Leeswijzer

Een aanslag op de president van de Verenigde Staten vormt het begin van de thriller De laatste jihad. Deze aanslag leidt tot een reeks spectaculaire gebeurtenissen. Het levert een boek op dat spannend is van de eerste tot de laatste bladzijde, maar nogal wat geweld bevat. Het boek is geschreven in 2003 (vóór de inval in Irak) en speelt zich af rond het jaar 2010. President Bush heeft de strijd tegen het terrorisme gewonnen en Amerika heeft een nieuwe president met grote plannen. Ook vindt men een grote gasbel voor de kust van Israël, die van alle Israëliërs en Palestijnen miljonairs kan maken. Maar aanslagen op de president van Amerika en zijn belangrijkste bondgenoten leiden tot een grote crisis. Al snel blijkt dat Irak achter de aanslagen zit en er niet voor terugdeinst om massavernietigingswapens in te zetten. Dit wordt op het nippertje voorkomen, maar de prijs is hoog. De laatste zin van het boek luidt dan ook: “En toch wist MacPherson (de president, LN) diep in zijn hart dat dit slechts het begin was”. Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van een aantal hoofdpersonen die elkaar snel afwisselen. Dit doet Rosenberg op een vaardige manier, waardoor het verhaal tempo houdt en spannend blijft. Wel heeft het verhaal heel wat losse eindjes. Dat Rosenberg een christelijke auteur is, blijkt vooral uit het taalgebruik. Daarnaast wordt de positieve manier over het christelijk geloof wordt gesproken. Veel thrillers zijn gebouwd op twee pijlers: seks en geweld. Rosenberg laat zien dat het heel goed mogelijk is om een spannend boek te schrijven zonder die eerste pijler. Maar zonder geweld kan Rosenberg blijkbaar niet, want het boek bevat ettelijke gewelddadige en bloederige scènes. En dat is jammer. Want het zesde gebod is niet minder belangrijk dan het zevende.

Linco Nieuwenhuyzen

Joel C. Rosenberg, De laatste jihad (Zoetermeer: Mozaïek 2007) ISBN 9789023992509, 318 blz., € 18,50.

---
Refogeschiedenis in pespectief is een boekje met enkele opstellen over de bevindelijk gereformeerden. Verschillende zaken komen aan de orde. Zo probeert Jan Dirk Snel in een tamelijk moeilijk betoog te achterhalen waarom de refogordel begint in Zeeland en ergens ophoudt bij Staphorst. Deze situering hangt samen met het aanwezig zijn van een algemeen protestantse cultuur en het verzet tegen moderne ontwikkelingen. John Exalto vertelt iets over de gezelschapscultuur. Zijn verhaal is wel een beetje moeilijk. De meest prikkelende gedachte, waar alle auteurs in dit boekje min of meer bij aansluiten, is van Fred van Lieburg. In het voetspoor van anderen verdedigt hij de stelling dat bevindelijk gereformeerden hun wortels niet hebben in de Reformatie en Nadere Reformatie, maar in de negentiende en twintigste eeuw. De ‘refogordel’ is ontstaan als vrucht van de ‘verzuiling’ en in reactie op verschillende ontwikkelingen, onder andere het modernisme. Dit boekje draagt enkele gronden aan voor deze gedachte. De reformatorische zuil is “een modern verschijnsel, geen restant van een oud verleden” (p. 19). Vooral de opkomst van het neocalvinisme en de afwijzende reactie daarop is van groot belang geweest voor het ontstaan van de bevindelijke zuil. Het is de bedoeling dat er in de toekomst meer onderzoek zal plaatsvinden. Ik ben benieuwd. Voor belangstellenden biedt dit boekje aardige inzichten. De stapel boeken over bevindelijk gereformeerden is weer met een exemplaar toegenomen. Ik aarzel eerlijk gezegd bij de vraag of ik dat een aangename gedachte vind. De toekomst zal het leren.

ds. W. Visscher

Fred van Lieburg (red.), Refogeschiedenis in perspectief. Opstellen over de bevindelijke traditie
(Heerenveen: Groen 2007) ISBN 9789058297808, 207 blz.; € 19,95.

---
52 overdenkingen wordt beschreven hoe belangrijk het thema van hemel, hel, opstanding en de nieuwe aarde in de Bijbel is. En wat Gods Woord zegt over het leven na dit leven. Alles wat de Heere in Zijn Woord heeft geopenbaard, is het waard te onderzoeken. Juist in de overdenking van het eeuwige leven ligt veel troost voor vermoeide pelgrims. De onbekeerde – jonge – lezer zal in het boek zien hoe gelukkig Lazarus al was in dit leven (hoofdstuk 15-20). Zijn naam betekent ‘God is mijn Hulp’ en dat mocht hij ook in het léven al ervaren. Zijn geluk overtrof al in dit leven alle weelde en rijkdom van de rijke man. Zou dat niet jaloers maken? Het boek beschrijft méér dan de titel aangeeft. Niet alleen het hemelleven, maar ook de eeuwige rampzaligheid wordt beschreven. De hoofdstukken zijn kort en lezen gemakkelijk. Het taalgebruik is hedendaags en zal zeker jongeren aanspreken. De schrijver citeert veel bijbelteksten ter onderbouwing en verdere bestudering. Dat is ook kracht van het boek; de schrijver laat de Schrift spreken en waagt zich niet aan speculatie. Er komen wel erg veel facetten aan de orde over het leven na de dood. Sommige thema’s worden meerdere keren besproken, zoals bijvoorbeeld de wederkomst. Het zou de duidelijkheid ten goede komen als de opzet meer thematisch en afgebakend zou zijn. Ook zijn sommige hoofdstukken niet helemaal af. Ontvangen Gods kinderen bij het sterven al een geestelijk lichaam (blz. 32)? In hoofdstuk 36 gaat de schrijver in op de staat van jong gestorven kinderen: “Wel hebben we goede hoop voor de jong gestorven kinderen van ‘gelovigen’.” Wat wordt dan met ‘gelovigen’ bedoeld? Worden – alleen – hun jong gestorven kinderen allemaal zalig? Dat wordt niet duidelijk. En wie alle zaligsprekingen in één hoofdstuk wil bespreken, kan slechts iets aanstippen.

Peter Kok

ds. P. van Ruitenburg, Naar de hemel, Leven na de dood in 52 overdenkingen (Houten: Den Hertog 2006)
ISBN 9789033119712, 192 blz., € 14,50.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen