De grootste uil van de wereld
De grootste uil van de wereld is de oehoe, een werkelijk indrukwekkende vogel met felle oranje-rode ogen die sterk opvallen. Rechtop zittend is de vogel bijna driekwart meter lang, terwijl de spanwijdte van zijn vleugels 170 centimeter is. De oehoe huist bij voorkeur in ravijnen met sterk beboste wanden vol nissen en holen, waarin de vogel graag nestelt. Toch komen oehoes ook wel voor in meer open landschappen, op met dennen begroeide heidevelden en in steppegebieden. Maar uitsluitend in streken die onbewoond zijn of waar slechts weinig mensen wonen.
Dat zijn gebieden die bij ons niet meer zijn te vinden, evenmin als de oehoe zelf. Professor Voous, bekend ornitholoog, is er zelfs niet van overtuigd dat deze grote uilen ooit bij ons hebben gebroed. Volgens de ook zeer deskundige dr. Grzimek is er echter vóór 1900 eenmaal een vondst van gedaan in ons land. Zeer opmerkelijk was een bericht bij een foto in de Nieuwe Apeldoornse Courant, enkele jaren geleden, dat bij Twello een oehoe met goed gevolg had gebroed. Ik kon daarover niets meer te weten komen en heb er nooit een officiële mededeling van gezien in het maandblad,, Vogels''. Een zeer onwaarschijnlijk bericht!
Luguber
Oehoe. . . de naam is afgeleid van het geluid dat de uilen maken. Het mannetje laat een dof en ver hoorbaar,,woeoh" horen, vaak herhaald met korte tussenpozen. Daarbij gaan zijn keelveren omhoog waardoor een lichte vlek zichtbaar wordt. Het vrouwtje roept duidelijker en hoger haar naam: ,,hoehoeh". In de paartijd lokken de partners elkaar zo en maken dan ook allerlei vreemde hikkende en giechelende geluiden, wat in een verlaten bos nogal luguber klinkt.
Grote uilen kunnen ook grote prooien slaan. De sterke klauwen van de oehoe zijn geen wapens, maar dienen voor het vangen van prooidieren. Dat zijn voornamelijk kleine zoogdieren: muizen, ratten, kikkers en vissen. Maar ook grotere dieren kunnen deze uilen gemakkelijk aan. zoals konijnen en wilde katten. Grote roofvogels zoals haviken zijn evenmin veilig voor de oehoe; het is de enige predator van de havik. Andere uilen worden ook tamelijk vaak gevangen, wat voor de hand ligt, want die zijn ook 's nachts op pad, net als de oehoe. Prof. Voous schreef van het menu: ,,Maar de verscheidenheid is opvallend; van bruine kikvorsen tot jonge en zelfs volwassen reeën". Dat is nogal wat. De oehoe vangt ook egels, die netjes worden gevild, want al die stekels zijn ook voor een uil teveel. In de omgeving van oehoehorsten zijn vaak grote aantallen van die stekelige egelhuiden gevonden.
Sauerland
In het Saueriand, in de omgeving van een Terdege-pension, leven nog oehoes, waarschijnlijk nakomelingen van uitgezette exemplaren. Ik heb daar vorig jaar enkele jongen gezien op de zolder van een boerenschuur. Je moet veel geduld en geluk hebben en niet opzien tegen tochten in de late avond om iets van deze grote nachtvogels te zien. Je kunt ook naar de uilengrot van het Noorder Dierenpark te Emmen gaan. Daar kun je ze opje gemak bewonderen. i< />
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 februari 1986
Terdege | 64 Pagina's