Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het plan van scholen voortgezet onderwijs 1991-1992-1993 en het nevenvestigingenbeleid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het plan van scholen voortgezet onderwijs 1991-1992-1993 en het nevenvestigingenbeleid

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 28 september 1990 heeft de staatssecretaris van onderwijs en wetenschappen het plan van scholen voortgezet onderwijs 1991- 1992-1993 vastgesteld. Dit plan vermeldt 29 nieuwe scholen en afdelingen, die voor het merendeel per 1 augustus 1991 voor bekostiging uit 's Rijks kas in aanmerking zullen worden gebracht.

Op dit plan is slechts in zeer beperkte mate in uitbreiding van het aantal scholen/afdelingen voorzien. Dit scholenplan kenmerkt zich dan ook door een uitermate sober toewijzingsbeleid. Het merendeel van de in dit scholenplan opgenomen voorzieningen heeft betrekking op het toekennen van een jaartal van bekostiging van reeds eerder gehonoreerde aanvragen.

Dit laatste geldt ook ten aanzien van de in het plan van scholen 1991-1992-1993 opgenomen reformatorische scholen. Deze zijn hieronder vermeld.

Centrale doelstelling van de planning van scholen voor v.o. is te komen tot een evenwichtig geheel van onderwijsvoorzieningen naar soort van onderwijs, mede gelet op het verlangde onderwijs in het betrokken gebied.

Diverse ontwikkelingen hebben geleid tot een situatie waarbij het verwezenlijken van het doel van de voorzieningenplanning door middel van fusie en herschikking regel en door middel van vermeerdering uitzondering geworden is.

In de toelichting op dit scholenplan merkt staatssecretaris drs. J. Wallage op dat wijzigingen in het voorzieningenpatroon als gevolg van plaatsing op het plan van scholen nog slechts in uitzonderlijke gevallen kan plaatsvinden.

De beperkte ruimte die tot dusverre met betrekking tot vermeerdering van het scholenbestand nog bestaat ten aanzien van b.v. kleine richtingen of groeikernen is naar de opvatting van de staatssecretaris inmiddels ook goeddeels opgevuld.

Ook de Onderwijsraad heeft in zijn advies aan de staatssecretaris ter zake van het conceptplan van scholen 1991-1992-1993 uitgesproken dat - gezien de huidige stand van zaken t.a.v. het beleid inzake de svm, het vbo en de basisvorming - een terughoudend en sober

beleid met betrekking tot de toewijzing van nieuwe scholen c.q. afdelingen voor voortgezet onderwijs vanzelfsprekend is.

Nog steeds blijkt echter sprake te zijn van een buitengewoon onevenredige relatie tussen het aantal ingediende en toegekende aanvragen. Met het oog hierop zal de staatssecretaris met de deelplanorganisaties en het Interprovinciaal Overleg bezien op welke wijze de grote stroom van aanvragen effectief kan worden beperkt tot aanvragen die voortkomen uit legitieme en honorabele wensen vanuit het ondenwijsveld en om die reden serieuze aandacht verdienen.

Verlangd onderwijs

De staatssecretaris constateert in de toelichting op het plan van scholen 1991-1992-1993 dat in het onderwijs in toenemende mate wordt gekozen voor vormen van samenwerking zowel in institutioneel als denomatief verband.

De bewindsman verklaart deze ontwikkeling door een verminderde betekenis die aan de verschillende zuilen in het onderwijs wordt gehecht. Voor een deel blijkt het ook in praktische situaties van fusie en herschikking wenselijk noch noodzakelijk om strak aan de eigen richting vast te houden, zo stelt deze onden/vijsbewindsman vast. Om meer inzicht te krijgen in de betekenis en de consequenties van dit proces heeft staatssecretaris Wallage zeer onlangs een tijdelijke Adviescommissie samenwerkingsscholen ingesteld. Deze commissie heeft tot taak te inventariseren welke vormen van samenwerking bestaan, wat de aanleidingen zijn om samen te werken en hoe de verschillende vormen van samenwerking in de praktijk zijn uitgewerkt. Daarnaast dient deze commissie knelpunten in de (ondenA/ijs)wet- en regelgeving en eventuele andere belemmeringen van samenwerking tussen denominaties te signaleren. Voorts is de commissie gevraagd om oplossingen voor deze knelpunten aan te dragen. Deze oplossingsmogelijkheden moeten betrokken kunnen worden bij de beleidsontwikkeling t.a.v. schaalvergroting in het basis-, het speciaal en het voortgezet onden/vijs.

Vóór 31 maart 1991 moet deze commissie, waarvan voorzitter is mw. J.G. Kraaijeveld- Wouters, burgemeester van Hilversum, aan de Ministerraad rapporteren.

Het nevenvestigingenbeleid

De toelichting op het plan van scholen 1991-1992-1993 schenkt uitvoerig aandacht aan de beleidsvoornemens met betrekking tot de invoering van de basisvorming.

In het kader van de invoering van de basisvorming is het noodzakelijk dat er grotere en breder samengestelde scholen ontstaan. Hiertoe wordt voor categoriale scholen een hogere minimumnorm ingesteld (240 leerlingen) en zal t.a.v. de vorming van scholengemeenschappen voor vbo/avo/vwo een stimulerend beleid worden gevoerd.

Om in dunbevolkte plattelandsgebieden de bereikbaarheid van het voortgezet onderwijs te kunnen handhaven wordt in het Regeerakkoord de mogelijkheid geboden om na fusie nevenvestigingen in stand te houden. Daarmee kan tegelijkertijd in dergelijke regio's - waar voorheen veelal slechts een categoriale school aanwezig was - een verbreding van de instroom gerealiseerd worden.

De mogelijkheid van nevenvestiging is in principe voorbehouden aan:

a. scholengemeenschappen vbo/avo/vwo met ten minste twee componenten vbo (afdelingen uit twee groepen); b. scholengemeenschappen vbo/mavo met ten minste twee componenten vbo en waarbij sprake is van doorstroomafspraken met een scholengemeenschap met avo/vwo, vallend onder hetzelfde bevoegd gezag.

Nevenvestiging is mogelijk in die situaties waarbij tiet verdwijnen van een zelfstandige voorziening als gevolg van fusie en concentratie tot aanzienlijke problemen zou leiden met betrekking tot de bereikbaarheid van voortgezet onderwijs.

De staatssecretaris acht het vanzelfsprekend om in de sfeer van de bekostiging rekening te houden met de aanwezigheid van nevenvestiging, omdat een zodanige voorziening als permanent vestigingspunt (wervingspunt) door het departement wordt goedgekeurd. De staatssecretaris staat op het standpunt, dat een aantal nadelen, verbonden aan het in stand houden van nevenvestigingen, worden ondervangen door een structurele ondersteuning. Deze heeft vooral betrekking op extra middelen in de personele sfeer, d.w.z. extra formatie voor o.a. het management. Dit kostenaspect vormt echter voor de staatssecretaris tevens een reden om de mogelijkheid van nevenvestiging slechts voor te behouden aan die situaties waarin het spreidingsbelang evident is.

In het wetsvoorstel basisvorming geldt als minimale omvangsnorm een leerlingenaantal

van 120. Besluiten tot instandhouding van nevenvestiging hebben gevolgen voor de bestaande spreiding van voorzieningen en het historisch gegroeid "evenwicht" t.a.v. wervingsgebieden. Bij de concrete beoordeling van voorstellen tot instandhouding van nevenvestigingen zullen effecten op omliggende scholen (over de richtingen heen!) in ogenschouw worden genomen. Voorts zal een weging van deze effecten t.o.v. de wenselijkheid van zodanige voorstellen plaatsvinden.

Om zo volledig mogelijk inzicht te krijgen in de aard en omvang van de behoefte aan nevenvestigingen op korte termijn is door het ministerie van onderwijs en wetenschappen zeer onlangs een inventarisatie onder alle scholen voor v.o. uitgevoerd. Aanleiding tot deze inventarisatie was het voornemen van de staatssecretaris om reeds per 1 augustus 1991 de mogelijkheid van nevenvestiging te openen voor scholen die dat wensen en aan de criteria voldoen.

Uit deze inventarisatie blijkt, dat het Regeerakkoord en het wetsvoorstel basisvorming minder ruimte voor nevenvestiging bieden dan waar in het onderwijsveld behoefte aan bestaat.

Voorts is uit bovenbedoelde inventarisatie gebleken, dat in 33 gevallen de wens te kennen wordt gegeven om in 1991 te fuseren en daarbij tot vorming van een of meer nevenvestigingen over te gaan.

De staatssecretaris heeft de Tweede Kamer bericht het verantwoord te achten om diè voorstellen positief te benaderen waarvan met zekerheid mag worden aangenomen, dat deze aan de criteria zullen voldoen, d.w.z. waarbij sprake is van:

- een scholengemeenschap Ibo/avo/vwo, met ten minste twee schoolsoorten lbo; - een omvang van de nevenvestiging van minimaal 120 leerlingen;

- een situatie waarbij het verdwijnen van de als nevenvestiging beoogde voorziening zou leiden tot aanzienlijke bereikbaarheidsproblemen voor het v.o. uit de desbetreffende regio;

- een voorstel dat ook overigens - blijkens de adviezen van de deelplanorganisaties en betrokken provincies - past in het uitgangspunt van het evenwichtig geheel van voorzieningen.

Van bovenbedoelde 33 voorstellen zouden bij deze benadering slechts 5 tot 10 aanvragen gehonoreerd kunnen worden.

Met betrekking tot de situaties die niet of niet volledig aan de bovengenoemde criteria voldoen, zal naar het oordeel van de staatssecretaris eerst een definitieve uitspraak kunnen worden gedaan zo spoedig mogelijk nadat de uitgangspunten en criteria van het nevenvestigingenbeleid in wetgeving zijn vastgesteld. Dit betekent dat in 1991 over deze gevallen nog geen positieve uitspraak kan worden gedaan.

J.J. Verhage.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 1990

De Reformatorische School | 48 Pagina's

Het plan van scholen voortgezet onderwijs 1991-1992-1993 en het nevenvestigingenbeleid

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 1990

De Reformatorische School | 48 Pagina's