Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE BALUWE ZEEDISTEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE BALUWE ZEEDISTEL

ONS VERVOLG- VERHAAL (4)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar de blokhut

De weken vliegen voorbij. Nog vier dagen dan beginnen de scholen weer. De nazomer kleurt het duin al, de grootste vakantiedrukte is over. Karei en Rob hebben gewandeld, gefietst en gezwommen. Ze hebben ook drie weken in de souvenirwinkel van het dorp gewerkt. Ze hebben er een aardig centje mee verdiend. Rob heeft er een prachtig boek over de natuur van gekocht en de rest op de spaarbank gezet. Karei wil dolgraag een buro hebben. Als hij het geld dat hij straks met zijn verjaardag hoopt te krijgen erbij legt, kan zijn hartewens vervuld worden. Wat zal het nou netjes worden op zijn kamer. „Ik zet het hier aan deze muur", gebaart hij als Rob hem komt halen om het duin in te gaan. „Kijk, zo valt het licht precies goed op mijn werk. Misschien houd ik wel geld over voor een burolamp". Rob is er even bij gaan zitten. Hij bladert in een tijdschrift. „Helderziende ingeschakeld bij inbraak", leest hij. „Goeie les was het toen hè bij de Bruin". Karei begrijpt direkt wat Rob bedoelt. „Zeg, we hebben nooit meer iets van die dieven gehoord.

Jammer dat het die avond zo begon te regenen. Iiertha en de politiehond hebben geen enkel spoor kunnen vinden hè? " „Nee, zondags goot het ook de hele dag. De maandag daarop hebben ze het nog eens geprobeerd, maar het liep op niets uit.

Hertha en de politiehond liepen ieder een andere kant op". Rob moet even grinniken. „Als ik eraan denk beginnen — net als bij vader — bij mij de lachspieren ook weer te werken. Verleden week stond er in het Nieuwsblad dat er ingebroken was in een zaak in M. Ook al spullen op radio-en televisiegebied. Voor duizenden guldens is er verdwenen. Misschien zijn het dezelfden wel, die zich een poosje schuil hebben gehouden. Maar ga je mee, ik mag vanmiddag en morgen Hertha meenemen van vader. Zullen we dan morgen naar de blokhut gaan? "

Karei is enthousiast, „Eindelijk, dat was al zo lang afgesproken en iedere keer kwam er wat tussen”.

Die ellendige gang staat op instorten

„Frans, je moet er morgen op uit. Ik kan niet, als ik morgen weer niet op mijn werk verschijn heb ik in de kortste keren een kontroleur op bezoek. Ik kan me niet nog" eens ziek melden". Frans zit met een nijdig gezicht een. sigaretje te draaien. Hij heeft er niks geen zin in, dat snerteind door dat bos en dan midden op de dag. Maar Sjoerd heeft gelijk. De buit moet wat veiliger weggewerkt worden. Die ellendige gang staat op instorten. Als 't een paar dagen zou regenen of een stel jongens krijgt het in d'r hersens om daar boompje te wisselen, is het leed niet te overzien. Dan zakt het hele zoodje in elkaar. Er liggen ouwe planken zat in de hut en ze hebben er vannacht een stel boomstammetjes heen gesleept. Een paar uurtjes zweten en de gang kan er weer tegen. Volgende week komen ze de buit halen. Van hem mag het vanavond al, dan zijn ze d'r vanaf. En dan verdwijnen ze hier uit deze buurt. De laatste kraak was de beste. Ze zijn voorlopig onder de pannen.

„ 'k Zei wel motte", zegt hij knorrig. „We zelle hope dat die jachtopziener van van Zuilichem niet te dicht in de buurt komt. Of die vent van de andere kant, met die grote hond". „Goudswaard bedoel je? Die heeft genoeg in z'n eigen bos te doen”.

„Ik lieb m'n pasje niet nodig”

„Hier stond ie". Rob wijst naar het plekje waar een paar maanden terug de blauwe zeedistel stond te pronken. „Had ie maar kunnen vertellen wie hem er uitgetrokken had, dan zou ik die vent". Ze zijn al een kleine twee uur op pad. Af en toe dreigt het naar regen, maar de wind houdt het nog droog. Het is geen ogenblik stil in het bos. Ze hebben op het plekje waar ze het roodborstje ontmoetten, een paar boterhammen gegeten.

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juni 1979

Daniel | 24 Pagina's

DE BALUWE ZEEDISTEL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juni 1979

Daniel | 24 Pagina's