Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vaderlandse Geschiedenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vaderlandse Geschiedenis

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dit is de slag bij Nieuwpoort. Het was gezegend afgelopen. Maurits heeft de vijand niet lang achtervolgd, maar hield zijn troepen bij elkaar. Zo kon de vijand grotendeels ontsnappen.

Albertus herzamelde zijn troepen bij Dikmuiden; met welke bedoeling is zeer gemakkelijk te begrijpen.

Nieuwpoort is nog enige dagen belegerd, maar opgegeven. Ook bij de schansen van Oostende werd geen voordeel behaald.

Toch wilden de staten doorzetten, lieten echter Maurits beslissen en deze ging tegen hun zin naar huis. Hij scheepte zijn troepen in te Oostende en trok naar Walcheren, waar het leger werd ontbonden en de soldaten verdeeld over verschillende vestingen.

Groot was de dankbaarheid. Men leze wat Groen hierover vermeldt. „Over het wel gelukken van zodanig waagstuk was de blijdschap onuitsprekelijk, nochtans met schrikken en beven vermengd. Midden in de vrolijkheid gingen hun koude rillingen over 't lijf; zij bekenden, dat het leger was beklemd geweest, gelijk Israël tussen Pharao en 't Rode Meer; vervloekende raad van degenen, die een zo gezegend, rijk en welvarend land en verscheidene veel honderd duizend zielen, zonder nood nodeloos) gesteld hadden op d' uiterste kant, om te vallen in een afgrond van de hoogste ellende.

In vreugde en vreze beide werd God eendrachtiglijk gedankt en geloofd; met één mond bekende ieder man, dat Zijn oog voor het Land gewaakt en de ondergangvan Religie en Policie genadelijk afgewend had." (Ontleend aan Van Reyd).

Men ziet het de indruk was verschillend. Zelfs Hendrik IV nam de Prins zijn snelle aftocht hoogst kwalijk.

Tussen Oldenbarnevelt en Maurits moet toen een hevige woordenwisseling plaats gehad hebben, die tot verkoeling, later tot grote vijandschap leidde.

Het bestaan der Republiek had zeer zeker aan een draad gehangen.

Het beleg van Oostende (1601—1604). Maurits kreeg weldra een geducht tegenstander in de persoon van Ambrosius Spinola.

In een onzer vorige artikelen vermeldden we, hoe Albertus reeds vroeger schansen om Oostende had opgeworpen ten einde die stad in handen te krijgen. Zij was voor ons een uitvalspoort voor strooptochten naaide zee-en naar de landzijde.

De Staten van Vlaanderen noemden Oostende „een doorn in de poot van de belgische leeuw." Zij hadden er een aardig sommetje voor over als Albertus tot belegering wilde overgaan.

De bekende Mcndoza had het bevel over de schansen. Hij had niet lang van zijn gevangenschap „genoten", maar was tegen alle gevangen Nederlanders in Spanje, 400 in getal en een hqog losgeld ontslagen.

In 1603 nam de genoemde Spinola het bevel over de belegeraars, over en bracht de zaak voor de Spanjaarden tot een goed einde.

De strijd is van weerskanten met grote hardnekkigheid gevoerd en duurde niet minder dan 3 jaar en 80 dagen.

Merkwaardig is weer, dat prins Maurits van het begin af de redding der stad onmogelijk achtte. Dat het zo lang duurde, eer de vesting werd genomen, lag ook aan haar gunstige ligging. Door haar haven kon zij van al het nodige, krijgsbehoeften en proviand, voorzien worden; de omgeving werd geïnundeerd (— onder water gezet). Waren cle schansen kapot, dan lagen daarachter weer andere klaar. En toen de haven onder het bereik van de spaanse vuurmonden kwam, maakte men eenvoudig een andere weg naar zee.

De verhoudingen waren zeer verschillend: het aantal verdedigers bedroeg slechts 5000 man, het aantal belegeraars niet minder dan 20.000.

Men heeft het beleg wel eens genoemd de „Academie der krijgshelden." Zeker schrijver zegt, dat het vaak meer een kermis, een kijkspel, leek dan een beleg. Duizenden toeschouwers hebben zich in het beleg verlustigd!

Een ander schrijver zegt niet ten onrechte: een kermis, ja, maar dan een bloedige en een dure kermis. Men besomt het aantal doden aan weerszijden in die 3 jaren (ook door de pest stierven er velen) op 70 a 80000. De kosten van verdediging bedroegen voor ons elke maand ƒ 100.000. Er was voor ons aan het behoud der stad natuurlijk veel gelegen.

Vandaar dat prins Maurits allerlei aanvallen deed op andere plaatsen, om Albertus van Oostende weg te lokken. Maar deze bleef waar hij was.

Zo nam Maurits in 1601 Rijnberk, belegerde 's-Hertogenbos tevergeefs. In 1602 volgde een inval in Brabant, waar Mendoza hem achter sterke verschansingen afwachtte. Tot strijd kwam het hier echter niet.

ïn 1604 volgde de verovering van Aardenburg en Sluis. Vooral laatstgenoemde plaats, welke een verbinding naar zee had, was voor ons een lastpak geweest.

Eindelijk kwam Spinola. In 1604 was de stad een puinhoop en gaf het dappere garnizoen zich over.

Met slaande trom en vliegende vaandels, met brandende lonten en kogels in de mond, trok men uit. Spinola huldigde onze officieren door hen een maaltijd aan te bieden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 augustus 1953

Daniel | 8 Pagina's

Vaderlandse Geschiedenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 augustus 1953

Daniel | 8 Pagina's