Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van der Kemp en het geestelijk huwelijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van der Kemp en het geestelijk huwelijk

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. Johannes van der Kemp schrijft van zichzelf dat hij zich acht als iemand die nutter is om nooit geboren te zijn, dan aldus nooit ondertrouwd te zijn. Wat bedoelt hij met het aldus ondertrouwd zijn? We geven van de brochure Immanuëls ondertrouw de breedvoerige ondertitel weer: ‘Een ontdekking hoe het zich toedraagt in en na de ondertrouw van dat wonderlijk, groot en gewenst huwelijk tussen de allerheiligste, schoonste en gezegendste Koning Immanuël, en de allerschuldigste, mismaaktste, verachtste en overspeligste onder de vrouwen.’ Ziet, dat is nogal wat om dat vanuit oprecht geloof en bevinding te mogen getuigen. De predikant vervat dit alles in zeven brieven, die een geestelijke strekking hebben, alhoewel ze uitgaan van de gelijkenis.

Hooggesteld
Er is een waar gelovige die aan haar vriendin schrijft over de ondertrouw. Ze is hoog gesteld. ‘Ja het is mij leed dat ik Hem het jawoord niet veel eerder heb gegeven!’ Dan volgt een tweede brief, waarin ze haar vriendin mededeelgenoot maakt van haar droefheid. Ze had niet anders dan vrolijke en voorspoedige dagen tegemoet gezien. ‘Maar helaas! Het is zo geheel anders met mij uitgevallen! Ik zit in duisternis en zie geen licht…’ Haar vriendin schrijft terug. ‘Dit bid ik u vooraf, dat je nooit enige kwade gedachten opneemt tegen Immanuël, Die enkel goed is.’ Ik citeer nog een woord vanuit deze pastorale brief wat betreft de inhoud. ‘Nu is er geen beter bewijs van een oprechte onderhandeling, dan dat men zich ervan bewust is dat men oprecht begeert te zijn en dan toch nog bekommerd is over mogelijke onoprechtheid; en dan wenst men daarvan bevrijd te zijn.’ In de vierde brief bedankt deze gelovige haar vriendin hartelijk.

De Allerbeminlijkste
Dan schrijft ze de vijfde brief aan de allerbeminlijkste Immanuël en daarin komt heel duidelijk uit wat de ondertitel van deze brochure zegt, zowel ten aanzien van Hem als ook ten aanzien van haarzelf. ‘Dat ik mag ondervinden en betonen dat ik in waarheid Uw ondertrouwde bruid ben geworden en dat ik U alleen aanhang, volg en opwacht.’ De zesde brief is alsof de Bruidegom Zelf als schrijvend ingevoerd is en Zich tot haar richt, die Hem lief is. Daaruit wil ik ook een zinsnede aanhalen. Het gaat daarin om gevoel en geloof. Let wel, dat het woorden van Christus zijn aan Zijn Kerk hier op aarde: ‘En dat de verkwikkende ontmoetingen, die Ik soms deze of gene van Mijn ondertrouwden deelachtig maak, wel bekwaam zijn om het hart te verheugen en op te beuren (zolang het genoten wordt), maar geenszins om het te verzekeren! Want als de verzekering daarop gefundeerd zou zijn, dan zou met het ophouden van het smaken van de zoetigheid, de verzekering zeker bezwijken. Maar Mijn Woord is zeer vast en altijd hetzelfde.’ Ik zou ook ten aanzien van deze zaak zeggen: wie het vatten kan en mag, die vatte het.

Dank
Dan komt de zevende brief waarin Immanuël zeer verheerlijkt wordt. ‘Nu dan, dank zij Uw Vader, en U; ja, duizendmaal; ja, eeuwig zij U en Uw vader, de eer en de heerlijkheid en de dankzegging. Zie daar, Immanuël, daar is mijn ziel en mijn lichaam, met al wat ik ben en wat ik heb. Ik draag het U op tot een dankoffer.’ Ze eindigt dan met een gedicht waarin deze zinsneden voorkomen en dan gaat het me niet om literaire kwaliteit, maar om geestelijke inhoud: ‘Ik wil mij bij Jezus voegen, Bij mijn ziels- en lichaamsschat. In Hem vind ik ruim genoegen, ‘K ben de draf der wereld zat. Jezus is mijn lust, mijn leven; Jezus is mijn kroon, mijn lied.’ En de laatste regels zijn dan: ‘Hij doe mij naar Hem behagen, Opdat ik in kuise min, Mij als Zijne bruid gedrage. Dat is mijn lust en mijn gewin.’ Ik hoop, lezers, dat u lust hebt om deze brochure te kopen en te lezen, ja mocht het tot heilige jaloezie en geestelijk levend gemis geheiligd worden en strekken. Deze brochure is eerst uitgegeven in 1710 te Enkhuizen en herdrukt in 1896 te Leiden. De omvang is 34 pagina’s.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 november 2004

Kerkblad | 12 Pagina's

Van der Kemp en het geestelijk huwelijk

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 november 2004

Kerkblad | 12 Pagina's