Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geroepen naar Gods voornemen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geroepen naar Gods voornemen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

11

Een boete-prediker

Vorige keer zagen we een figuur van de Nadere Reformatie nml. Wilhelmus a Brakel. Hij heeft gearbeid in het midden van deze periode. We gaan nu nog naar een vertegenwoordiger uit de latere tijd van deze richting nml. Thcodorus van der Groe. Ook deze naam is ons niet onbekend. In verschiilende opzichten een ander persoon dan „vader” Brakel. In het algemeen was van der Groe scherper in zijn prediking, meer roepend tot boete en berouw en waarschuwend voor valse gronden. Het zal ook sommigen bekend zijn, dat van der Groe andcre klanken liet horen over de zekerheid des geloofs.

Dit behoeft ons niet te verwonderen. Er is in het midden van de Kerk des Heeren te alien tijde verscheidenheid geweest. Die verscheidenheid kan uit allerlei factoren verklaard worden. In rekening moet hier gebracht worden het verschil in de leiding Gods. Wilhelmus a Brakel was al jong bedeeld met de vreze Gods; terwijl dit in het leven van van der Groe niet zo was. In de tijd van Brakel was het verval in kerk en staat nog niet zover als tijdens het optreden van de laatste. Laten we niet vergeten, dat tussen deze beide mannen ruim 70 jaar ligt. Van der Groe’s prediking en invloed valt voor een groot deel na 1735 tot 1784. Volop de tijd van afgang onder ons volk.

Het is trouwens good, dat we de verschillen niet anders en groter maken dan dat ze geweest zijn. Opvallend is het, dat met name van der Groe zelf daar tegenop is gekomen. Het blijkt b.v. uit zijn scherpe brief aan Jacob Groenwegen over de zekerheid des geloofs. Tegenover van der Groe, die de zekerheid beleed in het wezen des geloofs was van de andere zijde Brakel aangehaald. Maar van der Groe spreekt met achting in zijn brief over Brakel, hoewel hij liever in deze zaak de oudere Godgeleerden volgt. Het is dacht ik, een bewijs, dat hij een afkeer gehad heeft van het uitspelen van verschiilende uitdrukkingen tegenover elkaar. Waarom we hier deze naam noemen? Het is bekend dat er de laatste jaren van verschiilende kanten cen ontwakende belangstelling is voor van der Groe. Wie enigszins thuis is op het brcdere erf van vandaag, wect dat zijn persoon vaak genoemd wordt tegenover andere vertegenwoordigers van de Nadere Reformatie. Hij zou meer de lijn van de Reformatie gezien en gevolgd hebben.

Voor het laatste valt veel te zeggen, vooral wanneer het gaat over het zaligmakend geloof. Het gevaar is echter niet denkbeeldig, dat we een heel andere van der Groe krijgen dan dat hij uitkomt in het geheel van zijn geschriften. Dan worden enkele klcdingstukken uit deze „kleerkast” genomen en aan de kapstok van eigen gedachten opgehangen.

We kunnen hem dan prijzen in zijn schrijven over de zekerheid des geloofs en zijn preken over de bekering ongeopend laten. Of hem aanhalen in zijn schrijven over de Evangelische beloften, maar voorbijgaan aan wat hij zegt over Wet en Evangelie.

En dit laatste moet ook gezegd worden van de roeping door het Evangelie, die in van der Groe’s preken niet vergeten wordt. Sommigen kunnen alleen een van der Groe, die spreekt van de be(often voor boetvaardige en vernederde zondaren. Alsof hij van geen roeping door het Evangelie aan anderen zou weten.

Kent u „Des christens enige troost in leven en sterven”? Het wordt door velen gelezen als verklaring van de Heidelbergse Catechismus. Lees eens aan het eind van Zondag 6: „Wij worden alien door het Evangelie als arme blinde, naakte, doemwaardige err onmachtige zondaars tot Hem geroepen en genodigd; en het is een gebod en de raad Gods, dat wij tot Hem zullen komen en Hem als een vrij genadegeschenk van Gods eeuwige en oneindige liefde zullen aannemen, en dat wij ons door Hem wederom met God laten verzoenen . . .” Even verder. . . „0, wij zijn van God gezonden om Christus Jezus hier onder ulieden te prediken en ulieden de zaligheid en verzoening met God in en door Hem te verkondigen. Wij zijn de getuigen en gezanten van onze Heere, Jezus Christus om Hem door het Woord der prediking alle zondaren voor te dragen en aan te bieden tot een Middelaar en Verlosser tot een Profeet om hen te leren tot een Hogepriester om al hun zonden bij God te verzoenen en tot een Koning om hen te heiligen en te bekeren. Ach mensen! wie of hoedanige of gij ook zijn rnoogt, veracht en verwerpt dit heerlijk geschenk van Gods vrije genade niet langer. Maar erkent toch uw geestelijke armoede, blindheid, naaktheid en doemwaardige machteloosheid.” En wie zou meuen dat deze plaats enig is leze zijn bekende preken over de waarachtige bekering b.v. de 14de preek over Mattheus 11 : 20 waar hij spreekt: „Hoe de Heere Jezus aan Zijn zijde alle middelen aanwendt en gebruikt om snode en goddeloze'zondaren dringend en ernstig tot bekering te roepen ...” Weer even verder: „0, mensen van deze plaats, het is thans de tijd van uw bezoeking, nu staat Jezus te kloppen aan uw deur, nu geeft Hij u de emstige genademiddelen! Nu werkt Hij nog met kracht onder u” . . . Hoe kan het dan, zult gij zeggen, dat we op een andere plaats lezen — in zijn voorrede op het vierde deel van de preken van de Erskines: „De beloften des Evangehes zijn eigenlijk niet voor alle mensen, maar alleen voor de arme verslagene zondaren . ..” Werpt v. d. Groe nu weg, wat we hier boven zagen? Helemaal niet. Er zou heel wat op te merken zijn over deze lange voorrede op bijzondere preken, maar dit staat vast: het gaat hier over aannemen en gebruik maken van de beloften des Evangelies. En nu kunnen die beloften niet aangenomen worden als ze niet eerst gepredikt zijn! Christus wordt hier in de beloften gesteld. Van der Groe zegt er schone dingen van in deze voorrede. Doch voor het aannemen en gebruik maken der beloften is de ware vernedering en verslagenheid nodig door de krachtige werking van de Heilige Geest.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juni 1971

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Geroepen naar Gods voornemen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juni 1971

Bewaar het pand | 4 Pagina's