Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Muziek door de eeuwen heen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Muziek door de eeuwen heen

Ludwig v. Beethoven (²)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hel spreekt vanzelf dat in dit tweede en laatste artikel niet alle werken van Beethoven besproken kunnen worden. In 1970 kwam het totale oeuvre van Beethoven uit op de grammofoonplaat. Deze verzamelingtelt maar liefst 75 langspeelplaten. Het zal duidelijk zijn, dat slechts een zeer beperkt aantal werken kan worden bespreken. Het best kunnen dat dan bekende werken zijn. Allereerst is het vaak zo dat deze muziek inderdaad erg mooi is en boven het gemiddelde uitsteekt. Voorts zijn deze werken veelvuldig te beluisteren op de plaat. ')

Muzikale kleurenpracht

Pianoconcert nr. 5, opus 73 (es grote terts) 1809. Allegro — Adagio un poce mosso — Allegro. Dit concert is het laatste uit een serie van vijf. Men noemt dit concert met een bijnaam wel het „keizerconcert". Evenals de 3e Symfonie — de „Eroica" — staat dit concert in Es groot, een toonsoort die bij Beethoven gebruikt wordt om heldhaftigheid uit te beelden.

1. (Allegro) Na een daverend orkestakkoord begint de piano te preluderen over het hoofdthema, dat even later voor het eerst door de violen wordt gespeeld. Het tweede thema wordt geopend door de eerste violen, daarna door de hoorns. Na wat verstild spel breekt het orkest door in een „fanfare-aehtige" omwerking van het eerste thema. Daarna neemt de piano dit thema over en ontstaat er een dialoog tusïsen piano en orkest, die een climax bereikt in de afwisseling van orkest en piano in het akkoordenwerk en elkaar kruisende octavengangen. De doorwerking is een magistrale omwerking, waarbij veel motieven, vaak ontleend aan het hoofdthema, naar voren komen. Langzamerhand verandert de sfeer van heldhaftigheid in één van vrolijke opgewektheid.

2. (Adagio un poco motto) Het tweede deel begint met een zachte koraal-achtige melodie in de strijkers. Vervolgens, na voorzichtige ontmoetingen tussen solist en het orkest, neemt de piano de leiding met vrije omspelingen van het koraal. Hieruit ontstaat een mijmerende passage, die overgaat in een snel gespeeld gedeelte van het thema van het laatste cleel.

3. (Allegro) Zonder onderbreking gaat het derde deel in. De piano is a.h.w. de schakel tussen tweede en laatste deel. Een uitgelaten thema, een prachtige orkestbewerking daarvan en magistrale pianopartijen maken dit laatste deel tot grootse muzikale kleurenpracht en een waardige afsluiting van dit concert.

Strijd, 1ief1ijkheid, geheimzinnigheid en aanval

Symfonie nr. 5, opus 07 (c kleine terts)) 1808. Allegro con brio — Andante con moto Allegro — Allegro.

Als bijnaam draagt deze symfonie de naam noodlotssymfonie. Volgens de sekretaris van Beethoven, Schindlcr, heeft de componist over de eerste maten gezegd: , , Zo klopt het noodlot aan de deur". Hierover is echter niets met zekerheid te zeggen. Toch biedt deze z.g. noodlotsgedachte een goed uitgangspunt voor de nadere beschouwing en interpretatie van deze zeer populaire compositie.

1. (Allegro con brio) Strijd. - ) Na het spelen van het thema, ingezet door het orkest, wordt dit ongewerkt tot een grandioos „brok" muziek. Het tweede thema, zacht in de violen, brengt wat ontspanning, maar de vier openingsnoten beheersen dit gedeelte totaal. Noten, waarmee Beethoven (misschien) de strijd en uitputting van de held uitbeeldt.

2. Andante con moto) Hoop (vertrouwen). ²)

Het tweede deel draagt een liefelijk karakter. Veelvuldig komt in partituur „dolce" voor als voorschrift voor de uitvoering. Het gedeelte is een variatievorm, waarin veel variaties direkt betrekking hebben op de vier openingsnoten. Eerkomt a.h.w. reeds een voorproefje op de volgende delen in het fragment voor de dialoog tussen fagot en hobo. Maar deze instrumenten, begeleid door strijkers, verstillen het tweede deel echter weer. 3. (Allegro) Twijfel.²)

Dit gedeelte draagt een sombere, geheimzinnige sfeer. (Men kan hierbij denken aan de sfeer van een half vergaan kasteel, omgeven door een dompig moeras op een donkere dreinerige avoncl, waar, zo men 'wil, alleen vleermuizen, kraaien, gieren en ratten het leven vertegenwoordigen). Na de schimmige melodie van de celli komt in de hoorns een afleiding van het hoofdmo-

tief terug. Daarna volgt een trio, dat door de bassen fugatisch wordt ingezet. Van zangerigheid noch wilde instemming is hier sprake. De pauken kloppen zachtjes het hoofdmotief, terwijl de strijkers nog verstarde akkoorden spelen en een muzikaal chaotisch gedeelte ontstaat. (Paniek in het orkest). In de laatste maten slaat de angst, de dreiging, om in moed.

4. (Allegro) Overwinning. ²)

Zonder onderbreken gaat het derde deel in het vierde over met een soort „aanvalsmars". Pas nu komt het totale orkest in aktie. Even lijkt de beklemmende sfeer van het derde deel terug te keren, maar weer klinkt de mars, gevolgd door het hoofdthema, waarna de doorwerking volledig wordt. In snel tempo gaat dit ge-' deelte naar het slot, dat m.i. veel in kracht inboet door cle gerektheid ervan.

Toch is deze symfonie een geweldige exposé van Beethovens kunnen. De orkestratie is verbluffend en beeldt de ideeënwereld van de kunstenaar goed uit. Dat de symfonie naast de Negende — het bekendste werk van deze componist is, is voor mij dan ook geen raadsel.

Een pianosonate

Ook worden vaak pianosonates •"') van Beethoven ') uitgevoerd. De bekendste hiervan zijn de „Sonate Pathetique, opus 13 en de z.g.n. „Mondschein Sonate". Deze laatste is waarschijnlijk het meest bekende pianowerk van Beethoven na „Für Elise". De officiële aanduiding is: Sonate Opus 27, nr. 2 in cis.

Beethoven typeerde deze sonate door haar het bijschrift te geven': „sonata quasi una fantasia", waarmee hij doelde op de vrije vorm van het werk, die afwijkt van de traditionele sonatebouw. - ) Of Beethoven zelf zo erg gelukkig geweest is met de enorme populariteit van dit werk is de vraag, als hij zegt: „Steeds weer spreekt men over de Sonate in cis; ik heb toch echt wel betere stukken gemaakt."

1., Adagio s.steune (Het traditionale Allegro ontbreekt.)

Dit gedeelte draagt cle sfeer van een „unheimliche" beklemming. Nu is het nog stil, maar cle storm zit al in de lucht en kan elk moment in volle hevigheid losbarsten.

2. Allegretto, een sierlijk gedeelte, dat het karakter van een menuet krijgt als men het langzaam, het karakter van een badinerie, als men het snel speelt. De toon is opgewekt.

3. Presto agitato. Een gedeelte met woeste muziek: de storm. Geweldig is hier het gebruik van het instrument.

Waardering

Het is begrijpelijk dat na lezing van het voorafgaande de vraag opkomt: „Wat doen wij als christenen' met de muziek van Beethoven? " Dat deze vraag bij Bach niet speelde, behoeft geen betoog. Bij Händel ligt het misschien al anders en bij Beethoven wordt het een wezenlijk probleem. Men stuit hier op een zeer moeilijk theologisch onderwerp n.1.: „Hoe moet een christen de kunstuitingen van een nietchristen, die ontstaan uit niet-christelijkc achtergronden en' gedachtenwerelden waarderen? "

Met name Dr. Abraham Kuyper heeft geprobeerd deze vraag op te lossen door het hanteren van de begrippen algemene en bijzondere genade.

Een andere benadering kan men proberen te geven vanuit de waardering van de stof, de schepping. Inderdaad geen eenvoudige zaak, die een theologische bezinning vraagt, die echter ver buiten het bestek van dit stuk en van dit blad valt.

Toch wil ik, in alle gebrekkigheid, ik ben geen theoloog, proberen er iets van te zeggen. Daarbij moet bij de beoordeling rekening worden gehouden met elk muziekstuk afzonderlijk en met de tijd waarin, en de achtergronden waartegen het is geschreven. Zo zal de waardering van een stuk abstracte muziek van Beethoven uit zijn eerste periode verschillen van een compositie uit één van de twee volgende periodes ') hetgeen de zaak niet eenvoudiger maakt.

Beschouwen wij de muziek als een van God gegeven Seheppingsgave. Een gave die dooide val niet te niet gedaan, doch wel aangetast is. Dan mogen, ja dan moeten wij God danken voor die genadegaven, die Hij ons, ondanks alles in ons, schenkt.

Die muziek wil de Heere God ons geven cl.m.v. mensen: de componisten (zowel christenen als niet-christenen). Daarbij zit clan specifiek christelijke muziek (cantate's, passies, oratoria, koraalbewerkingen etc.) en niet christelijke muziek in die zin, dat deze niet uit of naar christelijke denkbeelden ontstaat, zoals een koraalvoorspel, geschreven voor gebruik in de dienst der lofzegging in de eredienst. Toch is de muziek als zodanig, dus óók de niet-christelijke muziek ontstaan uit een gave Gods, n.1. het componeren, en derhalve niet in zijn totaliteit af te wijzen.

Aangezien de waardering van een bepaald muziekstuk een zeer subjectief begrip is, komen nu pas de moeilijkheden. De één zal in een bepaald muziekstuk de rijkdom van Gods schepping horen, de ander zal er misschien het tegendeel in horen, en weer een ander zal „niets" horen. Zo kan men b.v. een nocturne van Chopin totaal verschillend beluisteren. Bij stukken met een specifiek niet-christelijk karakter, die ook door de maker als zodanig bedoeld zijn (Le Sacre du Printemps van I. Strawinsky? ) wordt de zaak, zo mogelijk, nog ingewikkelder. Dan nog zal de één in de verklanking van een filosofisch gegeven iets goeds horen en een ander iets totaal verkeerds. Zo kan men b.v. in de 5e Symfonie, om op Beethoven terug te komen, waarin strijd en overwinning verklankt worden r> ) christelijk beschouwen. De strijd op aller gebied wordt ook de christen niet bespaard. Zo kan men in deel 1 (allegro con cbri) clie strijd horen, in deel 2 (andante con moto) de Hoop (dan niet de hoop op het menselijk kunnen, maar de hoop buiten de mens) etc.

Dat dit de bedoeling van Beethoven zou zijn geweest, is gezien zijn gedachtenpatroon zeer dubieus. De muziek spreekt echter eerst binnen in de luisteraar. Zo kan muziek van Beethoven, alhoewel geschreven vanuit een niet-christelijke visie, christelijk worden verstaan. Met andere woorden: de niet christelijke muziek wordt door onze christelijke oren gekerstend tot christelijke muziek. Vanzelfsprekend ligt dit voor elke onderscheiden hoorder anders en verschilt dit van stuk voor stuk. Zo is Beethoven, zijns ondanks, een verklanker van vragen, clie ook de christen aangaan en die ook door een christen in zijn muziek beleefd kunnen worden. (In dit alles dienen wij in het oog te houden dat de muziek een gave Gods is). Daarmee is echter de figuur van Beethoven nog geen christen geworden, maar zo kunnen wij toch ook voor zijn muziek dankbaar zijn aan Hem, clie ons gemaakt heeft, die de schepping in stand houdt en die dwars door alles heen' — ook door de mens — ons gaven geeft om in stille verbazing over zoveel genade daarvan te genieten. Uit het voorafgaande zal duidelijk zijn,

dat het moeilijk, zoniet onmogelijk is, een bepaalde waardering op te leggen. Zo blijft de verantwoordelijkheid voor iedere luisteraar persoonlijk liggen. Hij dient zelf uit te maken hoe hij tegenover een' muziekstuk staat. Dit is niet gemakkelijk, maar het behoort tot de christelijke vrijheid. Of men er komt met het subjectieve oordeel: „Ik vind het mooi en daarom ben ik dankbaar, dat het gemaakt is", blijft een open vraag. Dit argument kan zeer sterk geldend zijn, maar het wordt m.i.

te vaak misbruikt. Dat wij voor een waardering alleen op ons gevoel afgaan, kan nooit als uitgangspunt zijn, omdat wij ook hierin staan onder de kritiek van het Woord. Zo hebben wij het Woord te onderzoeken om zo te proberen ons standpunt t.a.v. de muziek, ook de muziek van Beethoven tc bepalen.


1. Wij adviseren U om ter kennismaking de in dit artikel besproken werken eens te beluisteren. Do beste interpretaties daarvan zijn m.i. verschenen op het label D.G.G.

2. Deze onderverdeling is gemaakt door Paul Bekker, die in de omschrijving van Lenz: , , Een noodlotstragedie voor het wereldtoneel „Strijd eri Overwinning" een goed uitgangspunt vond.

3. Een sonate is een muzikale figuur, die meestal bestaat uit een snel deel (allegro), een langzaam deel (adagio of andante), een scherzo of menuet en een finale (vaak een rondo).

4. Zie over de periodes in het leven van Bach noot 7 van het eerste artikel in , , Daniël" van 28 april '72.

5. Zie noot 2.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 mei 1972

Daniel | 16 Pagina's

Muziek door de eeuwen heen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 mei 1972

Daniel | 16 Pagina's