Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Is de satan reeds ontbonden ?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Is de satan reeds ontbonden ?

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Openbaring 20 kunnen we lezen dat de satan duizend jaar gebonden werd, opdat hij de volken niet verleiden zou, totdat de duizend jaar geëindigd zouden zijn. In die duizend jaar heersen de zielen van de onthoofden als koningen met Christus.

Chiliasme: duizendjarig rijk komt nog

Wat in Openbaring 20 geschreven wordt, heeft velen er toe gebracht het duizendjarig rijk naar de toekomst te verschuiven. Dat doen de zogenaamde chiliasten. Zij denken dat Christus, vóór Hij komt om te oordelen de levenden en de doden, eerst op aarde komt om daar met de gelovigen te heersen. Dat zou dan een tijdperk van de zaligste genietingen zijn en een ongekende bloei van het Koninkrijk van God. Het zou een tijdperk zijn waarin de satan gebonden is, een tijdperk dus waarin hij onschadelijk is.

Wij belijden echter dat de regering van Christus als mens-geworden Zoon van God al ingegaan is. De hemelvaartsdag was om zo te zeggen het jaar 1 en de oordeelsdag het jaar 1000. In die periode is de satan gebonden.

Maar, zeggen de chiliasten, vanaf de hemelvaart zijn toch al twee duizend jaar verlopen, en van de gebondenheid van de satan is toch niets te bespeuren? We moeten echter niet vergeten dat bepaalde getallen in de Bijbel een symbolische betekenis hebben. Het getal duizend is samengesteld uit 10x10x10. Het getal tien is het getal van de volkomenheid. Dat Christus duizend jaar regeert, wil dus zeggen dat Hij regeert tot de dingen tot hun volle ontwikkeling gekomen zijn en Gods raad met wereld en kerk volkomen vervuld is.

De gebondenheid van satan

Moeilijker is het echter te begrijpen dat nu — tijdens de regering van Christus — satan nog gebonden is. Daar is immers weinig van te zien. Hij schijnt juist steeds driester de kop op te steken. Hij schijnt zoveel macht te hebben, dat het bijna niet te geloven is dat we nu in het duizendjarig rijk leven, waarin de satan gebonden is. Let er echter eens op dat er in de Bijbel met geen woord gesproken woordt over een algehele verhindering van de de satan. Hij is slechts gedeeltelijk gebonden opdat hij de volken niet meer verleiden zou. Met die volken worden de heidenen bedoeld. Als de satan zijn zin gekregen had, dan zou hij deze volken van het begin af aan verleid en tegen de christenen opgehitst hebben, om zo mogelijk de christenheid te vernietigen. En hoe zou het dan hebben moeten gaan met de ontplooiing van het Koninkrijk Gods? De satan mag Gods raad echter niet verhinderen, het Evangelie moet verkondigd worden. Daarom wordt hij gebonden en in zijn bewegingen belemmerd.

Als de satan niet van het begin af aan gebonden zou geweest zijn, zou hij de kerk uitgeroeid hebben. Dit blijkt wel uit Openbaring 20 : 8. Daar staat dat de satan, zodra hij losgelaten wordt (maar Gods raad niet meer verijdelen kan) zich richt tot Gog en Magog (een zinnebeeldige naam voor de godevijandige wereld) om hen te bewegen de kerk te vernietigen.

Satan is dus slechts gebonden om de loop van het Evangelie niet te verstoren en Gods werk niet te verijdelen. Van een verdere binding wordt niets gezegd. Zijn satanisch bedrijf kan hij dus op allerlei manier uitoefenen, hoewel het er heel anders uit zou zien als hij ook daarin helemaal vrij zou zijn in zijn bewegingen. Dat zal wel blijken als tijdens het schrikbewind van de antichrist, de satan helemaal losgelaten zal worden en hij in deze wereld zijn gang kan gaan.

De regering van Christus.

De binding van satan „opdat hij de volken niet verleiden zou" is heilzaam gebleken. Het gelukte satan en zijn legerscharen niet om een handjevol christenen te vernietigen. Integendeel, hij moest de heidenwereld landstreek na landstreek prijsgeven aan Christus. De kruisbanier werd overal geplant. Christus heerst als Koning in het duizendjarig rijk. Hij is bekleed met een uitvoerende en onbeperkte macht. Hij voert de wil van de Vader uit: „Dit is Mijn spijze, dat Ik de wil doe Mijns Vaders". De Middelaar voert de raadsbesluiten van de Vader uit, die vooral tot inhoud hebben: de afbouw van de kerk. Christus, Die in Zijn bloed het fundament van de Kerk legde, mag nu vanaf de troon diezelfde Kerk opbouwen en voltooien. Daarvoor is Hem gegeven alle macht in hemel en op aarde. Engelen en duivelen, vorsten en volken, gebruikt Hij om Zijn grote doel te bereiken. Hij laat naties oorlogen verklaren en vrede sluiten, hij laat vorsten list op list beramen. Hij laat de tijd rijpen voor de grote dag van Zijn Vader. Zo moeten allen, bewust of onbewust, gewillig of onwillig meebouwen aan Zijn grote werk.

De kerk is het paleis des Heeren en in dat paleis is Christus Koning. En zoals in een paleis alles gaat volgens de ordinantie en het ceremonieel va.n de koning en niets aan de willekeur van de hofdienaren wordt overgelaten, zo moet het ook in de kerk zijn.

En verder is er geen levensgebied, waarvan Christus niet zegt: het is Mijn. Daarom mag er niet gerust worden, vóórdat men zich allerwege gebogen heeft voor Zijn ordinantiën.

De droom van de chiliasten

De chiliasten die het duizendjarig rijk in de toekomst stellen, voelen voor deze christelijke aktie niets. Ze zijn lijdelijk. Ze zijn van oordeel dat Christus het straks Zelf wel in orde zal maken in Zijn duizendjarig rijk. Nu geeft het toch niets. Maar de christen die weet rekenschap en verantwoording te moeten afleggen van zijn talenten heeft geen rust, voor hij alles, zoveel in zijn vermogen is, gereed gemaakt heeft voor de komst van zijn Koning. En dit temeer omdat hij weet, dat de dagen boos zijn en kort, duizend jaar als één dag, en de tijd nabij schijnt dat voor christelijke aktie geen plaats meer is.

De chiliasten verliezen zich in dromen van een duizendjarig rijk in de toekomst, met miskenning van hetgeen Hij nu reeds te genieten geeft.

Volgens Gods Woord staat de kerk in een stroom van hemelse gaven en tevens staat zij onder de beschuttende hand van haar Koning.

De eerste en de tweede opstanding

In Openbaring 20 : 4 - 6 wordt gesproken over het heersen met Christus van de zielen dergenen die onthoofd waren om de getuigenis van Jezus.

De chiliasten lezen in deze verzen een profetie van een kerk op aarde tijdens het duizendjarig rijk in de toekomst. Zij zeggen dat als Christus zal komen om Zijn duizendjarig rijk op aarde te stichten, de zielen der gelovigen die ontslapen zijn, zullen opstaan en met hun lichamen weer verenigd zullen worden, om met Christus te heersen op aarde. De ongelovigen zullen echter niet opstaan.

Die opstanding der gelovigen is een voorlopige opstanding. Deze chiliasten onderscheiden dus niet alleen twee wederkomsten van Christus, maar ook twee opstandingen, een voorlopige van de gelovigen alleen, en een totale opstanding van alle mensen. Je kunt het toch zelf lezen, zeggen ze: „De zielen dergenen die onthoofd waren.... leefden en heersten als koningen met Christus, de duizend jaren. Maar de overigen der doden werden niet weder levend, totdat de duizend jaren geëindigd waren. Deze is de eerste opstanding.... zalig die deel heeft in de eerste opstanding.... zij zullen met Hem als koningen heersen, duizend jaren”.

Wie echter nauwkeurig Openbaring 20 : 4 - 6 leest, ziet dat dit zich niet afspeelt op aarde, maar in de hemel. Van een voorlopige opstanding der doden is geen sprake.

Johannes zegt immers duidelijk dat hij de zielen zag van degenen die onthoofd waren. Ons wordt een blik in de hemel gegund, wat die martelaren daar genieten. Johannes zegt ook niet dat de zielen opstonden maar leefden. De vijanden dachten dat ze voorgoed dood waren, ze waren zelfs onthoofd, maar ze vergisten zich. Hun dood was een doorgang tot het eeuwige leven. Maar de overige doden werden niet levend. Hun dood was een wegzinken in de eeuwige dood, de tweede dood. Maar zalig is hij, over wie die tweede dood geen macht heeft, maar die deel heeft aan de eerste opstanding. Die eerste opstanding is de opvaart der zielen, die de eeuwige zaligheid ingaan. Dat is de eerste, de voornaamste, de allesbeslissende opstanding. De opstanding des vleses bij de wederkomst des Heeren is er slechts een voltooiing van.

De wederkomst van Christus

De regering van Christus vindt haar afsluiting en bekroning in de wederkomst van Christus. Zijn zitten ten oordeel op de grote witte troon waarvan Openbaring 20 : 11 spreekt, is Zijn laatste daad. Dan legt Hij de gouden scepter weer in de handen van de Vader, opdat God alles zij en in allen. Daarom eindigt Openbaring 20 met onze aandacht te richten op dit laatste oordeel.

Wanneer dit zal zijn, is onbekend. Van die dag en die ure weet niemand. We zullen wel uit allerlei tekenen kunnen opmaken dat deze dag in aantocht is.

Satan wordt ontbonden

Voor de wederkomst van Christus, wordt de satan nog ontbonden (Openb. 20 : 7). De aanwezigheid van allerlei ontbindende krachten is wellicht reeds een bewijs van deze ontbinding van de satan, en dus een ernstig tijdsteken. De volledige ontbinding is dit echter nog niet. De satan zal zich, geheel van zijn boeien ontslagen, nog eenmaal in zijn volle lengte uitstrekken. Al zijn macht zal hij ontplooien in de mens der zonde, een soort vleesgeworden duivel.... de antichrist.

Verschrikkelijke tijden breken dan aan voor de Kerk des Heeren. Hoewel Christus nog Koning is, laat Hij Zijn Kerk een ogenblik in de smeltkroes om haar getrouwheid te beproeven en Zijn eigen werk in Zijn Kerk te verheerlijken. Het is een tijd van droefenis en vervolging.

Maar als de nood het hoogst is, grijpt Christus in. Daarop heeft de Kerk met smartelijk verlangen gewacht. Zijn komst betekent het einde van Zijn vijanden, dus ook het einde van droefenis en vervolging. Deze wederkomst van Christus, als sluitstuk van het duizendjarig rijk, is niet in strijd met Openb. 20 : 7, waarin staat dat satan ontbonden zal worden als de duizend jaren geëindigd zullen zijn. In dat „geeindigd" ligt geen tijdsbepaling, maar alleen de gedachte dat de regering van Christus nu haar doel heeft bereikt De satan kan nu zijn gang gaan, hij kan toch niets meer verhinderen. In Openb. 20 : 7-10 wordt trouwens de ontbinding van de satan en Christus' wederkomst als een moment gezien. Van een heerschappij van de satan na het duizendjarig rijk is geen sprake.

Christus’ wederkomst

Christus' wederkomst heeft ook een andere zijde: het is de dag der vereffening. Alleen Zijn Bruid kan die dag met opgerichten hoofde tegemoet gaan. De vijanden, ook de heimelijke vijanden, kunnen dat niet. Alle geveinsdheid zal dan uitkomen. Alle onrecht dat hier ongewroken bleef, zal dan vergolden worden.

De jongste dag is de dag der scheiding.... de vijanden van Christus in de eeuwige verdoemenis, de uitverkorenen in de eeuwige zaligheid. Zij hebben geleerd: het is niet mijn waardigheid, maar de vrije gunst die eeuwig Hem bewoog. Er is niets van mij bij, maar het is alles: door U, door U alleen, om 't eeuwig welbehagen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 februari 1984

Daniel | 32 Pagina's

Is de satan reeds ontbonden ?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 februari 1984

Daniel | 32 Pagina's