Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Evangelist Herman Takken en het dilemma van artikel 36

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Evangelist Herman Takken en het dilemma van artikel 36

"Wanneer je moslims beknot in hun vrijheid van godsdienst, zul je dat ook bij joden moeten doen"

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het aantal moslims in Nederland nam in vijftien jaar met ruim honderd procent toe. Voornamelijk door gezinshereniging van gastarbeiders, de laatste jaren ook door de instroom van asielzoekers. Waar kerken werden gesloopt, verrezen moskeeën. Moslims uit de maatschappelijke bovenlaag klommen op tot in het parlement. Vanuit zowel liberale als orthodox-christelijke hoek is de opmars van de islam een bedreiging genoemd. Evangelist Herman Takken vindt het vooral een uitdaging. „We hebben een blijvende opdracht van Godswege om vertolker van het Evangelie te zijn."

Het gaat niet met feestgedruis gepaard, maar een jubileum is het. De interkerkelijke stichting 'Evangelie en Moslims' bestaat twintig jaar. Onlangs verhuisde de bescheiden organisatie naar een nieuw kantoor in Amersfoort. Van daaruit worden gemeenten en individuele christenen 'aangespoord en toegerust tot getuigenis en dienst onder moslims'. Toen veldwerker Herman Takken in 1982 in dienst trad, telde Nederland ruim 300.000 islamieten. In vijftien jaar verdubbelde dat aantal tot 675.000. „Destijds ging het vrijwel uitsluitend om Turken, Marokkanen, Surinamers en Indonesiërs. Door de vluchtelingenstroom is het palet veel breder geworden. We hebben nu ook moslims uit Irak, Iran, Afghanistan, Soedan, Egypte, Algerije... Deze mensen hebben een totaal andere achtergrond. Ze zijn meestal hoger opgeleid, waardoor de communicatie gemakkelijker verloopt. Een aantal van hen zoekt zelf contacten met christenen. Ze hebben vaak niet de fraaiste kant van de islam gezien en zijn benieuwd wat het christendom te bieden heeft. De gastarbeiders zochten het veel meer in de beschutting van de eigen gemeenschap en verkeren nog steeds in een sterk isolement."

Integratie
Vanuit de politiek is de laatste jaren benadrukt dat allochtonen zich cultureel en sociaal hebben aan te passen. „Het uitoefenen van een bepaalde druk is heel goed. Mensen hebben een stok achter de deur nodig. Dat betekent tegelijk dat we situaties moeten creëren waarin allochtonen tot ontwikkeling kunnen komen, waardoor ze zich beter thuis gaan voelen in de Nederlandse samenleving. Van positieve discriminatie ben ik geen voorstander. Dan geef je geen impuls, maar neem je juist een impuls weg. Naar twee kanten zijn fouten gemaakt: door groepen niet de kans te bieden zich te ontwikkelen, en door ze op een belerende manier in de watten te leggen. Ik vind overigens niet dat deze mensen alles van hun achtergrond hoeven op te geven. Iemand die uit de Arabische of Turkse cultuur komt, brengt dingen mee waar hij trots op kan zijn. Er zitten heel positieve elementen in, zoals in onze cultuur zeer negatieve elementen zitten, die ik niet graag overgenomen zie. Denk alleen maar aan het individualisme. Je hoort wel eens de kreet: 'Ze moeten zich aanpassen', maar hoe ver gaat dat?" „Er is weinig oog voor dat de meeste moslims in ons land zich al heel ver hebben aangepast. Dat beseft ieder die in hun thuisland heeft rondgekeken. Het draagt bij aan de kleurrijkheid van de samenleving dat we elkaar respecteren en een stuk ruimte gunnen. Met een aantal duidelijke grenzen, zoals het monogame huwelijk. Op dat soort punten moeten we voet bij stuk houden. Wil een moslimman toch meer vrouwen, dan geeft hij daarmee zelf te kennen dat hij beter past in het thuisland." Zowel de gereformeerde politicus Gert Schutte als de liberale Elsevier-columnist Pim Fortuyn stelde dat de toestroom van islamieten voor de Nederlandse cultuur meer een bedreiging dan een verrijking is. Die mening deelt u niet? „Een cultuur erodeert het sterkst door innerlijk verval. Dat zie je ook in ons land. De secularisatie is niet ontstaan door de komst van moslims. De presentie van moslims moet de kerk juist sterker maken in haar getuigenis. Het feit dat dat zelden gebeurt, getuigt van eigen zwakte. We hebben een blijvende opdracht van Godswege om vertolker van het Evangelie te zijn naar geseculariseerde medelanders, naar moslims, naar joden." 'Evangelie en Moslims' probeert al twintig jaar christenen en kerken te motiveren tot evangelisatie onders moslims. Is daarin vooruitgang geboekt? „Het blijft moeilijk. In Nederland staan we in een traditie met een grote voorliefde voor het volk Israël. Die op zichzelf positieve houding gaat bij velen helaas samen met een algemene aversie tegen moslims. Als je in het MiddenOosten komt, merk je dat de sympathie voor Israël zelfs ten koste gaat van de liefde voor Arabische broeders en zusters. Die ervaren dat als heel pijnlijk."

Verworvenheid
De moslims in ons land kregen letterlijk en figuurlijk de ruimte voor het onderhouden en uitdragen van hun eigen godsdienst. Hoe staat u daar als christen tegenover? „Persoonlijk zie ik het als een verworvenheid in onze samenleving dat mensen niet gedwongen worden een bepaalde religie aan te hangen, en omgekeerd niet beperkt worden in het praktizeren van hun eigen godsdienst. Hoe meer we die verworvenheid bestrijden, hoe meer we lijken op sommige islamitische landen. Gun mensen de ruimte voor hun overtuiging. Daarmee ga je tegelijk het proces van radicalisering tegen. Wel sporen wij christenen voortdurend aan om moslims op een positieve manier te benaderen met het Evangelie. In de hoop dat ze gewonnen worden voor het christelijk geloof, en de Heere Jezus Christus leren kennen zoals Hij is. Gaan we ze inperken in dat waaraan ze nu hun houvast ontlenen, dan werkt dat alleen maar averechts." Ustaat welwillend tegenover een opleiding voor imams in Nederland? „Eigenlijk wel, mits ze er zelf voor geknokt hebben. Ik zou het een onrechtvaardige zaak vinden als zij die ruimte niet krijgen, terwijl tal van andere groepen die wel hebben. Denk aan de joden, met hun eigen instellingen en synagogen. Qua religie zijn er duidelijke parallellen tussen de islam en het jodendom. Beide stellen het onderhouden van de wet centraal en ontkennen dat God zich geopenbaard heeft in Jezus Christus. Wanneer je moslims beknot in hun vrijheid van godsdienst, zul je dat ook bij joden moeten doen."

Artikel 36
Met deze opvatting zult u vragen hebben bij artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. „Ja, daar heb ik wat moeite mee. Vanuit het theocratische denken van artikel 36 moet de islam als een valse godsdienst bestreden worden. Dat veronderstelt dat de islamitische gemeenschap anti-christelijk is, en de Nederlandse natie christelijk. Bij beide uitgangspunten kun je vragen stellen. De Bijbel leert mij dat het oordeel bij het huis Gods begint. In de brieven van Johannes zie je dat heel duidelijk. Het anti-christelijke komt van binnenuit, door de verkondiging van dwaalleraars. Als ik islamieten ontmoet, merk ik dat het mensen zijn die respect hebben voor God en gebod. Spreek je door over de vraag wie God is, dan komen de meest indringende verschillen naar voren. Dat is buiten discussie. Maar er zijn meer aanknopingspunten dan in een gesprek met een geseculariseerde Nederlander." In welke mate is de moslimgemeenschap de achterliggende vijftien jaar geseculariseerd? „De secularisatie gaat ook daar ontzettend hard. De tweede en derde generatie komt nauwelijks meer in de moskee, is ook niet meer aanspreekbaar op de islamitische voorschriften." Is dat vanuit christelijke optiek positief te waarderen? „Ik denk het niet. Een geseculariseerde moslim is moeilijker met het Evangelie te bereiken dan een praktizerende moslim. Opvallend is ook dat de problemen niet worden veroorzaakt door toegewijde, maar door ontspoorde moslims." ziet in de praktijk dat het islamitisch extremisme daar toeslaat waar het economisch slecht gaat of waar fundamentalistische moslims onderdrukt worden. In ons land ontstaat soms wat groepsvorming rond een prediker die de harde lijn voorstaat, maar dat heeft nauwelijks effect op de Nederlandse moslimgemeenschap als geheel. Door de vrijheden en rechten die ze heeft, krijgt fundamentalistisch extremisme hier nauwelijks voet aan de grond." De moslimgemeenschap raakte vooral in opspraak door de leidende positie van Turken in de drugshandel en die van Marokkaanse jongeren in het straatgeweld. Heeft dat de tolerantie ten opzichte van moslims geschaad? „Dat vind ik niet. Intolerantie berust op een algemeen gevoelen waarvoor geen feiten zijn aan te voeren. 'Het gaat de verkeerde kant uit en dat komt door de moslims.' Het concreet benoemen van problemen is iets heel anders. Misdaad en onrecht mogen we nooit tolereren."

Fanatiekelingen
De Volkskrant maakte recent melding van de groeiende invloed van Maulana Shah Ahmad Noorani Siddiqui, hoofd van de World Islamic Mission en overtuigd moslimfundamentalist. Hoe plaatst u zo'n bericht? „Regelmatig zie je fanatiekelingen opstaan die ook in Nederland invloed proberen te krijgen. Heel bedreigend. Maar het gaat er bij mij niet in dat deze man spreekt namens de 25.000 Surinaamse moslims in Nederland. Je

Gezag
„Wel moeten we ons afvragen hoe het komt dat zo veel Marokkaanse en Turkse jongeren in de criminaliteit belanden. Voor een deel heeft dat te maken met het contrast in het optreden van politie en justitie in het thuisland en Nederland. Met name in Marokko worden wetsovertreders keihard aangepakt. Hier kijken we heel anders tegen gezag aan. Inhoudelijk gezag waarderen we boven formeel gezag. Mensen worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid. Die aanpak werkt misschien bij Nederlanders, die in dat klimaat zijn opgegroeid, maar niet bij mensen die vertrouwd zijn met een repressief systeem. Ze hebben het gevoel dat je hier vrijwel straffeloos de wet kunt overtreden. De zuigkracht van de westerse samenleving met al z'n vrijheden is bovendien heel sterk. Veel moslimjongeren worden meegezogen, raken ontworteld en ontsporen. Je vraagt je soms af of het met die groep nog goed kan komen." Hoe ziet u de toekomst voor de moslimgemeenschap in Nederland? „Een groot deel van de moslimjongeren zal sterk seculariseren. Alleen hun huidskleur onderscheidt hen straks nog van Nederlandse jongeren. Een middengroep zal zich moslim blijven noemen, maar het met de islamitische voorschriften niet te nauw nemen. Daarnaast zie ik een groep ontstaan die heel bewust islamitisch is. Veel bewuster dan hun ouders, voor wie het vanzelfsprekend was. Met intellectuele argumenten zullen ze mensen proberen te winnen voor de islam. Tenslotte blijft er waarschijnlijk een kleine groep die zich militanter uit. Maar volgens mij vormt die zeker geen reële bedreiging." Volgende keer in de serie "15 jaar vol veranderingen": Korpschef J. Wiarda over het imago van de Nederlandse politie.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 november 1998

Terdege | 88 Pagina's

Evangelist Herman Takken en het dilemma van artikel 36

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 november 1998

Terdege | 88 Pagina's