Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze Eeredienst.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze Eeredienst.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXV.

De bouw en inrichting van een lokaal, dat dienen zal om er de vergadering der geloovigen in te houden, wordt beheerscht door den aard van die vergadering en van hetgeen in die vergadering der geloovigen te doen is.

Een Koopmansbeurs moet heel anders zijn gebouwd en ingericht dan een vergaderzaal voor het Parlement, een vergaderzaal voor het Parlement heel anders dan een lokaal voor groote Volksvergaderingen, waar vier, vijf duizend lieden bijeenkomen, en ook zulk een lokaal moet weer heel anders zijn ingericht dan een Academische Senaatszaal of de vergaderzaal eener Synode-Generaal.

Naar het soort vergadering is moet de zaal, het lokaal, het gebouw, in casu de Kerk, zijn.

Desnoods kan de vcrgad«ring der gcloo-

vigen in elke denkbare ruimte gehouden worden. In een meetinglokaal, in een concertzaal, in de eetzaal van een hotel, in een stal, in een schuur, in een groot schip, in een school, in een kazerne, in een sociëteit, en als het moet, zonder alle gebouw, in een tent, of ook in de open lucht, zooals plaats greep tijdens de „haghepreecken".

Dan schikt en plooit de vergadering zich naar de localiteit of de beschikbare ruimte, of de zon, - of den wind. Maar gaat ge zelf bouwen, om voortdurend de vrije en geregelde beschikking over een eigen lokaal te bezitten, dan natuurlijk moet de localiteit zich naar den aard der vergadering schikken, en wordt aan den architect de dubbele eisch gesteld : i". om constructief aan alle eischen van de te houden vergaderingen te voldoen; en 2°. om aesthetisch de idee der vergadering en haar doeleinde in den bouwstijl te vertolken.

Nu kan in het algemeen gezegd, dat de vergadering der geloovigen saamkomt om te bidden, om te zingen, om het woord te doen uitgaan, om de beide sacramenten te bedienen en de aalmoezen uit te reiken.

Nader worden in deze vergadering ook de huwelijken ingezegend, - ambtsdragers bevestigd, openbare belijdenissen gedaan, afkondigingen bekend gemaakt. En voorts een enkel maal een vergadering gehouden, die een huishoudelijk karakter draagt om de institutaire belangen der gemeente te bespreken.

Doch dat is dan ook al.

Immers dat men de vergaderplaats der geloovigen ook voor andere doeleinden bezigt is een bijkomstige omstandigheid, die niet den bouw kan beheerschen. Want wel is er niets op tegen, dat de beschikbare localiteit op dagen en uren, dat de vergadering der geloovigen niet samenkomt, op andere wijze gebruikt worde, b. v. om er tijdelijk school in te houden, om er allerlei soort godsdienstige vereenigingen, ook zangvereenigingen, jongelingsvereenigingen enz. in te doen saamkomen, en is de kerk volkomen vrij om de baten die hieruit kunnen voortkomen, onder haar middelen op te nemen. Maar dit alles mag slechts in zoover invloed op den bouw hebben, dat men als het hoofddoel tweeërlei wijze van constructie toelaat, die wijze van constructie mag kiezen, die ook voor die nevendoelen het meest geschikt is.

Keeren we nu tot het algemeene doel terug, dan is het natuurlijk een eerste vereischte, dat de geloovigen die er vergaderen moeten, er behoorlijk plaats kunnen vinden. Dit verschilt naar het cijfer. Er zijn plaatsen waar men met op honderd te rekenen, reeds plaatsen overhoudt, en andere waar men met voor twee duizend te bouwen, soms nog plaatsen te kort komt.

En daar nu in groote gebouwen de eisch der „vergadering" meer tot zijn recht komt, ligt het in den aard der zaak, dat niet de kleine, maar de groote kerk hier het type aangeeft. In de kerk van minder omvang wordt dit type dan verkleind.

Juist hier echter stuit men op de moeielijkheid van het kerspelstelsel.

Moeten in het gebouw twee duizend personen vergaderen kunnen, dan gaat het nogeven, maar gaat het cijfer ver over die schreef, dan wordt het onmogelijk om allen sa& m in ééne vergadering te laten opkomen.

Want wel heeft men in Londen vergaderplaatsen geopend waar tien en meer duizend personen kunnen saamkomen, maar dan houdt het op een vergadering" te wezen, dan wordt het de samenkomst van een groote massa op een meeting, enkel om te hooren. Zelfs in Spurgeons Tabernakel was het denkbeeld van een vergadering der gemeente geheel teloor gegaan, en ontving men geheel den indruk van een kolossaal schouwburggebouw.

Vergaderen is heel iets anders dan in massa saamkomen. Vergaderen is het saamkomen van alle leden tot een geheel tot uitdrukking brengen, en den indruk verwezenlijken dat men als leden van één lichaam zich tot elkander bekend heeft.

De idee en de menschelijke beperktheid nu geraken hier in onverzoenlijken strijd. Naar de idee moesten b.v. te Amsterdam alle geloovigen telkens in ééne vergadering opkomen, maar naar menschelijke beperktheid is dit ondoenlijk. Het gebouw zou veel te kolossaal moeten zijn, en de menschelijke stem zou te kort schieten in kracht om den geheelen omtrek van dat gebouw te bereiken.

Door den nood gedrongen heeft men daarom splitsing ingevoerd, en de ééne vergadering verdeeld over meerdere gebouwen.

Had men dit alles nu opnieuw in te richten, zoo zou men alle deze gebouwen naar een vast stelsel even groot kunnen nemen, en zoo een gelijke verdeeling maken. Maar nu de aanwas der gemeente geleidelijk plaats greep, zijn er af en toe gebouwen verrezen, heeft men zich moeten schikken naar den grond die te verkrijgen was, en heeft op die manier zeker aantal tamelijk ongelijke gebouwen verkregen. Te Amsterdam een Oude kerk op de Bloemgracht die met 5 a 600 personen overvol is, en een Keizersgrachtkerk die desnoods een kleine 2000 personen kan herbergen.

Toch zit daarin nog de eigenlijke moeilijkheid niet. De hoofdmoeilijkheid schuilt in de sterke ongelijkheid der bijeenkomst.

Men is niet ingedeeld in vaste groepen die altoos in hetzelfde gebouw plaats nemen, maar men trekt uit alle deelen van de stad op en neer, nu eens in het ééne gebouw en dan weer in het andere opkomende.

Hierdoor nu ontstaat een onevenredigheid tusschen gebouw en opkomst. De ééne maal zitten in een gebouw dat twee duizend personen bevatten kan, niet meer dan een honderd neder, en een ander maal is een klein gebouw, gelijk men zegt, tot in de hanebalken volgestuwd.

Ook met het oog op den bouw ware het daarom te wenschen, dat deze onevenredigheid geminderd kon worden. Geen architect kan zóó tooveren, dat hij hetzelfde gebouw pasklaar maakt op zoo uiteenloopend gehoor, en men kan daarom niet anders doen, dan het type nemen naar wat voor een vol gehoor is te houden, en zulk een gehoor moet o. i. niet boven de vijftienhonderd personen worden gerekend.

Voorts gelden hierbij de algemeene regels, die gelden voor elke vergaderplaats, en die wel niet specifiek kerkelijk zijn, maar nochtans ook bij den kerkbouw niet mogen veronachtzaamd worden.

Alzoo is er in de eerste plaats te zorgen voor goede ingangen en uitgangen. Een gebouw dat voor de bijeenkomst van eenige honderden personen dienst moet doen, behoort in enkele minuten, zonder veel gedrang, ontruimd te kunnen worden, met het oog op mogelijke paniek of gevaar. Iets waarbij, zoo men trappen bezigt, zeer te letten is op de gesteldheid dier trappen, daar men weet hoe dikwijls juist die trappen oorzaak van onheil zijn geworden.

Ten tweede moet er gezorgd worden voor behoorlijke luchtverversching. Het is wiskundig vast te stellen, hoeveel kubieke meter ruimte voor een vergadering van circa vijftienhonderd personen beschikbaar moet zijn, en hoeveel bedorven lucht moet kunnen worden uitgelaten, om weer versche lucht binnen te doen komen.

In de derde plaats moet worden toegezien, dat er genoegzaam licht zij, en dat toch het te schelle licht niet hindere. Gekleurd glas is daarom steeds aan te raden en het blankwitte der muren te ontraden. Blankwitte kalk] kaatst het licht te sterk af. Tevens moet hierbij gerekend op de verschillende luchten. Als het buiten somber is, moet men alle beschikbare licht kunnen inlaten. Als de hemel klaren gloed geeft, moet het te schelle licht kunnen getemperd worden. Ook moet gerekend op avondvergaderingen, en dan gezorgd voor een voor de oogen zoo min mogelijk schadelijk kunstlicht, en voor het aanbrengen van dat kunstlicht hoog genoeg, om te maken dat het zijn licht geeft, zonder zijn gloed naar beneden te zenden.

En eindelijk is evenzoo te zorgen voor een goede temperatuur. Het mag in den zomer niet te warm, in de wintermaanden niet te koud zijn. Gebouwen als de Nieuwekerk op den Dam hebben reeds tallooze sterfgevallen op hun rekening. De koude daar soms bij felle vorst in den winter geleden, ging derwijs tegen de eerste hygiënische eischen in, dat meer dan één er een ongesteldheid opdeed, die hem ten grave sleepte.

Afdekking van zonnegloed met goede ventilatie in den zomer, en doelmatige verwarming in den winter, moet daarom, althans in onze eeuw, als onafwijsbare eisch worden gesteld, en die verwarming moet worden aangebracht niet door het vroegere stovensysteem, noch door ellen kachelpijp, die men, in strijd met allen goeden smaak, dwars door het gebouw leidt, maar op een gelijkmatige wijze, die het gebouw evenredig verwarmt.

En al is het nu, dat men niet altoos er in slaagt, om alle deze eischen te bevredigen, het is toch goed en noodzakelijk dat men beginne met zich alle deze eischen helder voor den geest te plaatsen, en dan naga in hoeverre men er aan kan voldoen.

Voor het type spreekt alleen de idee, voor de practijk spreken ook de beschikbare middelen mede.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 april 1898

De Heraut | 4 Pagina's

Onze Eeredienst.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 april 1898

De Heraut | 4 Pagina's