Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Engelse Reformatie in de tijd van koningin Elizabeth I

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Engelse Reformatie in de tijd van koningin Elizabeth I

Strijd om een bijbelse kerkstructuur

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Reformatie in Engeland heeft een ander verloop gehad dan die op het Europese vasteland. Nadat koning Henry VIII in 1534 de bakens verzette door het pauselijk gezag af te schaffen en zichzelf aan het hoofd van de kerk te stellen, bleven de roomse vormen in eredienst en kerkstructuur nog lange tijd op koninklijk bevel aan het Engelse volk opgelegd. De verbreiding van het reformatorische gedachtengoed kreeg een heftige stimulans onder zijn opvolger Edward VI en het bewind van diens opvolger de reactionaire rooms-katholieke Mary bracht vele gevluchte kerkleiders in diepgaand contact met de Reformatie in Europa, met name in Zwitserland.

Toen in 1559 koningin Elizabeth aan de macht kwam, besloot zij een middenkoers te varen. Oogluikend stond zij, met het oog op de bedreiging van de Engelse natie door Spanje, een zekere onderhuidse voortgang van de Reformatie toe, maar officieel en met name in haar Acts Conformity and Uniformity hield zij vast aan een rooms geaarde kerkstructuur met de vorst aan het hoofd. Deze politiek leidde tot enorme spanningen. Er kwam een rijk geschakeerde anti-beweging op gang, die kan worden aangeduid met de verzamelnaam: Puritanism. Het is moeilijk en riskant om het bonte geheel van de kerkstromingen tijdens Elizabeth in een schema onder te brengen. Wij doen een poging.

Anglican Conformists
Omdat zij zich geheel bij de hiërarchische kerkorganisatie neerleggen en de in het Book of Common Prayer opgelegde liturgie neerleggen, worden ze door hun tegenstanders verachtelijk 'Ritualists' of 'Pontificals' genoemd. Tot hen behoort met name de hogere hiërarchie van aartsbisschoppen en bisschoppen, en in hun kielzog het Engelse volk voorzover het nog niet was aangeraakt door de Reformatie. Een deel van hen maakte onder Mary, als vluchteling, kennis met de Reformatie vooral in Duitsland en Zwitserland. Voor wat de geloofsleer aangaat aspireert men zonder uitzondering zeer 'anti-paaps' te zijn en in het algemeen in het spoor van de Reformatoren Bullinger of zelfs van Calvijn te gaan. Intussen is men bereid als gewillige instrumenten van de koningin de Elizabethan Settlement af te dwingen, dat wil zeggen een liturgie waarin de prediking van het Woord weinig plaats heeft, een liturgie die grotendeels nog rooms is, het verplicht stellen van priesterkleding, een kerkvorm die niet strookt met de leer van vrije genade. Bisschoppen pogen zich te rechtvaardigen ten opzichte van de Puriteinse anti-beweging, bijvoorbeeld de Londense bisschop Cooper in zijn 'An admonition to the people of England'. Aartsbisschop Whitgift, geholpen door Coopers opvolger Bancroft, is ondanks zijn gematigd Calvijnse gezindheid, bekend geworden als een gevaarlijke tegenstander van de radicalere Puriteinen. Hij schroomt niet om via een op de Spaanse Inquisitie gelijkende kerkelijke rechtbank, de Court of High Commission, vervolgingen te organiseren, waardoor niet weinigen werden verwezen naar gevangenis of galg. Whitgift onderscheidt zich in dit opzicht van zijn voorganger Grindall. Deze aartsbisschop was bereid de Puriteinse predikers tegemoet te komen, o.a. door het toestaan van 'prophecyings', op classicale vergaderingen lijkende bijeenkmsten voor instructie en stichting. Hij werd om deze reden door koningin de laan uitgestuurd.

Half Conformists/Half Puritans
In zijn boek 'Elizabeliian Puritanism' (Oxford, 1971), noemt L.J. Trinterud deze groepering de 'Anti-Vestment Party', (vestment = kleding). Zij conformeren zich aan de bisschoppenregering, maar hebben bezwaren tegen het integraal opleggen van het Book of Common Prayer voor de erediensten. De prediking van Gods Woord, waaraan zij zeer hechten, komt door de afgedwongen liturgie in het gedrang. Verder protesteren zij tegen het verplicht dragen van priesterkleding en grijpen daarbij min of meer terug op de actie tegen priesterkledij door de Reformator John Hooper in de tijd van koning Edward. Tot hen behoren John Gough, die een samenvatting publiceerde van Erasmus' tegen clericale misstanden gerichte 'Enchiridion' en ook John Foxe, de schrijver van het bekende martelarenboek 'Acts and Monuments'. Door het optreden van radicalere stromingen komen deze half-conformisten onder zware druk te staan. Door hardhandige vervolging radicaliseren zij ook zelf of kiezen zij voor een veilige algemenere positie.

De 'Passive Resistance Party'
De term is van Trinterud. Ze zijn verwant aan de voorgaande groep, hoewel radicaler in hun verlangen naar een op Genève georiënteerde Reformatie. Het betreft vooral mannen uit het circuit van de universiteiten, met name Cambridge. Men zou ze ook kunnen aanduiden als wat onduidelijke tussenfiguren, omdat ze in hun geschriften geen stelling innemen tegen de opgelegde kerkvorm en kerkregering. Verder kunnen ze nogal verschillend zijn. Buiten de kring van theologen is daar de parlementariër Peter Wentworth, die met zijn moedige toespraken in het House of Commons de wettigheid van de Elizabethan SetÜement vanuit politiek oogpunt ter discussie stelt. De geleerde prediker Edward Dering aarzelt niet om ook aan het koninklijke hof te wijzen op de noodzaak van levensheiliging. Een kenmerkend vertegenwoordiger is de in zijn geloofsleer op Calvijn en vooral Beza stoelende William Perkins. Door August Lang is hij 'de vader van het Piëtisme' genoemd. Dan de orthodoxe calvinistische geleerde William Whitaker. De laatstgenoemde is nog geheel gefixeerd door de strijd met Rome, terwijl Perkins met zijn accent op persoonlijke vroomheid en levensheiliging daarenboven nieuwe wegen voor de toekomst tracht te openen. Na 1590 krijgt het Piëtisme wind in de zeilen door toeloop vanuit radicalere kringen, die zich door de harde repressie van Elizabeth in hun streven naar verandering van de kerkstructuur tijdelijk de pas zien afgesneden. Het Puritanisme kan de doelen van uitwendige verandering van kerk en samenleving niet bereiken en vlucht dan in de verinnerlijking van het persoonlijke vroomheidsstreven. Individualisering en verinnerlijking, als reactie op het strenge afstraffen van de pogingen tot Reformatie van de uitwendige structuur in kerkregering en tucht. Meer dan van andere Puriteinen hebben de geschriften van deze piëtisten in Nederland invloed uitgeoefend. In zijn dissertatie 'Engelse Piëtistische geschriften in het Nederiands 1598-1622' (Rotterdam, 1987) heeft dr. Op 't Hof een overzicht gegeven van de in het Nederlands vertaalde auteurs.

Proto-Presbyterianen
De vorige groep verzette zich weliswaar passief tegen de Elizabethan Settlement, maar bleef in haar optreden zorgvuldig binnen het raamwerk van de wettig toegestane mogelijkheden. Bij deze groep is dat niet meer het geval. Steeds meer Puriteinen betreden het terrein van de illegaliteit. Naar de buitenkant conformeren zij zich aan het bestaande caesaro-papisme (= hoogste wereldlijke en geestelijke heerschappij in één hand), maar ondergronds werken ze aan een gereformeerd stelsel. In dat nieuwe systeem moet elke gemeente geregeerd worden door een gekozen college van predikant, leraar, ouderlingen (presbyters) en diakenen, volgens de regels van een christelijke 'discipline', naar Calvijns model. Tevens worden hier en daar, althans in theorie, voorzichtige pogingen gedaan om het bisschoppelijk systeem uit de hollen door daaronder een stelsel van classes en synodes te schuiven. Men sluit daarbij aan bij de nog steeds bestaande praktijk van de bovengenoemde 'prophecyings'. Hun vertegenwoordigers behoren voornamelijk tot nieuwe generatie van in calvinistische zin universitair gevormde predikanten van de Engelse kerk. Door hun positie zijn zij meer kwetsbaar dan hun leermeesters de professoren, van wie een aanzienlijk deel ook deze radicalere richting is toegedaan. De beweging begint zich rond 1570 te ontwikkelen onder invloed van Thomas Cartwrigt, die dan als hoogleraar in Cambridge naar aanleiding van het boek Handelingen een Presbyteriaanse kerkstructuur verdedigt. Hij verwerft aanzienlijke aanhang onder studenten en kerkvolk. Beroemd is het geschrift van William Fulke, waarin wordt opgeroepen tot het invoeren van een bijbelse tucht en reformatie in de Kerk van Engeland. ('A Brief and Plain Declaration'- 1584). Andere bekende vertegenwoordigers zijn John Knewstub, Eusebius Paget en James Morice. De maatregelen van de bisschoppen tegen Cartwright en zijn volgelingen worden hevig aangevochten, niet in het minst door juristen en parlementariërs. Veel opschudding veroorzaken allerlei verzoeken en protestschriften aan het House of Commons, met name 'An Admonition to Parliament' door de actievoerders John Field en Thomas Wilcox (1574). Cartwrights medestander Walter Travers schrijft een Presbyteriaanse kerkorde, die illegaal over het land wordt verspreid. Na publicatie van de uiterst rebelse (en door de Presbyteriaanse leiders verworpen) 'Martin Marprelate Papers' in de jaren '80, worden velen gearresteerd en veroordeeld door Whitgifts High Commission. De meeste leiders, onder wie ook Cartwright, leggen dan het hoofd in de schoot. Dat betekent het voorlopige einde van georganiseerde actie door een Presbyteriaanse beweging in de Engelse staatskerk. Vermeldenswaard is nog dat hoewel de meeste Proto-Presbyterianen de risico's van hun streven uiteindelijk te groot vinden en zich min of meer conformeren, er sommige zijn die zich tot het einde toe radicaal consequent blijven opstellen. Dat zijn met name enkele personen rond de genoemde 'Martin Marprelate Papers'. John Udall sterft in de gevangenis en John Penry wordt in 1593 geëxecuteerd wegens opruiing.

Separatisten
Zij trekken de lijn van het Puriteinse protest het meest consequent door en staan aan het begin van de traditie van de Engelse Dissenters of Congretationalisten. Hoewel in geloofsleer zeer verwant aan de Presbyterianen en andere radicalere Puriteinen, onderscheiden zij zich van hen door het standpunt dat de Engelse staatskerk een valse kerk is. De Separatisten kenmerken zich door een zeer felle polemiek. Zij bestrijden niet alleen het Anglicaanse, maar ook het Presbyterianse kerkmodel. Met name door de bovengenoemde Proto-Presbyterianen voelen ze zich verraden, omdat die ondanks alles de verworden staatskerk trouw blijven. De door Presbyterianen nagestreefde hiërarchische classicaal-synodale kerkregering en 'dicipline' is voor hen slechts een teruggrijpen naar de decadente voorfase van de pauselijke machtsgreep in de Oudheid. Christus gaf Zijn gezag niet aan enkelen, maar aan de hele gemeente. Ambtsdragers ontlenen hun gezag aan de gemeente. Elke gemeente representeert de gehele Christelijke Kerk. Meerdere vergaderingen kunnen het hoge gezag van de gemeente niet wegnemen. Presbyteriaaanse classes en synodes stallen zich, evenals de Anglicaanse bisschoppenhiërarchie, boven en in plaats van Christus. Ze dragen 'the mark of the beast'. Robert Browne wordt algemeen gezien als de grondlegger van dit Progo-Congregationalisme. Bekend is zijn geschrift 'A Treatise of Reformation without tarying for anie' (1582). Na een periode als vluchteling in Middelburg, keert hij echter naar Engeland terug en verzoent zich met de staatskerk. Minder bekend is zijn medepastor in de vluchtelingenkerk van Middelburg, Robert Harrison. De indrukwekkendste vertegenwoordigers van dit beginnende separatisme zijn Henry Barrowe en John Greenwood. Beide worden in 1587 gearresteerd. Hun talrijke geschriften zijn vrijwel alle in de gevangenis geschreven! Vooral Barrowe's omvangrijke boek ' A briefe Discoverie of the False Church' (1589) is de moeite van het lezen waard. In 1593 worden deze twee dappere getuigen aan Harer Majesteits galgen om het leven gebracht.

Het zal duidelijk zijn, dat de opstelling van deze verschillende stromingen in de 16e eeuwse Engelse Reformatietijd, van invloed zijn geweest op de Engelse kerkgeschiedenis van later eeuwen. Diepe sporen ervan treffen we aan in Amerika. Hun invloed in Nederland is evenmin te veronachtzamen. Tot aan de veertiger jaren van de 17e eeuw heeft Nederland aan veel Puriteinse vluchtelingen bescherming geboden. De refugee-gemeenten behoorden meestal tot de Presbyterianen en de (Separatistische) Congregationalisten. In ons land werd de strijd tussen beide groepen voortgezet, hetgeen in het gastland niet onopgemerkt bleef. Al met al reden genoeg om aan hun verschillen en overeenkomsten in Protestants Nederland nog eens aandacht te schenken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 maart 1995

Protestants Nederland | 8 Pagina's

De Engelse Reformatie in de tijd van koningin Elizabeth I

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 maart 1995

Protestants Nederland | 8 Pagina's