Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Hemelvaart van de Heere Jezus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Hemelvaart van de Heere Jezus

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gij zijt opgevaren in de hoogte, Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd, Gij hebt gaven genomen om uit te delen onder de mensen; ja, ook de wederhorigen om bij U te wonen, o HEERE God!
Psalm 68:19

Komende week mogen wij het heilsfeit van Hemelvaart gedenken. Hij, Die nedergedaald is, zo zegt de apostel, is Dezelfde ook als Die opgevaren is ver boven al de hemelen, opdat Hij alle dingen vervullen zou. Ook Christus’ hemelvaart hoort er wezenlijk bij om Zijn Kerk te doen delen in het volle heil. De HEERE is een God van volkomen zaligheid. Het heil is door Hem niet alleen verworven, maar Hij zorgt door Zijn Heilige Geest ook voor de uitdeling en de toepassing ervan. Het is goed om deze tweeërlei beweging met Hemelvaart voor ogen te houden. Wij zijn namelijk geneigd om met Hemelvaart alleen te denken aan de eerste beweging, van de aarde naar de hemel, de thuiskomst van de Zoon, na Zijn volbracht werk. Dat is het echter niet alleen. De Hemelvaart van Christus is ook tot nut voor ons op aarde. Dat is die andere beweging: van de hemel naar de aarde. Op beide bewegingen wordt in onze tekst de nadruk gelegd, omdat alleen zo het geheim van Hemelvaart ons wordt verklaard.

Van de aarde naar de hemel
Het is op een bijzondere wijze dat door David over de terugkeer van de Zoon in de hemel gesproken wordt. Dat komt, omdat Psalm 68 een lied is van overwinning en het moment bezingt dat een koning terugkeerde na een gewonnen strijd. Een lange stoet trekt voorbij: de koning met zijn soldaten en achter hem buit en overwonnen vijanden die worden meegevoerd. Voorop gaat echter de ark. Alsof men ermee wilde zeggen: De overwinning is niet te danken aan ons, maar aan de HEERE. En zo gaat het omhoog, de berg Sion op. Met allerlei heerlijke beelden beschrijft David ons deze zegetocht.

En daarover schrijvend worden de gedachten van de dichter ineens geleid naar een veel diepere en rijkere overwinning, namelijk de overwinning van Christus op al Zijn vijanden en Zijn zegenvolle terugkeer bij Zijn Vader. Christus’ Hemelvaart wordt hier vergeleken met zo’n zegetocht van een koning uit het Oosten. Ook Christus is de strijd ingegaan. Hij heeft Zich daarvoor vernederd als de lijdende Knecht, dragend onze vloek en schuld. Door kruis en opstanding heen overwon Hij. Nu keert Hij echter, net als eens zo’n koning, zegevierend terug met achter Zijn zegewagen een hele rij van overwonnen vijanden. Ook heeft Hij buit meegenomen, waarvan Hij straks aan Zijn onderdanen zal uitdelen. Dat doet Hij als de volkomen Overwinnaar, Die de strijd te boven is. Hij voert de stoet aan en gebonden aan Zijn zegewagen bevinden zich al Zijn en mijn vijanden.

Als David aan deze overwinning denkt, dan roept hij het uit: Gij zijt opgevaren in de hoogte! De Zoon gaat terug naar vanwaar Hij kwam. Om daar te rusten na strijd en om vandaar ook de zegen van de door Hem behaalde winst uit te keren aan Zijn volk. Dat kan Hij, want Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd. Al de machten van zonde, duivel, dood en graf zijn door Christus overwonnen en worden gebonden meegevoerd achter Christus’ zegewagen. Wat een troost is dat. Deze machten kunnen er tot beproeving van Gods kinderen nog wel zijn, maar uiteindelijk zijn het gebonden en overwonnen machten. Ze hebben niet het laatste woord. En al de gelovigen mogen het weten dat ze vastliggen in de doorboorde handen van hun Hoofd, Dat Boven is. Ten diepste heeft Hij hen al aan de machten van de zonde en van de duivel ontrukt. En neemt Christus op Zijn zegetocht naar de hemel ook de namen van Zijn kinderen mee. Zoals eens de hogepriester onder het oude verbond dat deed in de tempel, die de namen van de twaalf stammen in zijn borstschild droeg, en met die namen voor Gods aangezicht verscheen. Zo doet Christus dat hier als dé Hogepriester van het nieuwe verbond. En is Hij nu ingegaan in de rust.

Van de hemel naar de aarde
Dat wil niet zeggen dat Christus daar volstrekt werkeloos is. Integendeel. Rusteloos is Hij in de hemel bezig in Zijn priesterlijke bediening en in Zijn zorg voor Zijn Kerk op aarde. Dat is de tweede beweging die zichtbaar is, ook in onze tekst. Christus is in de hemel tot ons nut. Vanuit de hemel deelt Hij gaven uit. Gij hebt gaven genomen om uit te delen onder de mensen. Dat zijn verworven gaven. Die kostten Hem de dure prijs van Zijn bloed. Gaven van de vergeving van de zonden, het herstel in de gemeenschap met God, de vrede met God, het aangenomen zijn als kind van God en het eeuwige leven. Die gaven schenkt Hij weg door Zijn Heilige Geest. Die wil Hij in het bijzonder kwijt onder de prediking van het Woord, waar Hij Zijn gemeente wil bouwen, werven, lokken en tot haar hart wil spreken. Daarvoor gebruikt Hij ook de ambten. Zo vergadert Christus Zijn gemeente en gaat Hij Zijn genade verheerlijken aan een geslagen zondaarshart.

Want aan wie deelt Hij dan die gaven uit? Wie zijn het dan die gevangengenomen worden onder het beslag van Zijn Woord? Wat geldt nu van hen? Het zijn wederhorigen. Mensen, die nu altijd maar anders willen. Die de dood liever hebben dan het leven en de duisternis liever dan het licht. Mensen die er geen recht op hebben, maar alle rechten hebben verspeeld. En toch zoekt Hij zulke mensen nu in Zijn genade op. Waarom? Dat is niet te verklaren. Dat is grondeloos erbarmen. Dat is genadige verkiezing. Hij wilde dat! Opdat het wederhorig kroost altijd bij Hem zou wonen en niet voor eeuwig van God gescheiden zou zijn. Daar staat Christus Zelf voor in. Daarvoor gaf Hij Zijn leven. Om voor wederhorigen plaats te bereiden in het Vaderhuis hierboven met zijn vele woningen. Hij zegt het: En wanneer Ik zal heengegaan zijn en plaats bereid zal hebben, zo kom Ik weder, en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt waar Ik ben.

Mag u nu al delen in deze hemelse gaven door Christus verworven? Nóg deelt Hij ze uit onder de bediening van het Woord. Wie als een wederhorige die gaven gaat smaken, die gaat ook verstaan wat David aan het einde van deze psalm dan nog uitroept, als hij zegt: O HEERE God! Wat betekent dat? Dat is een uitroep van diepe verwondering. O HEERE God! Dat dat nu mogelijk is voor een zondaar zoals ik ben! Wat een wonder van genade dat ík nu bij u mag wonen. Daar raak je dan nooit over uitgewonderd. Dan is Christus’ Hemelvaart voor ons persoonlijk tot zegen geworden en belijdt u het in diepe verwondering: O HEERE God!

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 mei 2011

Kerkblad | 16 Pagina's

De Hemelvaart van de Heere Jezus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 mei 2011

Kerkblad | 16 Pagina's