Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde.

De wil van God
“Hij wil dat een ieder zijn verdorvenheid en onvolkomenheid kennen zal; die er de niet- wedergeborenen toe dienen om hen tot Christus te leiden, en die de wedergeborenen nodig zijn als regel voor hun leven.” Tot de wil van God behoort ook geloof en heiligmaking. Het schepsel dient zijn Schepper en zijn Verlosser te eren met ziel en lichaam. In de geboden is verwoord wat Gode welbehaaglijk is. Gods wil is volmaakt. De wil van de mens is verdorven: vijandschap en onwil tegen God. De zondige wil van de mens dient bestreden te worden. Wat iedereen doet kan niet het richtsnoer zijn van handel en wandel. We moeten ons richten naar het Woord en de Wet van God. De Wet van God is geestelijk. Gods kinderen letten nauwkeurig op Gods bedoeling, wil en bevel om daarnaar te handelen en aan de wil van God metterdaad gelijkvormig te zijn. God heeft Zijn Woord niet gegeven om geweten te worden, maar om gedaan te worden. “Het weten zonder het doen is opzettelijk nalaten hetgeen er gedaan moet worden. Gods Woord prijzen zonder het na te volgen, betekent het metterdaad verwerpen, daar men het in schijn aanneemt.” De burgers van het Koninkrijk van God doen de wil van hun hemelse Vader. “Met een welwillend gemoed, met lust, vol vuur en ijver zullen zij de wil van God zoeken na te leven.” God heeft de gewillige onderhouder van Zijn geboden lief en niet degene die Hem gedwongen gehoorzaamt. Goede kinderen gehoorzamen uit liefde hun ouders. Zo gehoorzamen Gods kinderen uit liefde tot God. Steeds zijn zij gereed om de wil des Heeren te doen.

De engelen
Christus stelt de engelen tot voorbeeld. Zij zijn gehoorzaam aan Gods wil. Zij doen spontaan het goede. In alles komt hun wil overeen met de wil des Heeren. De bevelen van hun Schepper volbrengen zij getrouw, gewillig en met ijver. In de Bijbel worden zij met vleugels afgebeeld omdat zij vlug hun opdrachten plegen te vervullen. Nog sneller dan een bliksemschicht doen de engelen wat hun wordt opgedragen. “Er is er niet één die ook maar een millimeter buiten zijn gelid treedt.” Eendrachtig luisteren zij naar God en volgen Zijn bevelen op. Gods kinderen zijn duur verplicht God te gehoorzamen. God heeft voor hen Zijn eigen Zoon gegeven. De Zoon van God heeft de ware menselijke natuur aangenomen en heeft de zaligheid voor Zijn Kerk verworven. Gods kinderen dienen dezelfde vurigheid, welwillendheid en ijver aan de dag te leggen in het gehoorzamen aan God als de engelen. Ieder op de plaats die de Heere hem of haar gegeven heeft. Dit geldt overheden en predikanten, dit betreft meesters en knechten. Ouders dienen hun kinderen op te voeden in de vreze Gods. Onderwijzers moeten hun leerlingen trouw les geven. Minderen moeten hun plicht tegenover hun meerderen vervullen. Wie dat doet toont daarmee dat hij een onderdaan is van de allerhoogste Koning. Er wordt helaas tegen Gods wil op aarde oneindig veel gezondigd. Bij vele miljoenen mensen voert de eigen wil nog heerschappij. Zij leven naar de begeerlijkheden van het vlees en luisteren naar de ingevingen van hun verdorven natuur. Zij gedragen zich niet naar Gods Wet. Alle onwedergeborenen, hetzij dat zij de christennaam dragen of niet, overtreden Gods geboden. De wereld is vol van verzet tegen ouders en overheden. De wereld is vol van haat en bloedvergieten, vol onkuisheid, onrecht, leugen en valsheid. Het wemelt van mensen die het Evangelie niet geloven, die Christus niet willen aannemen, en die zich om geen zaligheid, wedergeboorte of vermaningen bekommeren. Doordat er zoveel mensen zondigen is dit als het ware tot een algemene wet geworden. Velen volgen het doen en laten van de wereld na. Velen hebben alleen uitwendige kennis van God. Zij noemen Christus hun heer. Zij zijn lid van de kerk. Maar zij doen niet de wil van de hemelse Vader. De oude mens heerst en men wandelt in de oude, zondige wegen. Vergeving en barmhartigheid worden misbruikt om te zondigen. Zelfs Gods kinderen hebben nog te strijden tegen de inwonende zonde. In strijd met hun eigen wil komt het nog tot overtreding van Gods wet. Zij zijn vaak slap en koud in het onderzoek van Gods wet. Het voorbeeld van de engelen is vaak beschamend voor Gods kinderen. Daarom is er reden voor Gods kinderen om te bidden dat de Heere hen geve onderhouding van Zijn geboden. Zij zouden graag zien dat alle mensen zich zouden onderwerpen aan Gods Woord en Wet. Arnoldus Cornelii besluit met een gebed om de volvoering van Gods wil. “Stort Uw Geest uit over de mensenkinderen, opdat zij hun eigen wil weerstaan, verloochenen en doden!” Er wordt gebeden om de engelen na te volgen in hun gehoorzaamheid aan de wil van God.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen