Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zes gewichtige uitspraken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zes gewichtige uitspraken

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(6)

Het recht der synode. En vraag rest ons nog na .de bespreking van de zes leeruitspraken van de Generale Synode van 1931. Handelde de sjmode wel verstandig en had zij wel het recht tot deze uitspraken te komen? En óók op dit punt kregen onze gemeenten Dr. Woelderink tegen zich. Hij trok een merkwaardige parallel naar de Generale Synode van de Gereformeerde Kerken, die in deze artikelenreeks al meer ter sprake is gekomen nl. die van Utrecht in 1905. Deze synode zette toen eenentwintig woorden tussen haakjes in het bekende artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. - Woelderink merkte daarover op (Verbond en bevinding, 188, 189): „Zoals de Geref. Kerken toen geoordeeld hebben, dat zij in zulk een mate de Geref. Kerken van ons vaderland vertegenwoordigen, dat zij gemachtigd waren, afgezien van de Geref. gezindheid buiten de grenzen hunner kerk, die aloude belijdenis dier kerk in een bepaald onderdeel te herzien, zo . hebben de Geref. Gemeenten blijkbaar ook geoordeeld- zozeer de Geref. Kerk dezer landen met haar Drie Formulieren van Enigheid te vertegenwoordigen! dat zij gemeend hebben aan die belijdenis enkele verklarende artikelen ten opzichte van een bepaald leerstuk te mogen toevoegen — de vraag is toch gepast, of een dergelijke verklaring, die aan een belijdenisgeschrift gelijk is, niet meer van overmoed dan wèl van moed getuigt. — In elk 'geval is het duideUjk, dat de leraren in de Geref. Gemeenten niet enkel aan de drie oude belijdenisgeschriften gebonden zijn, maar ook instemming moeten betuigen met deze artikelen, die men als een vierde belijdenisgeschrift kan aanmerken. Daardoor is de samenwerking met andere kerkformaties eigenlijk onmogelijk geworden, tenzij deze bereid worden gevonden ook deze artikelen te onderschrijven. De inhoud is van die aard, dat wel geen enkele kerk zich daarvoor lenen zal". ^

Aldus Woelderink. Wij citeerden wat uitvoerig, omdat er verschillende punten zijn, die een weerwoord vragen (nogmaals: ware Woelderinks kritiek niet onlangs herdrukt, dan was een hernieuwd weerwoord vrij overbodig geweest). Wij zouden dan op de volgende punten willen wijzen: — a. Er is een groot verschil tussen het buiten werking zetten van een deel der belijdenis enerzijds (Geref. Kerken 1905!), -en het nader toehchten van wat de Schrift en belijdenis over het genadeverbond zeggen anderzijds.

— b. dat geen enkele kerk er zich voor lenen zal, de zes uitspraken te onderschrijven, tekent nu juist het droevige van de situatie, waarin men kerkelijk verkeerde in de dertiger jaren en tot op heden helaas nog verkeert.

— c. dat er binnen de andere kerken niemand was (of is), die onze synode-uitspraken wilde onderschrijven, is gelukkig niet waar. Ds. Kersten heeft iemand als Ds. I. Kievit (herv. - geref. predikant) in zijn strijd om het genadeverbond steeds aan zijn zijde gevonden. Over het boekje „Tweeërlei kinderen des Verbonds", dat laatstgenoemde schreef, verscheen in de „Saambinder" van 10 juni 1937 een lovende recensie van de hand van Ds. Kersten.

— d. dat onze gemeenten in 1931 pretendeerjden, een vierde belijdenisgeschrift op te stellen, is een dwaze veronderstelling. De zes nu door ons besproken uitspraken zijn geboren in de strijd van de tijd. Mag een synode dan niet, in ogenblikken waarin een leerstuk bijzonder omstreden is, op grond van .Schrift en belijdenis een getuigenis doen uitgaan? Ds. Kersten wees in dit verband nogal eens op de vijf zgn. „Walcherse Artikelen". De classis Walcheren besloot in het jaar 1693 een aantal artikelen op te stellen, als weerlegging van de ketterse beschouwingen in die dagen van Roëll, Vlak en Bekker. Die artikelen gingen o.a. over de Drieëenheid, de rechtvaardigmaking en de toerekening van Adams zonde. Tot 1816 toe bleef voor alle predikanten en proponenten ondertekening van die vijf artikelen op Walcheren verplicht. Aan het recht van die classis om die artikelen op te stellen, kon niet worden getornd. Prof. Dr. D. Nauta schrijft ergens: „De Walcherse Artikelen zijn niet bedoeld als een nieuw beüjdenisgeschrift, maar wilden in het licht stellen dat de bestreden opvattingen niet in overeenstemming waren met de Drie FormuMeren van Enigheid" (Chr. Encyclopedie, Kampen, 1961, blz. 565). Ik zou willen zeggen: precies hetzelfde geldt van de zes uitspraken van onze Generale Synode van 1931. De Heere beware ons als ambtsdragers en als gemeenten bij die leer. Hij doe ons bovenal persoonlijk en bevindelijk weten in ons leven van een inlijving in dat verbond, waaruit geen uitvallen meer mogelijk is.

N.-B.

Ds. A. Moerkerken.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 september 1979

De Saambinder | 8 Pagina's

Zes gewichtige uitspraken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 september 1979

De Saambinder | 8 Pagina's