Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ter overweging

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ter overweging

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Peter Karstkarel e.a., Wat wil Rome met Friesland? Beeld van een katholieke minderheid. Uitg. Wever, Franeker. Prijs f. 17,50.

Naar aanleiding van het 350-jarig bestaan van de Rooms-Katholieke parochie te Franeker is deze bundel bijdragen over de Friese katholieken van na de Reformatie verschenen (95 blz.). Drs. Verhaar behandelt de katholieke identiteit. De katholieken vormen immers in Friesland een kleine minderheid, reeds eeuwen. Zijn conclusie is dat deze minderheidspositie in de jaren vijftig nog de identiteit beïnvloedde, maar dat daarna de assimilatie zich - ook -in Friesland heeft doorgezet (treffend voorbeeld wordt genoemd dat het klooster te Drachten, in de jaren ’30 gesticht, gemeentehuis werd). Toch wordt geconstateerd dat de in Friesland dominante denominatie (de Geref. Kerken) effect heeft op het kerkelijk gedrag van de andere denominaties, ook op de katholieken in Friesland die trouwer naar de kerk gaan dan elders in het land (21 ). Dr. Oldenhof geeft een terugblik op vier eeuwen. Na 1580 bleven er slechts hier en daar gemeenten die tot 1776 geen rechtspersoonlijkheid bezaten (39). Pas na 1930 vindt er nieuwe kernvorming plaats. Opmerkelijk is wat over het verenigingsleven wordt gezegd: de verenigingen „bonden mensen op secundaire motieven, zij boden de geestelijkheid mogelijkheden om zich anders dan vanaf de preekstoel tot de mensen te richten en ook met hen in gesprek te komen, zij boden aan leken met talent doch met weinig maatschappelijke bagage gelegenheid naar voren te komen en zich te laten gelden - hetzij ten goede, hetzij ten kwade” (48) en: zolang „de meeste mensen geen geld hadden voor auto, caravan, boot of tweede woning waren de verenigingen een zeer voor de hand liggend uitje” (49). Sinds er andere mogelijkheden zijn gekomen, verliezen de verenigingen veel van hun aantrekkingskracht. Mgr.dr. Staverman vertelt over „Missionering van het noorden” via het klooster te Drachten - waar, als ’k me hem goed herinner, hij zelf een tijdlang heeft verbleven - omdat men verontrust was over de ontkerstening in Friesland. Hij concentreert z’n beschrijving vooral op de Parochies. Karstkarel schrijft over de kerkbouw van de katholieken in de eerste helft van de 19e eeuw. Dr. Oldenhof geeft tenslotte een „rondblik” in de weergave van een „tweegesprek over hedendaags Fries katholicisme”. Heel interessante opmerkingen worden gemaakt. Het zou te ver voeren hiervan het een en ander door te geven. Wie zich realiseert dat wij niet slechts in Friesland weet hebben van „minderheidspositie” en het effect daarvan op het identiteitsbesef, kan in een geschrift als dit wel het een en ander opsteken, afgedacht nog van het feit dat het z’n nut kan hebben geihformeerd te worden over de geschiedenis van de Rooms-Katholieke Kerk in een bepaalde regio.

Jaarboek voor de geschiedenis van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Jaargang 1. Uitg. Kok, Kampen.

Onder redactie van dr. D.Th. Kuiper e.a. is dit jaarboek verschenen dat wordt aangekondigd als „vrucht van de groeiende belangstelling voor de geschiedenis van het gereformeerde volksdeel” (6) die bleek bij de herdenkingen van Afscheiding, Doleantie enz. Een aantal opstellen heeft plaats gevonden in dit jaarboek. C. de Gast schrijft over „De gereformeerden en de Antirevolutionaire Partij in het Land van Heusden en Altena, 1879-1899”. M.P. de Bruin biedt een artikel aan over „Ds. A. Littooy en het kerkelijk A.B.C, in Middelburg”. „Gefnuikte vernieuwing” noemt D.Th. Kuiper zijn beschrijving van de „beweging der jongeren” in de Geref. Kerken in de periode 1910–1930. B. de Groot beschrijft „De kwestie-Staal te Drachten (1934–1941)”. Onder de titel „Kalendarium van een kerk overzee” behandelt J. Helderman de geschiedenis van de Geref. Kerk van Curaçao 1935-1984. G. van Halsema Thzn. geeft tenslotte een brede schets van de „Genealogie Van Halsema”. De personalia van de auteurs plus naamregister completeren dit boek van 194 blz. ’k Kan me voorstellen dat vooral onze lezers in Werkendam, Middelburg en Drachten geïnteresseerd zullen zijn in dit jaarboek. Stond de ruimte het toe, graag zou ’k iets doorgeven. Veel van wat hier aan de orde wordt gesteld, bijv. rond figuren als Littooy en Staal, is van meer dan plaatselijk belang. Zou in onze kerken niet een jaarboek als dit mogelijk zijn met publikaties over eigen kerkgeschiedenis? Als je een boek als dit in handen hebt, hoop je dat deze vraag ooit een positief antwoord zal krijgen!

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1988

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

Ter overweging

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1988

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's