Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

. . . . DAN IS DE NACHT EEN HELDER LICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

. . . . DAN IS DE NACHT EEN HELDER LICHT

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verjaardag

Zaterdag 9 mei 1931. 's Morgens tegen half tien. Veel jongeren uit het hele land stromen „de Doelen" in Rotterdam binnen.

Je hoort verraste uitroepen: Hé, jij ook hier? Leuk zeg, je weer te zien. Vele bekende gezichten. Soms weet je de „bijpa'ssende" naam niet meer, maar zo'n probleem is gauw opgelost.

Bondsdag van de sektde +16 van onze Jeugdbond. De — zoals ds. Kattenberg het uitdrukte — verjaardag van onze bond.

Deze verjaardag verliep zoals in het verslag in het R.D. stond: opvallend rustig en ordelijk.

Koning Achab en wij

Het uitgangspunt voor het openingswoord van de voorzitter, ds. Kattenberg, is 1 Kon. 22 : 30, waar het gaat over de vermomming van koning Achab.

Lijk jij soms op Achab, zo klinkt de 'strikt persoonlijke vraag, gelegd aan het hart van enkele duizenden jongelui. Het komt aan op de waarachtige bekering tot God. De Heere wil dat we het masker afdoen! Tot onze troost en bemoediging wordt gewezen op dlie Ene, die — met eerbied gesproken — Zich nooit, vermomd heeft om aan Gods oordeel te ontkomen. We mogen als een verloren zondaar tot Hem kamen. Ben jij soms zo'n zondaar? Hoor dan...: er is vergeving!

Traditiegetrouw sturen we een telegram: naar Koningin Beatrix. opdat Gods Woord het richtsnoer zij van ons gehele staatsbestel", zo luidt het slot van het telegram. Met het Nederlandse volkslied van alle tijden en plaatsen stemmen we in: „Mijn schild ende betrouwen, zijt Gij, o God, mijn Heer”.

De nacht een helder licht

In een gloedvol en bezielend betoog tekent ds. Tanis ons de goddelijke alwetendheid over ons leven. Vanuit de liefde van z'n hart wijst de spreker op een eedzwerend God, die geen lust heeft in onze dood. Waarom, o waarom zou je sterven, jongens en meisjes? Op de brede weg lijkt het geweldig licht te zijn, maar het gaat naar de eeuwige nacht.

Besloten wordt met enkele woorden uit het boek Openbaring: „Aldaar zal geen nacht zijn... de Heere God verlicht hen en zij zullen als koningen heersen in alle eeuwigheid...” JIJ OOK?

Helaas . . . niet „life”

Aan het begin van de toespraak van ds. Tanis zijn nog velen binnengekomen. De trein vanuit het noorden en oosten van het land had enige vertraging door een blikseminslag. Al met al zit de zaal nu overvol. Zó vol, dat. enkele honderden na de pauze in de foyer verder moeten luisteren. De voorzitter vindt het jammer, dat het programma door hen niet „life" gevolgd kan worden. Maar... de over ons gestelde overheden (waartoe ook de brandweer behoort!) moeten we gehoorzamen... Degenen die er niet meer in kunnen worden getroost met een toegangsbewijs voor de zaal tijdens het middagprogramma.

Een stem uit het Verre Oosten

Na de pauze gaan we luisteren naar fragmenten uit het dagboek van een Hmongvluchteling. Het vertaal wordt

afgewisseld door koorzang en muziek. De zanggroep o.l.v. Henk de Gelder laat horen, dat — zoals de voorzitter in het dankwoord zegt —• je niet met velen hoeft te zijn om goede prestaties te leveren. Bram Beekman, die vandaag ook de samenzang op het altijd weer imponerende Doelen-orgel begeleidt, bespeelt een (wat kleiner.., ) orgel. Het geheel wordt gekompleteerd door een hobo en twee violen.

Het verhaal gaat over Sué Chang, een jongen van 19 jaar. Hij zit sinds 9 januari van dit jaar in het vluchtelingenkamp Vinai. Vanmorgen klinkt zijn stem, als één van de vele stemmen, vanuit het Verre Oosten.

Een stikdonkere nacht

Sué vertelt eerst over de inval van de kommunistisehe overheersers in Laos. Zijn vader werd gedood. Sué werd naar een heropvoedingskamp gevoerd.

We horen de hobo a.h.w. klagen: „Stilte over alle landen...”

Sué verlangde naar zijn vader, die hem vertelde van God. De God van zijn vader werd in het kamp niet geëerd. Eén van de bewakers is echter christen. Hij vertelde Sué over de God van zijn vader. Het was als een lichtstraal in de duisternis. Toen was het niet zo donker meer.

Bram Beekman speelt het lied van het licht, de lofzang van Simeon: „Een licht, zó groot, zó schoon...”

Toch bleef het donker. Het werd een stikdonkere nacht voor Sué. De kampleiders hadden besloten hem te doden. Toen bad hij voor het eerst tot de God van zijn vader. „O, Heere, hoor naar de stem van mijn 'smekingen.”

„Aus tiefer Not..." zo laat de zanggroep horen.

Sué had geen keus meer. Hij moest vluchten, Samen met een groep van 300 mensen.

„Hoort gij. die stemme, roepend uit, de verte...? "

De vijand zat niet stil. De groep werd vanuit een helikopter met gifgassen aangevallen. Velen stierven... Vanwaar moest Sué's hulp komen? ?

Het koor antwoordt Sué vanuit de verte: „Mijn hulp is van de Heer' alleen...”

Op indrukwekkende wijze verhaalt Sué de overtocht over de Mekong-rivier. Slechts 48 van de 300 mensen kwamen behouden aan.......

Op weg naar HET Licht

Na de geslaagde vlucht weet Sué, heel

diep in zijn hart, dat de God' van zijn vader, de God van hemel en aarde, hem bewaard had.

Nu Sué al weer een paar maanden in Vinai is, weet hij zeker, dat God hem heeft geleid. Hij verlangt naar het Boek, dat; vertelt over HET Licht. Hij wil zo graag dat Licht leren kennen, dat de Zon der gerechtigheid is.

Sué vouwt z'n handen en we horen hem bidden:

„Welke zonden ik heb bedreven, Heere, wil ze mij vergeven. O, Heere hóór naar de stem van mijn smekingen.”

Na dit aangrijpende verhaal zingen we enkele verzen uit ps. 84. Is 't niet waar wat in het derde vers staat: „...Steekt hem de hete middagzon... Gij zijt hun bron"? ! Door de nacht, hoe zwart, hoe dicht, wil God voeren naar het eeuwig licht. Naar die God-, die enkel licht is, verlangt Sué, die jongen in het Verre Oosten. Jij en ik ook? Ds. Snoep eindigt met dankgebed, waarin ook een zegen over de maaltijd wordt gevraagd.

Vanwaar de zon In ’t oosten straalt

Nadat ds. Van Vliet de middagbij eenkomst met gebed heeft geopend, volgt opnieuw een belangrijk programma-onderdeel: afsluiting van de aktie „Onderwijs voor vluchtelingen". Wat zou de opbrengst zijn zo vragen velen zich af.

Op het podium is een schooltje, zoals dat in Vinai staat, nagebootst. Een paar houten palen met een simpel rieten dakje. Ten enenmale onvoldoende om er gedegen onderwijs te geven, zo horen we van de heer W. Büdgen. Iiij vraagt ons of wij wel goed in de gaten hebben hoe groot het voorrecht is, dat wij een aktie mochten en konden houden.....

Jeugdwerkadviseur Mauritz houdt de spanning er nog even in. Eerst vertellen verenigingsleden uit de versohilende distrikten hoe de aktie is gevoerd en wat de opbrengst per distrikt is. We komen aan de weet, dat

— in Amersfoort alle R.D.-lezers zijn bezocht, wat tot resultaat had dat men zelfs bij een pastoor aan de deur kwam, die ook artikelen kocht......

— in Geldermalsen een kleurwedstrijd voor de kin-deren van de basisschool is gehouden.......

— in Westzaan een stilstaande film (lees: dia's) werd(en) vertoond.....

— door veel verenigingen stroopwafels zijn verkocht, wat in Rotterdam-West uitliep op het „voeren" van die wafels tijdens de jaarvergadering...

— in Lisse een komplete hobbybeurs is gehouden, waar o.a. kaarsen werden gemaakt, glazen werden beschilderd, bloemen werden geschikt, enz.........

— veel Ger. Gem.-auto's tijdens de aktie weer eens schoon zijn gemaakt........

— in Meliskerke een grote grabbelton voor de kinderen heeft gestaan.........

— in Capelle aan de I Jssel raamhangers met droogbloemen zijn gemaakt, die „heel lekker liepen”........

De verenigingsleden op het podium hebben een paraplu bij zich. Waarom-toch? Volgens één van hen omdat de kans op regen er altijd in zit. Dan blijf je tenminste droog Even later zien we waarom de paraplu's nodig zijn.

Op elk d'aarvan staat een. cijfer. Samen vormen die de totaal-opbrengst van de sektie + 16: 254.305, 51, Blij en dankbaar zingen we staande de „aktie-psalm", ps. 113 : 2. Ds. L. Blok vertolkt de dank van het deputaatschap bijzondere noden. Hij is verwonderd en verbaasd. Daar heb ik geen woorden voor..... GEWELDIG!

Aansluitend improviseert Bram Beekman voor ons over het lied! „Ontwaakt gij die slaapt " Spreekt, het ons aan? In de nacht van ons leven klinkt 't: het gevaar is zo groot; wie kiekt, o verdwaasde voor 't leven de dood? ”

Ds. Kattenberg gaat de tweede kollekte aankondigen. Ik durf eigenlijk niet, maar het moet... De kosten van deze dag (ongeveer ƒ 15.000, —) worden bij elkaar gebracht. De voorzitter: „Hier past een woord dat bij de hele dag past: indrukwekkend!”

In de nacht een helder licht voor mij

Ds. Kleppe begint met, een persoonlijke vraag: Is die alwetendheid van God jullie al tot troost geworden? Evenals vanmorgen is ook nu de hele toespraak een persoonlijk gericht woord. Dit is het ware leven dat uit God is: met de Heere leven. Zoals I-Ienoch, wandelen me God. „Word ik wakker, zo ben ik nog bij U..." zo lezen we in ps. 139. Was Hij ooit bij jou en was jij ooit bij Hem? Als je nog zonder Hem leeft-, ben je nameloos arm!

Het licht heeft geschenen

Ds. Kattenberg bedankt allen die, op welke wijze ook, aan deze dag hebben meegewerkt. Hij herinnert aan het openingswoord. Achab is onder de alwetendheid van God geraakt ten dode. Ben jij vandaag ten leven geraakt?

Ds. Elshout besluit deze dag met ons. We leven in een donkere tijd. Maar tot ons allen komt de boodschap: Wend u naar Mij toe. Niet zoals je behoort te zijn, maar zoals je bent. Het mag, het moet! Ook vandaag heeft in ons midden het licht geschenen. Wat doen we ermee? Zal ons antwoord zijn: wij hebben d'e duisternis liever dan het licht? ? Vraag toch naar de Heer' en Zijne 'sterkte. Na het dankgebed zingen we staande de verzen 5 en 6 van psalm. 56, door ds. Elshout genoemd: het volkslied van Gods strijdende Kerk. Op een warme zonnige dag in de stikdonkere nacht van onze hoogverlichte tijd klinkt het:

„’k Vertrouw op God1, door gene vrees gestoord Gij zijt, voor mij een schild in alle nood”

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 mei 1981

Daniel | 28 Pagina's

. . . . DAN IS DE NACHT EEN HELDER LICHT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 mei 1981

Daniel | 28 Pagina's