om tot geestelijk inzicht te komen in onze situatie!

Dit artikel is waard gelezen te worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 januari 1972

De Banier | 8 Pagina's

BOEKBESPREKING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 januari 1972

De Banier | 8 Pagina's