Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Betekent het Protestantisme alleen maar hopeloze onzekerheid? II.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Betekent het Protestantisme alleen maar hopeloze onzekerheid? II.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Allereerst een recapitulatie van het vorige artikel Het bleek dus, dat Rome aan de ene kant de Vulgata op het gebied van geloof en zeden voor volstrekt gezaghebbend hield, maar aan de andere 'cant heel goed wist, dat men in vele opdichten naar de oorspronkelijke tekst noest teruggrijpen. Maar ja, men zat nu enmaal vast, omdat men die vertaling Is gezaghebbend had verklaard. Dit eeft belangrijke gevolgen.

itspraken van de pauselijke bijbelcomissie. et spreekt wel vanzelf, dat wanneer en leiding wil geven aan het Bijbelonderzoek en bestaande moeilijkheden wil oplossen, men daartoe geleerden nodig heeft, die terzake kundig zijn. De paus zal, wanneer hij volstrekt bindende uitspraken wil doen, deze voorlichting ook nodig hebben. Vandaar dat in 1902 een pauselijke bijbelcommissie werd ingesteld, die tot taak kreeg het gezag van de Schrift te verdedigen, daarbij volkomen vasthoudende aan het leergezag van de keric. In 1947 werden de beslissingen van deze commissie op één lijn gesteld met de leerstellige bepalingen der Romeinse congregaties, die door de paus zijn goedgekeurd, zodat allen in geweten verplicht zijn zich aan haar beslissingen te onderwerpen. Dat is de ene kant, maar aan de andere kant heeft zo'n uitspraak toch ook weer niet het bindend gezag van die van de paus.
Dat lijkt prachtig. Een officiële instantie maakt alles van de Bijbel uit en geeft beslissingen; geen willekeur van aparte geleerden. Maar het blijkt, dat men soms aparte blunders maakt. Zo wordt Paulus verklaard tot schrijver van de Hebreeënbrief. Calvijn betwijfelde dit op grond van Hebreeën 2 : 3 : „het heil, dat allereerst verkondigd is door de Heer en door hen, die het gehoord hebben, op betrouwbare wijze aan ons is overgeleverd". Maar de pauselijke bijbelcommissie heeft in navolging van 't concilie van Trente Paulus tot schrijver verklaard, iets waarmee menig rooms-katholiek theoloog lelijk in zijn maag zit. Soms moet men een gedane uitspraak voorzichtig herroepen. Bovendien doet men de uitspraken heel omzichtig, zodat de onderzoekers toch nog verschillende kanten kunnen uitgaan. De leiding in deze kwesties is dus niet zo alomvattend en beslissend als zij voorgeeft te zijn.

De uitleg der Schrift.

Op 't concilie van Trente is de volgende uitspraak gedaan: Bovendien verklaart de synode, om lichtvaardige gemoederen te beteugelen, dat niemand, steunend op zijn eigen inzicht, in zaken van geloof en zeden, die tot de opbouw van de christelijke leer dienen, de heilige Schrift naar zijn eigen meningen verwringend, haar mag uitleggen tegen die zin, welke gehouden is en gehouden wordt door onze heilige moeder de kerk, aan wie het toekomt te oordelen over de ware zin en uitleg der heilige Schriften, of ook tegen het eenstemmig gevoelen der vaders (kerkvaders), ook wanneer dergelijke uitleggingen nooit te eniger tijd in het licht gegeven zouden worden. De kerk is hier dus leidsvrouwe en leermeesteres.
In de pauselijke bul van 1893 zegt de paus: Immers waar de genadegaven des Heren berusten, daar moet men de waarheid gaan leren, en door hen, die de opvolgers zijn der apostelen, worden de Schriften zonder enig gevaar voor dwaling verklaard. Zo kan men bewaard worden voor de dwalingen van het onderzoek. Nu zijn er bijbelplaatsen, die kerkelijk geldig zijn verklaard, en andere, waarvan de uitleg nog vrij is. Maar welke dat precies zijn, is nergens te vinden. Het kan dus schijnen, alsof men dat min of meer als bekend veronderstelt. Zo zijn er plaatsen, die in pauselijke bullen worden gebruikt om één of ander leerstuk te bewijzen. Hun uitleg ligt dan voorgoed vast. Of de uitleg van die plaatsen nu juist is of niet, is van geen belang meer.
Wanneer bijv. het Mariologisch dogma door een andere uitleg wordt geraakt, dan zal men die uitleg — hoewel misschien met het oog op de tekst de juiste — niet mogen aanhangen. Zo is er in de loop der tijden gezegd, dat Maria steeds maagd gebleven is. Bij de oudste kerkvaders heerst hierover nog geen eenstemmigheid. De consequentie ligt voor de hand: Jezus kan nooit gewone broeders en zusters gehad hebben. En nu worden in het Nieuwe Testament toch die broeders en zusters herhaaldelijk genoemd. Men ontkent dit en maakt met behulp van een gekunsteld aandoende argumentatie deze broeders en zusters tot neven en nichten.
De kerkelijke binding dwingt de exegese tot een uitleg, die de Schrift niet meer laat zeggen wat zij zelf wil, die dus de vrijheid van de Bijbel aan banden legt. Zeer geargumenteerd gaat Prof. Sevenster op de roomse verklaring in en toont wel heel overtuigend aan, hoe weinig geargumenteerd deze is. Neem alleen Lucas 2 : 7 maar: „Zij baarde haar eerstgeboren Zoon". Prof. Sevenster eindigt dit hoofdstuk met de volgende conclusie, die ik uitvoerig citeer: „Het was mijns inziens gerechtvaardigd om enigszins langer bij deze zaak stil te staan, hoezeer zij aanvankelijk misschien ook de indruk moge maken, een ondergeschikt punt te raken, omdat hier aan een concreet voorbeeld te bewijzen is, dat de rooms-katholieke exegese door de dogmatische uitspraken van de kerk gebonden is.
Zij zal in elk geval nimmer mogen toelaten, dat de broers en zusters van Jezus, op meerdere plaatsen van het Nieuwe Testament volkomen argeloos en zonder enige nadere toelichting genoemd, worden beschouwd als kinderen van Jozef en Maria. Dat mag de Sohrift in geen geval meer bedoelen. Dit betekent echter, dat zij bij Rome niet vrij meer is". En het geloof in de overlevering der kerk gedurende de eeuwen dan? Naast de Schrift kent Rome immers de traditie? Staat deze dan tenminste vast zonder innerlijke tegenspraak? Dat gaarne een volgend maal.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 1956

Protestants Nederland | 4 Pagina's

Betekent het Protestantisme alleen maar hopeloze onzekerheid? II.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 1956

Protestants Nederland | 4 Pagina's