Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De geschiedenis van de Nederlandse bijbelvertaling

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De geschiedenis van de Nederlandse bijbelvertaling

29 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding

De bekende ds. Wilhelmus a Brakel - eeuwen geleden predikant in grote havenstad Rotterdam - heeft eens gezegd: 'Een huis zonder Bijbel is een schip zonder roer.' Een schip zonder roer is uiteindelijk ten ondergang gedoemd. Dat geldt ook ten aanzien van ons persoonlijk leven. Maar als wij door hartvernieuwende genade en waarachtige bekering Gods Woord mogen leren kennen als het roer van ons levensschip, zullen wij - door stormen en rustige wateren heen - eenmaal in de behouden haven aankomen. Het is een wonder dat wij Gods Woord in onze huizen mogen hebben. In vele andere landen is de Bijbel een verboden boek. Ook in Rusland was dat jarenlang het geval. De mensen waren blij met een heel klein boekje, zo groot als een lucifersdoosje, bevattend het bijbelboek Markus. Deze boekjes, 100.000 in getal, werden in de jaren zestig en zeventig door de GBS bekostigd en in het geheim naar Rusland gebracht. Sinds 1990 mogen er bijbels in groot formaat naar Rusland vervoerd worden. De Heere Zelf heeft deuren geopend.

Het is dus niet vanzelfsprekend om Gods Woord te mogen hebben. Als wij de geschiedenis van onze Bijbel nagaan, is er sprake van het wonderlijke handelen van God. Was het geen wonder dat Godvrezende theologen uit geheel Europa in Dordrecht bijeenkwamen tijdens de Nationale Synode van 1618-1619? Eenparig werd besloten om de Bijbel opnieuw vanuit de Hebreeuwse en Griekse grondtekst te vertalen. De vertalers moesten - zo sprak de Synode uit - met uitnemende wetenschap der theologische zaken en der talen en ook met godzaligheid begaafd zijn. Vertalen betekent immers in vele gevallen kiezen. Om de juiste keuzes te kunnen maken bij het bijbelvertaalwerk is het nodig om Gods Woord persoonlijk te doorleven.

Toen in 1635 in Leiden de gevreesde pestziekte uitbrak, werden alle vertalers en revisoren (mensen die het vertaalwerk nakeken) wonderlijk gespaard. Zo mocht ons Nederlandse volk de Bijbel in de Statenvertaling als een geschenk van de Heere ontvangen.

Watersnoodbijbel

Een bijzonder exemplaar van de Statenbijbel is de Watersnoodbijbel in de Statenvertaling. Ze werd in 1862 door ons protestantse volksdeel overhandigd aan koning Willem III als dank voor zijn zorg, betoond aan de noodlijdenden van de watersnood van 1861 in de Bommelerwaard en het land van Maas en Waal. Toen in 1962 prinses Wilhelmina overleed, lag deze bijbel geopend op haar kist. Deze bijbel is te zien in de kapel van Paleis Het Loo te Apeldoorn. Iets om te onthouden bij het organiseren van een schoolreis.

Bijbelvertalingen vóór 1637

Welke bijbelvertalingen zijn er in de Nederlandse taal verschenen vóór de SV van 1637? Voor een uitvoerige beschrijving van deze vertalingen verwijzen wij naar het bijzonder waardevolle boek van prof. dr. C.C. de Bruin, De Statenbijbel en zijn voorgangers. Het is enkele jaren geleden opnieuw uitgegeven door het Nederlands Bijbelgenootschap.

Vulgata

In de geschiedenis van de Nederlandse bijbelvertaling neemt de Vulgata, de Latijnse bijbel van de Rooms-Katholieke Kerk, een belangrijke plaats in. Ongeveer alle bewerkingen in de volkstaal uit de tijd vóór de Kerkhervorming gaan uit van de tekst van de Vulgata.

De bijbels lagen voornamelijk in de kerken en kloosters. De pastoors onderwezen het volk. Diverse personen uit de vaderlandse geschiedenis droegen ertoe bij dat de Bijbel op grote schaal werd verspreid. Wij noemen de bekende Geert Groote (overleden in 1384), die vele Latijnse bijbels liet afschrijven. Dit werk vormde ook een grote bron van inkomsten voor in dit geval de Broederschap des Gemenen Levens. Het meest gelezen bijbelboek in de Middeleeuwen was het boek der Psalmen. De Psalmen werden onder andere in het misboek verwerkt. Geert Groote hield de bijbelstudie in grote ere.

Verder heeft Groote ook verschillende delen van de Bijbel vertaald. Hij nam deze vertalingen op in zijn getijden- of gebedenboeken. Er was onder de kloosterlingen veel belangstelling voor zijn vertaalwerk. Er verschenen duizenden afschriften en enkele tientallen gedrukte uitgaven in het Nederduits en Nederrijns. En zo werd de Bijbel in de landstaal tot ver in Duitsland gelezen.

Er verschenen ook zogenoemde historiebijbels, waarin de historische bijbelboeken werden opgenomen. In 1300 verscheen de tweede historiebijbel: de zogenaamde Rijmbijbel van Jacob van Maerlant - in grafisch opzicht heel mooi uitgevoerd. Op een van de pagina's zijn de vier evangelisten te zien met bijbehorende symbolen.

Delftse Bijbel

Een van de eerste Nederlandse boeken die na de uitvinding van de boekdrukkunst ter perse werden gelegd, was de Delftse Bijbel. Deze bijbel verscheen in 1477 in twee grote delen. Het was geen complete bijbel. Het Nieuwe Testament en de Psalmen ontbreken. Wie het Oude Testament van deze Delftse Bijbel heeft vertaald, is onbekend. Deze bijbel is in grafisch opzicht een bijzonder werk. Er werd zelfs met kleur gewerkt. De drukletter komt dicht bij de tot dan toe gebruikelijke schrijfletter.

Wie in ons land een volledige bijbel wilde hebben, was aangewezen op de in 1478 verschenen Keulse Bijbel. Deze bijbel verscheen in het westnederduits en werd vooral in Oost-Nederland veel gelezen. De genoemde taal werd tot ver over onze tegenwoordige oostelijke landsgrens gesproken. De voorrede van de Keulse Bijbel draagt een reformatorisch karakter. Er wordt aangedrongen op het lezen van de Bijbel.

Als gevolg van de Reformatie kwam er onder het Nederlandse volk nog meer belangstelling voor de Bijbel en bijbelonderzoek. Er bleek tengevolge van de arbeid van Luther immers een groot verschil tussen de kerkleer en de inhoud van de Bijbel. Luther baseerde zijn Duitse bijbelvertaling namelijk niet op de kerkelijke Vulgata-tekst, maar op de grondteksten waarin de Heere de Bijbel aan de bijbelschrijvers letterlijk door inspiratie heeft ingegeven.

Van Liesveldt-bijbel

In 1526 verscheen in ons land de Van Liesveldt-bijbel. Het is de eerste volledige bijbel in het Nederlands die na de Hervorming verscheen. Deze bijbel is genoemd naar drukker Van Liesveldt uit Antwerpen. De tekst van deze bijbel is een vertaling van de Duitse Luther-bijbel.

Deux-aesbijbel

Daarna verscheen in 1562 de Deux-aesbijbel. Deze bijbel werd uitgegeven in de bekende vluchtelingengemeente te Emden. Het Oude Testament is eveneens een vertaling vanuit de Luther-bijbel. Het Nieuwe Testament is rechtstreeks vanuit de Griekse grondtekst vertaald. De Deux-aesbijbel was het meest geliefd onder ons volk. Tot de verschijning van de Statenbijbel in 1637 zou deze dé gezaghebbende kerk- en huisbijbel blijven.

Statenbijbel

Toch was er met name onder de predikanten behoefte aan een betere vertaling. Zij wilden een getrouwe vertaling van de Heilige Schrift vanuit de oorspronkelijke grondtalen, het Hebreeuws en het Grieks. Diverse kerkelijke vergaderingen hebben zich met deze zaak beziggehouden. Opdrachten tot een nieuwe bijbelvertaling werden onder meer verleend aan de dichter en staatsman Marnix van St. Aldegonde en ds. Wemerus Helmichius. Het grote probleem was echter dat beiden ook hun dagelijkse arbeid moesten blijven verrichten, zodat er te weinig tijd voor het vertaalwerk overbleef. Ds. Helmichius pleitte daarom voor het benoemen van bekwame mannen, die vrijgesteld zouden moeten worden van hun arbeid. Door de dood van Helmichius en de oplaaiende remonstrantse twisten werden deze plannen niet verder uitgewerkt. Dat werd anders door de beroemd geworden Nationale Synode van Dordrecht. De eerste zitting over de zaak van de bijbelvertaling werd gehouden op maandag 19 november 1618. Synode-voorzitter ds. Joh. Bogerman sprak een diep aangrijpend gebed uit. Gebeden werd of alle begeerten gewijd en geheiligd mochten worden ten gunste van de Heere, 'opdat wij niets bedenken, overleggen, willen, verlangen, uitspreken en besluiten dan wat met Uw Woord overeenstemt, U aangenaam en Uw Kerk bovenal nuttig is'.

Ds. Bogerman vroeg of de synodeleden 'mochten worden ontstoken in ijver voor de eer des Heeren, voor Zijn geboden, voor Zijn kostbare waarheid en voor Zijn huis'. Zo mochten de synodeleden in diepe afhankelijkheid met hun werkzaamheden beginnen.

Allereerst kwam de zaak van de bijbelvertaling aan de orde. De synodes van Holland, Zeeland, Gelderland en Overijssel hadden hiertoe een verzoek ingediend. Ds. Bogerman sprak tot de synode dat men in de omliggende landen in het bezit was van een goede bijbelvertaling. Terwijl daarentegen de Nederlandse vertaling, die niet uit de oorspronkelijke bronnen was geput doch uit andere vertalingen afgeleid, een eindeloze reeks fouten bevatte. Ook wees hij erop dat in kerkelijke vergaderingen reeds lang de behoefte aan een nieuwe vertaling werd gevoeld. Ds. Bogerman benadrukte dat Nederland in deze heilige aangelegenheid niet mocht achterstaan bij andere natiën.

Vertaalarbeid in Godsvreze

Eenparig sprak de synode uit dat een overzetting (of vertaling) vanuit de grondtalen der Heilige Schrift beslist noodzakelijk was, en wel vanwege de zeer vele fouten in de toenmalige bijbels. Voordat de Synode overging tot het benoemen van vertalers, vermaande ds. Bogerman de leden om niet uitsluitend rekening te houden met iemands bekwaamheid als theoloog of zijn knapheid in de talen, doch tenminste evenzeer met zijn vrome en heilige levenswandel, want anders, zo verklaarde hij, zou deze hoogstgewijde arbeid van de bijbelvertaling aan de kerk minder aangenaam zijn. In 1637 werd de Statenvertaling gepubliceerd.

Bijbelvertalingen na 1637

Jarenlang werd alleen de Statenvertaling gebruikt. We gaan eens na welke vertalingen er later zouden verschijnen. Wij nemen een aantal vertalingen van de complete Bijbel onder de loep.

Leidsche Vertaling (1901)

De Leidsche Vertaling is een vertaling van de Leidse hoogleraren A. Kuenen, W.H. Kosters en H. Oort, samen met de remonstrantse predikant Is. Hooykaas. De vertaling was een product van de Leidse school, een toen zeer invloedrijke, uiterst moderne richting in de bijbelwetenschap. Genoemde Hooykaas had het plan opgevat.

Eerder was een ontwerp van de hervormde synode voor een nieuwe bijbelvertaling mislukt. Na jarenlange arbeid moest de synode in 1873 vaststellen dat het niet mogelijk was tot een vertaling te komen die voor alle richtingen binnen de Hervormde Kerk acceptabel en tegelijk wetenschappelijk verantwoord was. Maar vooral de vrijzinnigen wilden de resultaten van het nieuwe bijbelonderzoek graag in populaire vorm in een nieuwe bijbeluitgave verwerken. Hooykaas zag het Oude Testament niet als waarvoor men het eeuwenlang had gehouden: het Woord van God ter voorbereiding van Christus' komst, maar als een bonte verzameling Joodse religieuze geschriften.

Een nieuwe vertaling moest de positie van de modernen tegen de groeiende invloed van de orthodoxie veiligstellen. Hooykaas werkte dan ook alleen met vertalers die de moderne richting waren toegedaan.

Van de genoemde vertalers maakte alleen prof. H. Oort de verschijning van het Oude Testament mee. Hij rondde daarna de vertaling van het Nieuwe Testament alleen af.

De vertalers wilden met nadruk laten uitkomen dat de bijbel van de modernen een geheel andere bijbel dan de Statenvertaling was. Zelfs in moderne kring werd de vertaling evenwel afgewezen: wetenschappelijk hoog geroemd, maar als bijbel ongeschikt.

De pers was zeer kritisch. In de Nieuwe Rotterdamse Courant (NRC) worden de Statenvertalers geprezen, 'die met hun welgevoelde hebraïsmen en met hun weelden, die onze archaïsmen geworden zijn, den lezer optrokken tot den tekst. Men kan ook den tekst neerlaten tot den lezer, tot zijn armoe en zijn gelijkvloersheid'. Een voorbeeld: God zegt tot Rachel: SV - 'Bedwing uwe stem van geween, en uwe ogen van tranen.' LV - 'Houd op met schreien, droog uwe tranen'. De NRC-scribent noemt het een wanbegrip dat men Jobs woorden dat hij 'zijn leven versmaadt' (Job 9:21) zomaar kan veranderen door de 'daagsche' uitdrukking 'Ik heb er genoeg van'. De Bijbel wordt op die manier 'onedel en krachteloos'.

Dr. Abraham Kuyper zei: 'Voor de Statenvertalers was de Schrift het Woord huns Gods. Hun pen werd dan ook door een andere geest bestuurd. Een geest die hogere wijding schonk. Voor de Leidsche vertalers was de Schrift niet meer het Woord van hun God.'

Prof. Oort noemt in een toelichting de evangeliën niet betrouwbaar. De wonderen zijn verzonnen omdat de Joden die zo graag hoorden. De enige groep die de Leidsche Vertaling gebruikte in de eredienst, was de Nederlandse Protestantenbond. Wel vervingen zij 'Jahwe' later door 'de Heer'. Daarmee verscheen tevens de laatste druk van de Leidsche Vertaling.

Friese Bijbelvertaling (1943)

G.A. Wumkes presenteerde in 1943 een complete Bijbel, vanuit de grondtalen vertaald in het Fries. Hij hield zich bij het woordgebruik zoveel mogelijk aan de Statenvertaling.

Nieuwe Vertaling (ook genoemd NBG-vertaling 1951)

De voorgeschiedenis van de zogenaamde Nieuwe Vertaling begint in 1911. Toen begon een kleine groep nieuwtestamentici onder leiding van prof.dr. A. van Veldhuizen met een vertaling van het Nieuwe Testament. Deze commissie-Van Veldhuizen nam contact op met het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG), maar het toenmalige hoofdbestuur had bezwaren tegen de uitgave van een nieuwe bijbelvertaling.

Via de afdeling Numansdorp van het NBG kwam het onderwerp in 1926 opnieuw aan de orde. Eenjaar later werd besloten om wel mee te werken. Het doel was: een vertaling die in begrijpelijk Nederlands was gesteld, die wetenschappelijk verantwoord was, en die voor een zo breed mogelijk publiek toegankelijk en aanvaardbaar kon zijn.

De vertaalopdracht voor het Nieuwe Testament ging naar een aantal theologen van verschillende richtingen. In 1939 kwam de vertaling van dit Testament gereed. Voor het vertalen van het Oude Testament werd een aparte commissie benoemd. Toen bleek dat het vertalen langer zou duren dan men verwachtte, werden in 1942 drie vertalers in vaste dienst aangesteld. In 1951 kwam dit Testament gereed. Ondertussen was de vertaling van het Nieuwe Testament enigszins herzien. De volledige Bijbel in de Nieuwe Vertaling - ook wel NBG-vertaling 1951 genoemd - werd op 16 januari 1952 tijdens een bijeenkomst in het Bijbelhuis te Amsterdam aangeboden aan vertegenwoordigers van een groot aantal kerken. Bij de totstandkoming van deze vertaling was het het NBG dat opdracht tot het vertalen gaf. De Statenvertaling kwam tot stand volgens een besluit van de toenmalige Gereformeerde Kerk, in vergadering bijeen op de Synode van Dordrecht 1618-1619. Het vertalen van Gods Woord is ook nadrukkelijk een zaak van de kerk.

Schriftkritiek

Velen van de medewerkers aan de Nieuwe Vertaling bogen in meerdere of mindere mate voor de Schriftkritiek. Van twee vertalers is bekend dat zij vrijzinnig waren.

De Dordtse Synode wees mannen aan die het vertrouwen van de kerk konden hebben; mannen met een vrome en heilige levenswandel en bekwaam in de gereformeerde theologie.

Ds. M. Baan schreef destijds in zijn brochure De nieuwe Bijbelvertaling is discussie dat het tere, gewijde, diep religieuze karakter van de taal der Schrift wordt gemist. Het is een aanpassing aan de moderne spreekwijze van onze tijd. De Bijbel moet dan zogenaamd verstaanbaar en aanvaardbaar worden gemaakt voor de mens van onze tijd, waarbij de gewijde taal, de echt bijbelse taal, die voor de kerk zo lief is, en door Gods Geest zo menigmaal in het hart werd geschreven, is zoekgeraakt.

Diepernstige woorden als 'verdoemen' en 'hel' zijn verzwakt tot 'veroordeling' en 'dodemijk'. Bij het vertalen van het boek Hooglied is afbreuk gedaan aan de verheven tekst van de Statenvertaling. Diverse bijbelgedeelten en bijbelteksten staan tussen de zogenoemde twijfelhaken, omdat ze niet in de oudste handschriften zouden staan. Dat geldt bijvoorbeeld voor Johannes 8:1 t/m 11.

De heer A. Bergsma schreef voor de GBS de brochure Statenvertaling contra Nieuwe Vertaling. Hierin worden teksten uit beide vertalingen met elkaar vergeleken. De nu volgende informatie over de Nieuwe Vertaling is aan dit boekje ontleend. Bij de tekstvergelijkingen gebruiken wij de volgende afkortingen: SV = Statenvertaling; NV = Nieuwe Vertaling.

Al de Schrift
Uit vele teksten in de Bijbel blijkt dat de gehele Bijbel het Woord van God is. Wij noemen 2 Timotheüs 3: 16a, waar in de SV staat: 'Al de Schrift is van God ingegeven' . De NV heeft hier: 'Elk van God ingegeven schriftwoord'. In de Statenvertaling staat hier dat de Bijbel het Woord van God is. Volgens de lezing van de Nieuwe Vertaling is het Woord van God in de Bijbel. Men gaat er kermelijk van uit dat er ook schriftwoorden kunnen zijn die niet door God zijn ingegeven. Dit heeft in de praktijk ingrijpende gevolgen voor de prediking. Bijvoorbeeld het ontkennen van het spreken van de slang in het Paradijs en het blijven leven van Jona in de buik van de grote vis.

Andere tekstvergelijkingen
Eén woord wijzigen kan ingrijpende gevolgen hebben. Neem bijvoorbeeld de tekst Hebreeën 1:6b. SV: 'En dat alle engelen Gods Hem aanbidden'. NV: 'En Hem moeten alle engelen Gods huldigen'. De Jehovah's Getuigen gingen destijds direct tot het gebruik van de nieuwe vertaling over, omdat zij de Godheid van Christus ontkennen en in de nieuwe tekst ondersteuning van hun dwaling vinden. De zuiverheid van de gereformeerde geloofsleer wordt helaas in diverse teksten aangetast. In Jesaja 7:14 (midden) staat in de SV: 'Zie, een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren'. NV: 'Zie, de jonkvrouw zal zwanger worden en een zoon baren'.

Dat wat 'onmogelijk is bij de mens, doch mogelijk bij God' is teruggebracht tot een misschien. Het bovennatuurlijke, het voor de natuurlijke mens onbegrijpelijke en verhevene van Christus' komst op aarde, is in de vertaling van het NBG teruggebracht tot een menselijk kunnen. Dat een jonkvrouw zwanger wordt, is immers geen wonder.

Nog enkele andere teksten: Genesis 24:63a SV: 'En Izak was uitgegaan om te bidden in het veld tegen het naken van den avond'. NV: 'Isaak ging tegen het vallen van de avond uit om te peinzen in het veld'. Peinzen is een menselijke bezigheid. De Statenvertalers schrijven in de kanttekening bij bidden: 'dat is, om zijn zinnen met godzalige gedachten en aanbiddingen voor den Heere te oefenen' .

Ezechiël 16:6a SV: 'Als ik u voorbijging, zo zag Ik u, vertreden zijnde in uw bloed'. NV: 'Toen kwam Ik voorbij u, en zag u trappelen in het bloed van uw geboorte'. De kanttekening vermeldt: 'Hoewel gij zeer onrein en mismaakt zijt, en ligt als in het midden des doods, nochtans zal ik maken dat gij zult leven'. Er is in deze tekst dus geen sprake van leven, maar de Heere roept door Zijn Geest uit de dood tot het leven.

Daniël 3:17 SV: 'Zal het zo zijn, onze God Dien wij eren, is machtig ons te verlossen uit den oven des brandenden vuurs, en Hij zal ons uit uw hand, o koning, verlossen'. NV: 'Indien onze God, die wij vereren, in staat is ons te bevrijden, dan zal Hij ons uit de brandende vuuroven, en uit uw macht, o koning, bevrijden'. Bij 'zal het zo zijn' tekenen de Statenvertalers aan: 'te weten dat wij in dezen vurigen oven zullen geworpen worden'. In de NV wordt de almacht van God in twijfel getrokken. Hoe nadrukkelijk belijdt de kerk van alle eeuwen en plaatsen in artikel 1 van de Apostolische Geloofsbelijdenis: 'Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper des hemels en der aarde'.

Lukas 24:51 en 52 SV: 'En het geschiedde als Hij hen zegende, dat Hij van hen scheidde, en werd opgenomen in den hemel. En zij aanbaden Hem, en keerden weder naar Jeruzalem met grote blijdschap'. NV: 'En het geschiedde, terwijl Hij hen zegende, dat Hij van hen scheidde. En zij keerden terug naar Jeruzalem met grote blijdschap'. :W^HM.i-éh. Juist het wonder van het 'opgevaren ten hemel' wordt in de NV verzwegen. Hierdoor wordt ook ruimte gegeven aan het moderne denken van predikanten door wie de Godheid van Christus in twijfel wordt getrokken.

Johannes 15:16a SV: 'Gij hebt Mij niet uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren'. SV: 'Niet gij hebt Mij, maar Ik heb u uitgekozen'. Ds. M. Baan, betrokken bij de oprichting van de GBS, schreef naar aanleiding van de vervanging van het woord 'uitverkoren' door 'uitgekozen': 'Waarom zijn bepaalde bijbelwoorden, die de kerk in de loop der eeuwen lief zijn geworden, en vaak tot lering en vertroosting zijn geweest, waarom zijn deze bijbelwoorden nu zó veranderd, dat Gods kinderen er hun eigen Bijbel niet meer in terug vinden? Het diep geestelijk karakter van Gods Woord dient te worden gehandhaafd'.

Romeinen 3:30a SV: 'Nademaal Hij een enig God is'. NV: 'Indien er namelijk één God is'. In de NV klinkt helaas twijfel door.

Romeinen 5:6 SV: 'Want Christus, als wij nog krachteloos waren, is te zijner tijd voor de goddelozen gestorven'. NV: 'Zo zeker als Christus, toen wij nog zwak waren, te zijner tijd voor de goddelozen is gestorven'. In de kanttekening (nummer 15) staat bij het woord 'krachteloos': 'Of, onmachtig; namelijk om onszelven te verlossen, als overwonnen van de zonde gelijk van een dodelijke ziekte'. De aanduiding 'zwak' in de NV geeft ruimte aan mogelijkheden vanuit de mens. De totale doodstaat van de mens, waarin hij door eigen schuld gevallen is, wordt hierdoor verzwegen.

2 Korinthe 3:9 SV: 'de bediening der verdoemenis'. NV: 'de bediening, die veroordeling brengt'. 'Veroordeling' is een ernstige afzwakking van wat in deze tekst is bedoeld. 'Veroordelen' betekent (volgens de hedendaagse woordenboeken) schuldig verklaren. Of daarna de straf ook wordt toegepast, is lang niet altijd zeker. Verdoemenis houdt in: veroordeling tot de helse straf. Het gaat om een goddelijk vonnis van eeuwig straflijden in de plaats der buitenste duisternis. Helaas worden de lezers van de NV misleid, doordat de ernst van de 'brede weg die naar het verderf leidt' bij de vertaling is weggelaten.

In de genoemde brochure van de heer Bergsma zijn nog vele andere voorbeelden te vinden.

Begrijpelijk vertalen
Voorstanders van de Nieuwe Vertaling wijzen dikwijls op de behoefte aan een voor iedereen zo begrijpelijk mogelijke vertaling. Maar dit gaat ten koste van de inhoud van de Bijbel. De kracht van het Woord Gods ligt in de toepassing door de Heilige Geest. Van nature begrijpen wij niet 'de dingen die des Geestes Gods zijn' (1 Kor. 2:14 en 15). Daarom is het zo noodzakelijk om onder biddend opzien tot de Heere Zijn Woord te mogen lezen. De Statenvertalers hebben niet geprobeerd om het Woord van God zo begrijpelijk mogelijk te maken. Zij hebben alleen de zin en mening des Geestes doorgegeven. Het ging hun allereerst om het zuivere Woord. Waar het 'bemiddelen' tussen Gods Woord en de lezer toe heeft geleid, zien we heden ten dage. Want het is niet gebleven bij de NBG-vertaling 1951. Na 1951 zijn er vele nieuwe vertalingen in eigentijds Nederlands verschenen. Het Nederlands Bijbelgenootschap constateerde dat 'de traditionele kerk- en bijbeltaal de inhoud van de bijbel voor velen steeds versluierde'.

Overgangsfunctie
De heer J.J. Kijne, destijds verbonden aan het NBG, kwam tot de conclusie dat de Nieuwe Vertaling (van 1951) een nuttige functie heeft gehad als overgang naar echte eigentijdse vertalingen. Vertalingen voor verschillende groepen lezers, waarbij aanpassing van taal en stijl steeds weer opnieuw nodig zal zijn.

Groot Nieuws Bijbel

Een van de meeste bekende vertalingen in de omgangstaal is de zogenaamde Groot Nieuws Bijbel (GNB), een uitgave van het Nederlands Bijbelgenootschap en de Katholieke Bijbelstichting. In 1972 kwam het Nieuwe Testament gereed. De vertaling van het Oude Testament werd in de loop van 1982 afgerond en in maart 1983 verscheen de volledige GNB, ook in een uitvoering met de apocriefe boeken.

Verklarend vertalen
De vertalers hebben de dynamisch-equivalente vertaalmethode gevolgd. Hierbij wordt niet letterlijk vertaald, maar weergegeven wat de bedoeling van de grondtekst is. Bij dit verklarend vertalen werkt de theologische visie en de achtergrond van de vertalers door in de op deze manier tot stand gekomen bijbeltekst. Het gaat niet meer om Gods Woord tot mensen, maar om woorden van mensen over het spreken van God. Helaas zijn hierdoor ook andere ideeën, gegrond op moderne ontwikkelingen, in de tekst van de GNB opgenomen. Een voorbeeld daarvan is 1 Korinthe 7:3. In de SV staat: 'De man zal aan de vrouw de schuldige goedwilligheid betalen, en desgelijks ook de vrouw aan den man'. De GNB heeft: 'En dan moeten man en vrouw elkaar geven waar ze recht op hebben'. Paulus spreekt duidelijk over 'alle schuldige plichten tussen man en vrouw' (kanttekening nummer 6). Vanuit het moderne denken wordt in de GNB gesproken over de rechten in het huwelijk. De vertalers hebben geen hoofdletters gebruikt bij verwijzingen naar de Goddelijke Personen. Een voorbeeld. In Genesis 1: 4 staat: 'God zag hoe mooi het licht was en hij scheidde het licht van de duisternis'. In de gehele tekst wordt 'Heer' geschreven in plaats van 'Heere'.

Zonde - iets ergs doen
Diverse bijbelse woorden, zoals die ook hun weerklank vinden in de 'tale Kanaans', worden helemaal niet óf slechts een enkele keer gebruikt, bijvoorbeeld 'genade', 'zonde', 'heilig', 'zalig' en 'barmhartigheid'. Waar het weglaten van het woord 'zonde' toe kan leiden, zien wij bij de vergelijking van 1 Samuel 2:17, waar het gaat over het zondigen van Eli's zonen. In de SV lezen wij: 'Alzo was de zonde dezer jongelingen zeer groot voor het aangezicht des HEEREN; want de lieden verachtten het spijsoffer des HEEREN'. In de GNB staat: 'De Heer vond dat de zonen van Eli iets heel ergs deden: zij toonden geen eerbied voor de offers die hem werden gebracht'. Het gewichtvolle van de ambtelijke arbeid wordt ook wegvertaald. In het volgende vers lezen wij in de SV: 'Doch Samuel diende voor het aangezicht des HEEREN'. GNB: 'Intussen hielp Samuel bij de eredienst'. 'De Heere vrezen' is vervangen door 'ontzag voor de Heer' (in Psalm 111:10 en Spreuken 1:7).

Het vervangen van woorden brengt grote gevaren met zich mee, zoals uit de voorbeelden blijkt. Zie hiervoor ook de informatie onder 'Verklarende woordenlijst' in het vorige hoofdsmk van deze brochure. Meer informatie over de verschillen tussen de SV en de GNB is te vinden in onze brochure Groot Nieuws, een ramp voor de kerk.

Het Boek

Een andere moderne uitgave is Het Boek, uitgegeven door de Stichting Living Bibles International. Voorop staat dat de lezers geboeid moeten worden door het taalgebruik, zodat ze verder gaan lezen. In het voorwoord van Het Boek (HB) lezen we: 'In plaats van de originele Hebreeuwse en Griekse tekst woord voor woord te vertalen, worden de verhalen verteld voor mensen van deze tijd met taal, woordspelingen en uitdrukkingen van nu.' Geen 'woord-voor-woord-', maar een ' gedachte-voor-gedachte-vertaling'.

Ernst en eerbied weg
Als gevolg van deze methode is de ernst en eerbied uit vele bijbelteksten verdwenen. Na de toespraak van Petrus lezen wij in Handelingen 2:37a, SV: 'En als zij dit hoorden, werden zij verslagen in het hart'. De Statenvertalers tekenen er in de kanttekening bij aan: 'De mensen werden doorstoken of doorprikkeld, namelijk door het leedwezen over hun zonden aan Hem begaan'. In HB staat het zo: 'Toen de mensen dit hoorden, voelden zij zich erg aangesproken'. De steeds weer terugkerende praatstijl staat haaks op de verhevenheid van het spreken Gods. Dit kan met talloze voorbeelden aangetoond worden. In Judas: 16 staat bijvoorbeeld: 'Zij doen niets dan mopperen en zeuren; zij willen alleen hun eigen zin doen'.

Genade - medelijden
Evenals in de GN zijn in HB vele bijbelse kernwoorden vervangen door zogenaamde begrijpelijke woorden, die echter een minder gewichtvolle geestelijke betekenis hebben. In Psalm 4:2, 6:3, 9:14 en in andere psalmen lezen wij in de SV: 'Zijt mij genadig'. In HB lezen wij steeds: 'Heb medelijden met mij'. 'Genade' is hier vervangen door 'medelijden'. Wat is genade? Genade is een uitdrukking van Gods barmhartigheid en goedertierenheid, waarin heel duidelijk ligt opgesloten dat deze geheel soeverein, vrijmachtig bewezen wordt. Er komt niets van de mens in aanmerking. Medelijden is iets anders. Medelijden wil zeggen: met iemand mee lijden. Het is een gevoel van irmerlijke ontroering bij het kennisnemen van de zorgen waarin een ander verkeert. Een koning kan groot medelijden hebben met een ter dood veroordeelde misdadiger, maar dat medelijden baat de misdadiger niet, tenzij de koning hem ook genade wil bewijzen. Het kernbegrip 'zondigen' is op vele plaatsen niet meer in Het Boek te vinden. Ook het begrip 'bekeren' vindt men niet terug.

Verzoenen - medelijden (en andere woorden)
'Verzoenen' wordt dikwijls vervangen door 'vergeven'. Ten onrechte, want 'verzoenen' en 'vergeven' zijn ook in het Hebreeuws verschillende woorden. Wegvertaald zijn tevens de begrippen 'rechtvaardigmaking', 'zalig' en 'zaligheid'. De tekst 'Zalig zijn de ogen, die zien hetgeen gij ziet', SV Lukas 10:23b, wordt in HB als volgt weergegeven: 'Het is een enorm voorrecht dat jullie dit allemaal mogen zien'. Verder gebruikt men voor 'zalig' het woord 'gelukkig'. In het woordenboek staat als verklaring bij 'zalig': 'het eeuwig heil deelachtig'. Bij 'gelukkig' staat: 'voorspoedig'. Een wezenlijk verschil tussen beide woorden. De wezenlijke troost voor Gods volk is hierdoor uit vele teksten verdwenen.

Uitverkiezing
Aan de openbaring van de uitverkiezing in de Schrift is op tal van plaatsen ernstig afbreuk gedaan. Romeinen 8:28 en 29a luidt in de SV: 'En wij weten, dat dengenen die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk dengenen die naar Zijn voornemen geroepen zijn. Want die Hij tevoren gekend heeft, die heeft Hij ook tevoren verordineerd den beelde Zijns Zoons gelijkvormig te zijn'. In HB staat: 'Eén ding weten wij: Voor wie Hem liefhebben laat God alles meewerken voor hun bestwil, want Hij heeft een plan met hen. Hij heeft altijd geweten wie Hem zouden liefhebben. En Hij bepaalde ook dat die mensen Zijn Zoon zouden weerspiegelen'. De Bijbel leert ons nadrukkelijk dat een zeker getal van mensen niet om hun geloof, maar tot geloof is verkoren. Bij 'Die Hij tevoren gekend heeft' staat in de kanttekening van de SV: 'Dat is die Hij van eeuwigheid in Christus heeft verkoren ten eeuwigen leven'. Maar in HB wordt het verkiezend welbehagen 'wegvertaald', omdat hier wordt gesproken van een 'weten wie Hem zouden liefhebben'. Dit is het voorgeziene geloof van de Remonstranten! Deze bezwaren tegen Het Boek zijn grotendeels onüeend aan de brochure Het Boek een onbetrouwbare gids. Over de verschillen tussen de SV en HB biedt deze brochure uitgebreide informatie.

Nieuwe Bijbelvertaling (NBV)

Sinds september 1994 wordt gewerkt aan de Nieuwe Bijbelvertaling voor het Nederlandse taalgebied (afgekort NBV). Dit heeft plaats onder verantwoordelijkheid van het Nederlands Bijbelgenootschap (NEG) en de Katholieke Bijbelstichting (KBS).

De NBV moet geschikt zijn voor gebruik in de kerkdienst, maar ook voor onderwijs en gezin, voor gezamenlijke en persoonlijke bijbelstudie. Het NBG vindt dat de Nieuwe Vertaling van 1951 verouderd is. Dit doet vrezen dat het taalgebruik in de NBV nog verder afstaat van de Statenvertaling dan de Vertaling 1951 reeds deed.

Roomsen werken mee
Het vertaalproject wordt gesteund door de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken, de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt), de Nederlands Gereformeerde Kerken, evangelische groeperingen en de Joodse gemeenschap. Tevens vond men het noodzakelijk dat de roomsen aan de vertaling meewerken. Aan de Vertaling 1951 werkten al vertegenwoordigers van diverse theologische stromingen mee. Zelfs vrijzinnigen. Maar de NBV moet een vertaling worden voor en door protestanten en rooms-katholieken. De roomse bijbelvertalers werken uiteraard vanuit hun geloofsopvatting. Dit heeft ongetwijfeld gevolgen voor de uiteindelijke tekst van de NBV.

Andere grondteksten
In de vastgelegde vertaalprincipes wordt onder andere aangegeven welke uitgaven van de grondtekst bij de vertaling worden gebruikt. Voor het Oude Testament is de Masoretische tekst van de Biblia Hebraica Stuttgartensia de grondslag. Voor het Nieuwe Testament wordt gebruik gemaakt van de teksteditie van Nestle-Aland, Novum Testamentum Graece, Stuttgart 1979 (zevende herziene druk 1983). Dit is een ingrijpende beslissing, vooral ten aanzien van het Nieuwe Testament. Hierdoor dreigt het gevaar dat teksten of delen van teksten die in de Nieuwe Vertaling reeds ontbreken of tussen vierkante haken zijn geplaatst, in de NBV zullen worden weggelaten. Men heeft wel de mogelijkheid opengelaten om na zorgvuldige bespreking vooraf bepaalde teksten of gedeelten ervan in duidelijk herkenbare voetnoten op te nemen. Zo zouden wij nog meer punten kunnen noemen, die de toets van de Heilige Schrift niet kunnen doorstaan. Vandaar ook dat wij niet anders kunnen dan afwijzend staan tegenover de totstandkoming van de Nieuwe Bijbelvertaling.

Toenemende verwarring

De oorzaak noemden we al: het opkomen van verschillende theologische inzichten die gingen heersen boven de inhoud van de eeuwenlang in ons land gangbare bijbeltekst.

Het gevolg van zoveel verschillende vertalingen is een toenemende verwarring onder ons volk. Er ontstaat twijfel: Wat is nu het spreken van God? De duivel zei in het Paradijs al: 'Is het ook dat God gezegd heeft...?' Mensen van andere godsdiensten wijzen ons op die onduidelijkheid: Jullie hebben zoveel verschillende teksten van de Bijbel, maar wat is nu echt Gods Woord? Dat komt naar buiten toe heel onbetrouwbaar over.

Leiden de verschillende bijbelvertalingen tot grotere bijbelkennis? Dat is zeker niet het geval. Dat geldt wel voor de bestudering van de grondteksten, waar goede handboeken voor beschikbaar zijn.

Neemt de bijbelkennis erdoor af? Het leidt in elk geval tot relativisme. Het gezag van Gods Woord neemt erdoor af. Je kunt het toch ook anders zeggen? Het 'uit Gods heilig en onfeilbaar Woord lezen wij u voor' komt ter discussie te staan.

Ook in het buitenland
Is het verschijnsel van vele vertalingen, vertolkingen van de bijbel iets typisch Nederlands of komt dit ook wel in het buitenland voor? Ook in andere landen zijn verschillende vertalingen in omloop. In Engeland is er onder andere de New King James Version en de New International Version. Onze zusterorganisatie, de Trinitarian Bible Society, heeft verschillende brochures beschikbaar waarin wordt gewaarschuwd tegen het gebruik van diverse moderne vertalingen.

Wel is de gehechtheid aan oorspronkelijke vertalingen in landen als Amerika en Engeland sterker dan in bijvoorbeeld ons land. Als aan president Bush en prins Charles wordt gevraagd om het Kerstevangelie te lezen, dan zullen zij ongetwijfeld de oorspronkelijke Authorised King James Version gebruiken. In Duitsland zijn vele uitgaven van de oorspronkelijke Luthervertaling in omloop. De nieuwe revisies lijken sterk op onze moderne vertalingen. Een Duitse taalkundige en theoloog zei (bij het verschijnen van de Lutherbijbeleditie 1984): 'Liever leren en onderwijzen, verklaren en uitleggen, dan vernieuwen en vervangen. De veel grotere zorg moet zijn, dat, terwijl wij aan woorden winnen, de zaak schade lijdt'.

De bekende dr. Kohlbrugge zei in reactie op een revisie van de Lutherbijbel: 'Luthers Bijbel draagt zozeer het stempel van de Heilige Geest, is onder zoveel gebed ontstaan, heeft de zaligheid van zoveel duizenden bewerkt dat een verandering van Luthers tekst niet gerechtvaardigd is.' Hetzelfde kunnen wij zeggen van de Statenvertaling: De Bijbel in de Statenvertaling draagt zozeer het stempel van de Heilige Geest (het vertaalwerk had plaats door Godvrezende predikanten, die de verlichting door de Heilige Geest bij hun arbeid mochten ervaren), is onder zoveel gebed ontstaan (zowel van synode als vertalers), heeft de zaligheid van zoveel duizenden bewerkt (dat is toch gebleken in de geschiedenis van ons land), dat een verandering van de tekst van de Bijbel in de Statenvertaling niet gerechtvaardigd is.

Tenslotte

We hopen met het voorgaande inzicht gegeven te hebben in het waarom van onze bezwaren tegen het vervangen van de Statenvertaling door moderne bijbelvertalingen. Belangstellenden mogen altijd een beroep op ons doen als op school thema's zoals bijbelvertalingen. Bijbel in de Statenvertaling, bijbelverspreiding naar andere landen etc. behandeld worden. Wij verzorgen lezingen over genoemde onderwerpen en laten daarbij desgewenst ook dia's zien. Elk jaar bezoeken we een groot aantal scholen.

Het is een mooie taak om als groepsleerkracht de meest wezenlijke zaken aan onze kinderen door te geven. Er ligt toch ook een roeping om ze liefde tot de Bijbel in de Statenvertaling bij te brengen. Onder Gods voorzienigheid werd deze Bijbel aan ons Nederlandse volk toevertrouwd. 'Een werk dat voor altijd en eeuwig zal zijn', zo sprak ds. Joh. Bogerman.

Dit artikel werd u aangeboden door: Driestar Educatief

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 2002

Driestar bundels | 191 Pagina's

De geschiedenis van de Nederlandse bijbelvertaling

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 2002

Driestar bundels | 191 Pagina's