Over de doop gesproken

Laten we maar direkt met de deur in huis vallen. Wal is volgens jullie de betekenis van de doop?

Alben: De heilige doop brengt rechten en plichten met zich mee. God belooft dat wij Zijn kinderen inogen worden. Maar wij moeten laten zien dat we een gedoopt voorhoofd hebben. Je mag er niet vanuit gaan dat het toch wel goed komt. omdat je gedoopt bent. Je bent nog niet bekeerd.

Wat wil de Heere nu eigenlijk doorge\'en met de doop?

Judith: Zondeafwassing.

Wim: De doop weerspiegelt de afwassing van de zonden. Daarom het water. Aan de andere kant is het ook het teken van inlijving in het verbond. Als een kind dat teken ontvangt, wil dat zeggen dat hij op het erf van het verbond leeft.

Wat verstaan jullie onder het erf van het verbond?

Christianne: Onze dominee gebruikt altijd het voorbeeld van een boerderij met een erf eromheen en een hek. Als je geboren wordt uit kerkelijke ouders, ga je als het ware binnen dat hek en dat wordt door de doop bezegeld. Maar je staal nog op het erf. Je hoort iedere zondag het Woord van God. maar je bent nog niet in de ..boerderij". Je bent nog niet in Christus.

Het voorrecht van de doop

Wat is dan het verschil tussen jou, die op het erf van het verbond leeft, en je ongedoopte buurmeisje?

Hendrik-Jan: gezet. Je bent apart

Sari: Hier op de wereld is denk ik geen verschil.

Christianne: Nee. op aarde niet.

Waarom zou je dan je laten dopen? kinderen

Wim: Ik denk dat je wel iets voor hebt op ongedoopten. Je leeft onder de bediening van het Evangelie. Dat wil niet zeggen dat je dus zalig wordt, maar wel dat God je elke keer toeroept, dat Hij geen lust heeft in je dood. maar dat je je bekeert. Dat zie ik als een voorrecht.

Laten we het nog sterker zeggen. Stel dat je ongedoopte buurjongen meegaat naar de kerk. Meerdere keren zelfs. Dan hoort hij ook de oproep tot bekering. Zit je dan toch als gelijke jongeren in de kerk, ondanks dat jij gedoopt bent?

Christianne: Eigenlijk wel. Het water alleen zegt niets. Maar je bent wel apart gezet. Wim: Ik denk. dat je moet bedenken dat God in de doop Zijn Eigen Drieënige verbondsnaam aan jouw voorhoofd

heelt verzegeld. Dat geeft geen rechten ofzo, maar

Judith: Bij de doop noemt God je bij je naam en zegt daarmee dat er ook voor jou genade is.

Maar is er dan voor de ongedoopte jongen of ongedoopt meisje geen genade, of minder? Alben: Als je niet gedoopt bent. kun je ook bekeerd worden.

Een echt duidelijk antwoord is er nog niet als het gaat over het verschil tussen gedoopten en ongedoopten. Mogelijk dat ds. Elshout kan helpen. Hij schrijft in een reaktie op het vraaggesprek het volgende:

..Over de vraag wal de heilige doop betekent, moeten we in de eerste plaats te rade gaan met het in het Oude Testament geopenbaarde. Waarom? Omdat de doop in de plaats van de besnijdenis is gekomen. Dat geloven en belijden we in de Gereformeerde Gemeenten met onze reformatorische voorouders op grond van Gods Woord.

Zoals de besnijdenis in Israël is onderschat en overschat, zo wordt de betekenis van de heilige doop ook onderschat en overschat. Uit de reakties van de jongeren bespeur ik geen overschatting van de doop. We weten heel goed dat de doop niet zaligmakend is. Wel bespeur ik een onderschatting van de doop. Het zichtbaar bewijs dat God met ons te doen wil hebben, mist de ongedoopte. Wanneer een ongedoopte wel het Woord van God heeft, dan heeft hij alleen het Woord. Is men gedoopt, dan heeft men tevens een zichtbare, onuitwisbare en persoonlijke verzekering daarvan dat de HEERE om Zijns Naams wil niet alleen anderen, maar ook ons persoonlijk roept tot geloof, bekering en zaligheid. God gaf ons niet één ding. namelijk Zijn Woord, maar twee dingen om er mee werkzaam te zijn tot Zijn eer en onze zaligheid, namelijk het Woord en het sakrament.”

Nu hadden we het er net over dat de doop verplichtingen met zich meebrengt. God vraagt iets van ons. Maar daartegenover stelt God ook iets. Wat is het voorrecht van de doop?

Alben: We moeten bij de doop wel bedenken, dat God later in het oordeel erop terug zal komen om te zien wat we ermee gedaan hebben.

Wim: God geeft in de doop beloften. Maar ik denk dat die beloften er zijn ter versterking van Gods kinderen. Iedere keer als het formulier gelezen wordt, en het water „afwast", mogen zij weten dat ook hun zonden afgewassen zijn in het bloed van Christus.

Ds. Van Ilaaren schrijft in „De goede belijdenis" over de betekenis van de doop. Hij zegt daarin: bij de doop word je als het ware uitgehaald en bij je naam genoemd: 'Jan. jij wordt ondergedompeld in de Naam van een drieënig God. Als jij verloren gaat. is het je eigen schuld, want Ik zweer het je, er is zelfs voor jou genade: je kunt een kind van Mij worden; je kunt genade krijgen'. Als je zo op de betekenis van je doop let, is dit een oorzaak om je te verwonderen. Je bent gedoopt opdat je zou gaan vragen: 'Heere. geef mij die genade’.”

Ds. Elshout: „De doop is een extra genadevoorrecht. Dat gee/'i vrijheid en extra zekerheid in dc strijd tegen onvrijmoedigheid en onzekerheid. doordat het ons van onszelf naar Gods genadeverbond wijst. Die extra gave roept ons op om het anker der hoop op ontferming buiten onszelf te werpen in dc ankergrond van Gods eed. die Hij weleer aan Abram deed. van Zijn verbond, dal van geen wankelen weet.

Dat verbond ontleent zijn betekenis en kracht niet aan iets van ons. in ons of door ons, maar aan het werk van Gods Zoon, Die voor overtreders geleden en gebeden heeft. Daarbij moeten, mogen wij de verborgen dingen van Gods besluit voor God laten en slechts te rade gaan met wat Gods bevel en beloften ons zeggen, de uitkomst overlatend aan Hem Die niet liegen kan. God kan. wil en zal zulk werkzaam-zijn gebruiken tot bevestiging daarvan, dat Hij Zijn waarheid nimmer krenkt, maar ecuwig Zijn verbond gedenkt.”

Uit de reaktie van ds. Elshout blijkt dat de doop niet iets van mensen is, maar van de Heere Zelf. Hij is begonnen door naar mensen toe te komen middels de doop. Ds. Van Haaren wijst in dit verband op het indringende van de kinderdoop. „De Heere wacht niet tot wij gaan vragen om de doop. Nee, vóór wij vragen kunnen, vraagt Hij al naar ons". Toch is dit moeilijk te begrijpen voor jongeren. Albert beaamt het dat de Heere in de doop de mogelijkheid van zalig worden benadrukt.

„Maar dat is nu juist de moeilijkheid. Mensen die ongedoopt zijn. kunnen ook zalig worden", zo reageert hij eerlijk.

Christianne antwoordt hierop: Ja. maar ik denk dat God uit de gedoopten Zijn gemeente haalt.

Ds. Elshout: „Onze doop biedt een extra steun voor het zich verblijden in de hoop op wat de HEERE in het algemeen aan Zijn gemeente beloofde met het oog op haar nakomelingen. 'Mij aangaande, dit is Mijn Verbond met hen. zegt de HEERE: Mijn

Geest. Die op u is. en Mijn woorden, die Ik in uw mond gelegd heb. die zullen van uw mond niet wijken, noch van de mond van uw zaad. noch van dc mond \, in het zaad uws zaads. zegt dc Hl 1 KI v.in nu aan lot in eeuwigheid loc' (Jcs 59:1 I). Wc kunnen in de Psalmen lezen hoe ook dienaangaande juist het pleiten op Gods verbondstrouw moed en kracht verschafte om hopend op de

HEERE te wachten. Bij gemis aan zekerheid aangaande onze persoonlijke verkiezing tot zalig worden, mag uit het feit dat God ons verkoos om het veld-en merkteken van Zijn verbond te dragen en naar Zijn Naam genoemd te zijn. datgene worden ontleend dat vrijheid geeft om de HEERE te verwachten, ook al is ons hart vervuld met angst en zorgen over ons zondaarzijn en zondaar-blijven. Om Zijns Zoons en Naams wil zal de HEERE naar Zijn trouwverbond, op ons smeken, geen goed doen ontbreken. Hij houdt getrouw Zijn Woord.”

Ds. Elshout spreekt cd over de verkiezing. De vraag of de doop goddelijke verkiezing is, is voorgelegd aan de jongeren. Wim: Dat kan je niet zeggen. Chrisrianne: Nee. want de goddelijke verkiezing is in de eeuwigheid gebeurd en de doop staat in deze tijd.

Maar God heeft toch tegen een relatief kleine groep mensen (de gedoopten) heel persoonlijk gezegd: (naam) voor jou is er genade”?

Judith: Ja. dat las ik laatst ergens. Namelijk dat God jc bij de doop bij je naam noemt. Hij zegt dat er ook voor jou genade is en dat je daarom moet bidden. Je moet daarom veel vragen en naar Gods Woord luisteren, denk ik.

Wim: Ja. als je dat verstaat onder „goddelijke verkiezing", is de doop verkiezing. Maar ik dacht gelijk aan de uitverkiezing (van personen) en we weten goed dat de doop niet zalig maakt.

Alben: Volgens de Bijbel zegt de Heere tegen iedereen dat er genade te verkrijgen is. Het Woord moet toch aan iedereen verkondigd worden voor de wederkomst pl aatsvindt.

Op de vraag wat ds. Elshout ervan vindt, is zijn antwoord heel duidelijk:

..De vraag of dc doop goddelijke verkiezing is. moet volmondig met „ja" worden beantwoord, met handhaving van het onderscheid tussen Gods verkiezing van personen tot hun zaligworden en Gods verkiezing om iemand onder de bediening der verzoening te doen leven.

Gods Woord spreekt van beide aspekten van verkiezing door God. De besnijdenis als teken en zegel van hel genadeverbond maakte onderscheid tussen Israël en andere volken. Niets dan verkiezende genade van God was de oorzaak daarvan. Wanneer we op het erf van Gods verbond geboren of gebracht zijn en als gevolg daarvan als kind of volwassene gedoopt zijn. dan danken wc dat aan Gods verkiezing daartoe. Dat mag niet onderschat worden.”

De plichten van de doop

We stappen over naar een ander aspekt van de doop, namelijk hetgeen de Heere van ons vraagt in de doop. Om te beginnen: zijn jullie blij dat jullie gedoopt zijn? Alben: De doop legt plichten op je. Jc moet vaak zeggen: dat mag ik niet. ik ben gedoopt.

Maar die verplichtingen kunnen wij niet houden. Wim: Ik weet niet of dat wel plichten zijn. Ik denk, als je serieus meeleeft met de kerk. dat je dan ook liefde krijgt voor de kerk. Als hel goed is. is die liefde zo sterk, dal je er voor uit durft te komen. En of het dan nog een plicht is? Ik weet het niet. Het kan wel erg moeilijk zijn. dat is gewoon zo. Judith: Ja. maar God eist in de doop niet alleen dat we naar de kerk gaan. maar dal we ons

bekeren. Als we dal niet doen. zal de doop later tegen ons getuigen. Maar ik kan niet zeggen dat de doop voor mij een last is.

Even terug naar wat Wint zei. Vinden jullie dat het leven naar Gods Woord en het uitkomen voor het feit dat je gedoopt bent, iets vanzelfsprekends? Of zegt iemand van jullie: ik vind het wel eens lastig dat ik gedoopt bent. soms wil ik best wel eens iets anders?

Sari: Ja. ik wel. Ik wil best wel eens iets dat niet mag. Judith: Je kan toch niet zelf Gods eisen onderhouden? Uit jezelf kun je toch niet allerlei dingen doen die God goed vindt? Daar moetje toch om vragen?

Alben: Eigenlijk zegt de Bijbel wat wij moeten doen. Het is niet zo dat de doop zegt wat wel en niet mag.

Christianne: Ja. Als je niet gedoopt bent en toch een keer onder het Woord bent gekomen, ben je wel verantwoordelijk. Ongedoopten hebben dan ook plichten. Alben: Maar als je echt iets wilt en je mag het niet. dan is dat toch wel een soort plicht van dc doop. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat je door al die plichten te houden, zalig wordt. Maar plichten zijn er wel.

Christianne: Maar als je daar tegenover het geluk van Gods kinderen ziet.... Ik denk dat het geen last is. als je dat echt gaat inzien.

Sari. we willen nog even terugkomen op jouw opmerking. Jij en-aart het wel eens als last? Sari: Nou ja, last Ik heb heus geen zin om nu eens lekker naar de disco te gaan.

Het zijn meer de kleine dingen, die je wel wilt. maar niet mag. Hendrik-Jan: Ja. cr zijn dingen die je best wel wilt, maar waarvan je denkt: is dat wel goed?

(stilte)

Judith: Volgens mij denk je daar niet altijd aan. Ik denk tenminste niet steeds: dat mag ik niet. want ik ben gedoopt. Je doet gewoon vaak dingen die niet mogen.

Wint: Ik denk daar wel eens aan. zij het op een andere manier. Ik werk 's zaterdags bij Albert Heijn. Daar spotte eens iemand met het ouderlingschap. Als ik dan min of meer als vertegenwoordiger van die kerk niets zeg. voel ik dat als iets dat op me drukt. Dan denk ik. ik moet iets zeggen. Dat is ook een soort last, althans het is niet makkelijk om dan iets te zeggen.

Zijn jullie het er mee eens datje ervoor uit moet komen dat je gedoopt bent?

Sari: Ja, dat moet wel. maar vaak doe je het niet. Christianne: Je hoort in de klas ook wel eens dat er gevloekt wordt. En die jongeren zijn dan ook gedoopt. Dan moet je eigenlijk waarschuwen, maar dat vind ik nu juist zo moeilijk.

Vinden jullie het op een reformatorische school moeilijker om er voor uit te komen dal je gedoopt bent? Christianne: Misschien wel......

Hoezo? Christianne: Tja. hoe moet ik dat zeggen.....

Stel dat er iemand vloekt. Hoe denk je dan dat er gereageerd zou worden als je er iets van zou zeggen?

Christianne: Dat weet ik eigenlijk niet. Er is niet altijd gelegenheid om iets te zeggen, maar als die er wel is, durf ik het vaak nog niet.

Heeft iemand van jullie een bijbaantje? Hendrik-Jan: Ja. ik.

Wat vind je dan moeilijker: om op school te leven overeenkomstig Gods Woord of om op het werk voor je gedoopt-zijn uit te komen? Hendrik-Jan: Ik werk bij een diaken van onze kerk.... (als iedereen uitgelachen is)... maar daar werken ook jongens die niet naar de kerk gaan en die zijn gewoon stil als ik voor mijn eten wil bidden. Wint: Als ik zaterdags bij Albert Heijn sta en er vloekt iemand, dan zeg ik nog al gauw op een speelse manier:

’Word jc daar nu rijker van? ', ofzo. Dan zeg ik dat eigenlijk ontspannen. Maar op school voel ik me toch verantwoordelijk. omdat je dan weet dat de ander zondags ook onder het Woord zit. Kijk. cn dat stukje verantwoording maakt het volgens mij wat moeilijker om op school ervoor uit te komen dan in de nict-christelijke omgeving.

Sari: Nou, dat weet ik niet. Op school zijn ze allemaal gedoopt cn dat weten ze zelf ook. Maar onkerkelijke mensen weten niet beter. Dan moet je je eigenlijk meer verantwoordelijk voor voelen.

Hendrik-Jan: Het maakt ook uit of je in de klas zit, met een groep om je heen. of dat je met twee man bent.

We hebben het nu over het uitkomen voor de doop. Jullie noemen dan waarschuwen bij vloeken. Maar kunnen jullie nog meer voorbeelden noemen? Christianne: Je moet het goede voorbeeld geven. Maar ja. daar komt zo weinig van terecht. Wim: Ik vind dat het heel belangrijk is. dat je in de hoofdlijnen consequent bent en dat je niet gaat slingeren. Dus dat je bi jvoorbeeld als meisje niet 's zondags met een hoedje op in de kerk zit en door de week altijd met een lange broek aan loopt.

Judith: Ik vind dat het niet alleen in je uiterli jk moet zitten, maar dat je ook iets van binnenuit moet uitstralen. Hendrik-Jan: Als je iedere zondag naar de kerk gaat en ook door de week laat merken dat je een christen bent. dan zien de mensen dat wel. Onze huren waren eerst erg druk op zondag met auto's wassen, timmeren en gras maaien. Maar mijn moeder praat wel eens met de buurvrouw en nu houden ze meer rekening met ons. Ze accepteren ons.

7.0 te horen vinden jullie het allemaal moeilijk om te leven overeenkomstig hetgeen de Heere van ons vraagt. Waarom eigenlijk?

Sari: Ze kijken je anders aan als ze weten dat je een christen bent. Misschien lachen ze je ook wel uit.

Christianne: Ik vind het ook moeilijk om een ander op zijn fouten te wijzen, terwijl je weet dat je hef zelf ook niet goed doet.

Alben: Ja. wat moetje nu vertellen aan anderen, als je het zelf ook fout doet. Dan kun je wel met dc Bijbel aankomen, maar die geloven ze ook niet altijd. Toch is dat het enige waar je op terug kunt vallen.

Als het gaat over de plichten van doop. valt het ds. Elshout op dat niet éénmaal iets gezegd werd ..dat getuigde van blijdschap over of dankbaarheid voor het feit dat de jongeren gedoopte jongeren zijn. Dat vraagt om bezinning. Dat gedoopten ervan overtuigd zijn dat het bezit van een gedoopt voorhoofd konsckwenties heeft zowel voor de wijze waarop men de zondag doorbrengt als voor de wijze waarop de overige dagen van de week op school of elders wordt geleefd, is iets om dankbaar voor te zijn.

Dat is beslist geen vanzelfsprekendheid. Hoe velen zijn er niet die evenals de onheilige Ezau hun ..eerstgeboorterecht op verbondszegeningen" opofferen aan hun vleselijke verlangens

en als heidenen zich gedragen. Dat het zich gedragen naar de verantwoordelijkheid en verplichtingen die het gedoopt-zijn met zich meebrengen alleen of hoofdzakelijk als een plicht of als een last ervaren wordt, wijst er echter op dat het voorrecht van het gedoopt-zijn niet of niet voldoende beseft wordt. Wettische voorzichtigheid uit angst voor straf bij nalatigheid of uit hoop op beloning is niet het van God gewilde antwoord op het bevoorrecht zijn met het ontvangen van de heilige doop en wat daaruit voortvloeit.”

Het werkzaam zijn met de doop

Er wordt wel eens gezegd: 'Je moet werkzaam zijn met de doop'. Zijn jullie dat wel eens? Gaan jullie wel eens naar de Heere met de woorden: 'Heere, ik ben gedoopt. U heeft toen gezegd: er is genade’?

Judith: Nee. eigenlijk niet. ik heb het eigenlijk nooit zo gezien. Ik weet wel dat je plichten hebt met een gedoopt voorhoofd. Maar zo heb ik het nooit gezien.

Wim: Je denkt wel eens: 'God heeft je gedoopt en Hij houdt je bij Zijn Woord. Dal is een voorrecht. Maar is dal dan alles? Dat doet de Heere toch niet zomaar? ’

Alben: Als je niet bekeerd bent. maar je hebt wel een gedoopt voorhoofd, dan kun je daar altijd op terugvallen in het gebed. Maar hoe je dat moet zien 'k Weet het niel. Wim: Ja. je mag denk ik met je gedoopte voorhoofd naar de Heere toe gaan en vragen om bekering. Hij heeft ons toch laten dopen en laten opgroeien onder Zijn Woord. Maar ik geloof dat als wij door genade op onze plaats mogen komen, wij niets anders overhouden dan zonde en schuld.

Christianne: Eigenlijk denk ik er weinig aan. dat ik vroeger gedoopt ben. Ik denk natuurlijk wel eens aan het feit dat ik tot een kerk mag behoren, maar eigenlijk niet aan de doop.

Sari: Ik heb eigenlijk ook nooit gedacht: ik ben gedoopt, dus U heeft bemoeienissen met mij gehad.

Vinden jullie hel belangrijk de doop regelmatig bediend dat wordt in de gemeente?

Christianne: Ja, de hele gemeente wordt er dan bij bepaald. Bovendien is het een sakrament. Het is dus ook voor Gods kinderen. Ik las laatst van Luthcr. dat hij op de muur schreef: 'Ik ben gedoopt', als hij het moeilijk had. Dat is denk ik een troost voor Gods kinderen. Maar eigenlijk zien we het heilig avondmaal veel meer als een sakrament.

Ja. om de ware betekenis van de doop, maar ook de troost daaruit te putten is wedergeboorte nodig. Maar hoe zou het komen dat jullie het heilig avondmaal meer als een sakrament zien dan de doop?

Christianne: Omdat Gods kinderen er dan zelf bij betrokken zijn.

Alben: Het heilig avondmaal is gericht op Gods kinderen en de doop is meer algemeen. Wim: Bij de heilige doop komt het volk van God niet zo naar voren, terwijl het eigenlijk wel om hen gaat.

Mag je als onbekeerde gebruik maken van het sakrament van de heilige doop?

Christianne: Je mag je kinderen niet ongedoopt laten. Maar als je onbekeerd bent. kun je je kinderen eigenlijk niet naar de eis van God opvoeden. Eigenlijk kan het dus niet Wim: Het gaat er niet om: mag ik mijn kinderen laten dopen, maar: moet mijn kind gedoopt worden.

Duidelijk voelen we de spanning aan die er ligt tussen het gebruik van de verschillende sakramenten. De Heere zegt tot iedereen in de gemeente „ Voor jou is er genade te verkrijgen. Dat verzeker Ik je met het zegel van de doop". Toch is het ..niet al Israël dat Israël genoemd wordt". In het heilig avondmaal wil de Heere zeggen: „Ik voor u. daar gij anders de eeuwige dood had moeten stenen ". Dan ligt er troost in zowel de doop als het heilig avondmaal voor allen die geloven in het bloed dat op Golgotha's heuvel is gevloeid. Toen is het Paaslam geslacht. Dat evangelie mogen gedoopte jongeren iedere week horen. Juist daarom is de waarde van de doop zo groot.

Ds. Elshout: .Daarnaast zijn er nog vele andere zegeningen geschonken door de God van het verbond. Naast andere weldaden is het opgroeien in een gezin waarin met God. Zijn geboden en beloften rekening wordt gehouden (ook al gebeurt dat nog zo gebrekkig) een zegen! Dat betekent het opgroeien in een „beschermde" omgeving. Ik geloof, dat Gods beschermende en verzorgende hand. in Zijn zorg voor degenen die naar Zijn Naam genoemd zijn. iets is dat meer benadrukt zal moeten worden bij de omgang met jongeren. Dat is een betamelijke zaak ten aanzien van het eren van de Vader der lichten. Die een behouder is van alle mensen en meest van de gelovigen (1 Tim. 4:10). Maar het is ook voor ons een nodige en nuttige zaak. Wat zou ons

leven anders zijn. wat zou het doen van wat God geboden heeft veel meer een lust dan een last zijn. wanneer er meer oog zou zijn voor de vele zegeningen die gedoopten mogen ontvangen boven vele niet-gedoopten. ondanks alle onwaardigheid onzerzijds.

Het is waar.... zeggeningen die dit aardse leven aangaan, zijn niet genoeg voor de eeuwigheid. Laten de woorden uit 1 Kor. 10 ons steeds weer tot waarschuwing zijn: ..lk wil niet. broeders, dat gij onwetende zijt. dat onze vader allen onder dc wolk waren en allen door de zee doorgegaan zijn.... en allen in Mozes gedoopt zijn in de wolk en in de zee.... en allen dezelfde geestelijke spijs gegeten hebben.... en allen dezelfde geestelijke drank gcdranken hebben want zij dronken uit dc geestelijke steenrots die volgde, cn de steenrots was Christus. Maar in het meerder deel van hen heeft God geen welgevallen gehad, want zij zijn in de woestijn terneder geslagen. En deze dingen zijn geschied ons tot voorbeelden opdat wij geen lust tot het kwade zouden hebben, gelijkerwijs zij lust gehad hebben". Ook wordt het leven onder de bediening der verzoening, met de daaraan en daarmee verbonden ambtelijke verzorging door de verschillende ambtsdragers, al tc vaak niet op de juiste waarde geschat.

Laat het ons dagelijks gebed zijn om Gods zegeningen te mogen zien en te leren waarderen als verbondswcldaden. Wanneer dat mag gebeuren door Gods genade en Geest, dan zal daaruit de lust voortkomen om uit dankbaarheid als een liefdedienst. waardiglijk het Evangelie te wandelen. We hebben (de) genade (van Christus) nodig om met lust het vlees en zijn werken tc kruisigen en onze leden te stellen tot wapens der gerechtigheid. Hij Die ons van God gegeven is tot wijsheid van God. rechtvaardigheid, heiligmaking en volkomen verlossing, Heere Jezus Christus, wil etom gevraagd zijn dat Hij ons dat doe. God de HEERE geve dat zowel de rechten als de plichten van het gedoopt-zijn ons werkzaam zullen maken en houden om eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid te zoeken. Dan zullen Woord en sakrament. als vervulling van Gods beloften, door Zijn Geest die troost, dat heil zekerlijk doen ondervinden dat zaligmaakt in dit en het toekomende leven.”

Jongelui, bedankt voor de open en eerlijke wijze waarop jullie hebben gereageerd. Aan het eind van hel gesprek merkte één van jullie op: ..Ik vond het jijn om hieraan mee te werken. Dal ik nu in de Daniël kom. vind ik van minder groot belang.”

We hopen dat jullie bijdrage herkenning oproept bij anderen, maar dat het totaal ook zal leiden tot verdere doordenking van de vraag: .. Wat betekent de doop in mijn leven? ”

Unaniem waren jullie van mening dat het bezig-zijn met het onderwerp erg zinvol was. Laat dit een aansporing zijn voor anderen.

E, van Heli

Arjen van Trigt

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen