Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voorbereiding wedergeboorte (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voorbereiding wedergeboorte (2)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het vorig artikel legden wij er nadruk op: a. dat de wedergeboorte is de levendmaking des zondaars, gelijk de Vijf Art. tegen de Remonstranten leren, ja wat meer zegt, gelijk de Heere ons leert in Joh. 3:5: „Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, zo iemand niet geboren wordt uit water en Geest, hij kan in het Koninkrijk Gods niet ingaan"; b. dat de wedergeboorte geen voorbereiding kent:

1. God de Heilige Geest wederbaart de dode zondaar in één ogenblik, hem uit het graf der zonde roepend, gelijk de Heere Jezus Lazarus uit het graf riep. Hier is geen voorbereiding. De mens is wedergeboren of niet wedergeboren; doch staat nooit, ook maar niet één ogenblik tussen beide in (Vijf Art. III, IV, Hfdst. art. 12); 2. de mens kan zich niet voorbereiden. Hij is dood en alles wat hij kan en wil en doet is de dood vruchten dragen.

Een voorbereiding voor de wedergeboorte is er dus niet, in die zin, dat iets tot zaligheid aan de zondaar zou geschieden, waardoor hij half wedergeboren en half niet wedergeboren zou zijn, om zo langzamerhand tot de wederbaring te geraken. Er zijn slechts twee wegen en niet drie. Wie zich op een derde weg waant, misleidt zichzelf.

Ik mag tot staving daarvan, dat er geen voorbereiding voor de wedergeboorte is nog aanhalen de woorden van Comrie uit diens Catechismus, Zond. III:

„Houdt altoos in gedachten, dat de wedergeboorte die gij deelachtig zijt geworden, een onmiddellijk gewrochte is van den Heiligen Geest. Hij vindt niets in ons, gelijk als eenige goede geschiktheid; eenige voorbereidselen of voorbereidend werk tot de wedergeboorte en het geloof, als een materia ex qua, uit welke Hij ons wiederbaart, of een materia inquam operatur, een stoffe op welke Hij werkt, ons wederbarende. O! Neen, daar is niets in ons als den verdorven aard, waardoor wij geheel en niet maar half dood zijn; en dus komt de Geest Gods, door de onmiddellijke van Zijne Goddelijke onwederstandelijke kracht en Hij wederbaart of maakt een uitverkoren zondaar, die dood was, zonder zijn toedoen of allerminste invloeiing tot zijne levendigmaking, levendig; niet bij trappen, maar in een oogenblik des tijds". Men zie ook Witsius over ide Verbonden e.a.

Het is wel zeer nodig volgens de raad van de godzalige Comrie altoos in gedachten te houden, dat er geen voorbereiding tot de wedergeboorte in enig mens is, opdat wij wederstaan de gruwelijke dwalingen der Pelagianen en al hun verderfelijke nazaten. Deze drijvers van de vrije wil, kennen de mens een vermogen toe, om zichzelf door eigen krachten te bekeren en te geloven. Ook tegen de Semi-Pelagianen (waartoe ook Rome behoort) hebben wij met beide handen vast te houden en niet in het allerminste prijs te geven, dat God de dode zondaar levend maakt en de uitverkorene als een vijand met God verzoent. Want toch de Semi-Pelagiaan spreekt van een voorbereiding om de genade Gods te ontvangen, zijnde een verlaten van de zonde en een begeren van Gods genade, waardoor de mens het gepaste voorwerp voor de genade wordt en God beweegt de zonde te vergeven. Zo spraken ook de Remonstranten van enig werk des mensen, dat vóór zijn levendmaking gaat.

Het zal ieder, die de zuivere leer van Gods Getuigenis zoekt, duidelijk zijn, dat wij hier geen woordenstrijd voeren, maar dat het de gronden der zaligheid raakt, zo men stelt een voorbereiding tot de wedergeboorte, deze wedergeboorte verstaand als des zondaars levendmaking uit de dood (Efeze 2). Hoe geschikt zouden al die drijvers van een voorbereiden om de genade te ontvangen de rijke jongeling moeten achten, die nochtans van Christus heenging tot zijn eeuwig verderf. Na nu te hebben vastgesteld, dat de wedergeboorte als zodanig geen voorbereiding kent, moet ik thans nog in het kort bespreken enkele door de vrager aangevoerde uitspraken van enige godvruchtige leraren, die wel spreken van een voorbereiding tot de wedergeboorte. De aangehaalde schrijvers waren met anderen te vermeerderen.

Inderdaad bespreekt de godzalige Owen in diens Verhandeling aangaande de Heilige Geest in een afzonderlijk hoofdstuk: „Werken van den Heiligen Geest voorbereidend tol wedergeboorte".

Reeds op de Synode te Dordrecht spraken de Engelse godgeleerden in deze zin. De overgrote meerderheid der Nederlandse theologen verklaarde zich echter daartegen. Indien ik mijn gevoelen in deze zeggen mag, zou ik de zijde der Nederlanders kiezen. Zo licht kan het spreken van voorbereiding tot de wedergeboorte het rechte begrip van des mensen doodstaat en van het onmiddellijk werk der Heilige Geest in de wedergeboorte schaden. Evenwel zou ik de uitzetting van Owen e.a. niet durven veroordelen. En dat wel omdat de rechtzinnige schrijvers, die van een voorbereiding tot de wedergeboorte handelen:

a. de volslagen doodstaat des mensen leren en dus de mens alle vermogen ontzeggen, om zich tot de zaligheid voor te bereiden; en b. de wedergeboorte stellen als een krachtdadig, onwederstandelijk werk des Heiligen Geestes, dat in een ogenblik des tijds plaats grijpt, als God de dode zondaar levend maakt.

Wanneer zij spreken van voorbereiding tot de wedergeboorte, dan hebben zij het oog niet op de zaligmakende, maar op de algemene werkingen van de Heilige Geest. Duidelijk zegt Owen dan ook dat de wedergeboorte in dezelve voor- en toebereidende werkingen niet bestaat en van dezelve niet kan worden afgeleid. Owen beoogt alleen „stoffelijke' voorbereidingen, niet behelzende genade van dezelfde natuur als ide wedergeboorte zelf.

God - de Heilige Geest, willende de uitverkoren zondaar wederbaren, brengt deze tot het Woord, want het geloof is uit het gehoor en het gehoor is uit het Woord Gods; door de gemene werking des Geestes, die ook wel ia de verworpenen is, doet het Woord enige kracht op de consciëntie en wordt de zondaar weerhouden van grove zonden en wordt van deze afgetrokken; er komt een zekere hoogachting voor Gods volk en knechten; enz. Deze zaken zijn, hoewel niet altijd, dikwerf in het hart der uitverkorenen eer zij wedergeboren worden. Wie zal dit tegenspreken? Hoewel de Heere sommigen midden uit de dienst der zonde en de volle vijandschap trekt (als de moordenaar aan het kruis; Saulus op de weg naar Damascus) velen van Gods uitverkorenen hebben van hun prilste jeugd vele indrukken in hun consciëntie gehad. Evenwel kwamen zij nimmer in waarheid als een verloren zondaar tot God, om hun Rechter om genade te" bidden. In hun zaligmakende overtuiging beklaagde hun consciëntie hen, dat zij niet alleen tegen alle geboden Gods gezondigd, doch daarenboven tegen al die bemoeienissen Gods zich verhard hebben. Het schijnt hen menigmaal toe, alsof niemand zwaarder oordeel dragen zal, dan zij, omdat zij Gods Geest hebben tegengestaan.

Evenwel blijkt van achteren Gods bedoeling in de leiding Zijner uitverkorenen, ook toen zij nog dood waren. Wil men nu die leidingen Gods een voorbereiding noemen, het zij zo. Men leze Owen e.a. er breder over. Ook Comrie, die idit niet ganselijk verwerpt. Een ieder bedenke 'echter wel, dat zulk spreken van een voorbereiding alle werk des mensen tot zijn bekering uitsluit; en dat velen de algemene werkingen des Geestes hebben, die nimmer wedergeboren zijn of worden. Niemand ontlene dan ook enige grond om de hoop zijner zaligheid er op te bouwen aan dergelijke algemene werkingen in hem. Niemand besluite uit voorbijgaande overtuigingen; aankleven van Gods volk; en dergelijke zaken meer, dat hij wel wedergeboren worden zal, dewijl velen met deze gemene bedieningen des Geestes zijn omgekomen. Owen schrijft dan ook in het reeds gemelde hoofdstuk: „Al deze dingen kunnen worden gewrocht in des menschen gemoed, door de verkondiging van het Woord, en evenwel het werk der wedergeboorte nooit in hen worden voltooid".

Ik besluit alzo, dat er geen voorbereiding is tot de wedergeboorte in eigenlijke zin. De mens is dood en kan zich niet voorbereiden; en de Heilige Geest wederbaart, in één ogenblik de dode zondaar levend makende. Moge dat wonder van Gods vrije genade ons deel zijn of woïden, want voorwaar, voorwaar, zeg Ik u (zo sprak de Heere Zelf) tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien. (Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 januari 1974

De Saambinder | 4 Pagina's

Voorbereiding wedergeboorte (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 januari 1974

De Saambinder | 4 Pagina's