Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een pop maken duurt wéken, maar geeft veel voldoening

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een pop maken duurt wéken, maar geeft veel voldoening

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Porselein, zelfhardende klei of tricot: je kunt het allemaal gebruiken om een pop te maken. Welke techniek je ook toepast, zelf poppen maken is leuk. En duur. En het wordt „een ziekte", menen de zeven poppenmaaksters die volgende week op de beurs Wegwijs bij Terdege exposeren. „Thuis is het nu zo kaal!"

Je zou verwachten dat iemand die poppen maakt vroeger een echt poppenkind is geweest. Voor mevrouw M. van Breugel uit Rijswijk gaat dat niet op. „Ik weet niet hoe ik begonnen ben. Ik ben altijd wel bezig. Ik was vroeger nooit een poppenkind, maar dat heb ik nu wel royaal ingehaald!" Zij maakt karakterpoppen van zelfhardende klei, voornamelijk ouderen. Ze nam les, samen met mevrouw W. van Rijswijk uit Andel, die eerst veel borduurde. „Maar op een gegeven moment hangen de muren vol, dan moet je wat anders. Ik zag een boek over karakterpoppen maken, dat leek me wel. Maar het mislukte, en toen heb ik cursussen gevolgd bij Bets van Boxel, een jaar of 6, 7. Twee keer per jaar acht middagen." De poppen van mevrouw A. van Schaik uit Bennekom zijn ook van zelfhardende klei. Ze dragen vrijwel allemaal klederdracht. „Ik vond klederdracht altijd al erg mooi. Eerst kleedde ik gekochte poppen aan, op den duur wil jt ze zelf" maken. Nu worden het echte mensjes. Eerst dacht ik: Dat kan ik nooit. Juist in de tijd dat mijn man was overleden, werd ik gevraagd om een opengevallen plaats op een poppencursus in te nemen. Ik heb dat als leiding gezien. In plaats van stil te zitten heb ik dit mogen oppakken. De kinderen namen en nemen me mee naar Arnemuiden, Staphorst, Urk enzovoorts, om stofjes te kopen. Soms krijg je oude kleding mee."

Handen in de zakken
„Bij mij is het begonnen met vilten poppen uit het blad Knip", weet mevrouw H.N. van Reenen uit Baarn zich nog te herinneren. „Toen ze klaar waren, vond ik ze helemaal niet mooi meer. Ik bezocht een poppenbeurs en dacht: Dit is toch veel leuker! Ik heb alle rommel laten liggen en les genomen, een paar jaar. Ik zei altijd: Ik heb geen tijd, maar mijn dochter zei: Je doet het hoor! Ik heb geprobeerd poppen na te maken uit een boek van Joke Grobben, maar ik ben niet helemaal tevreden. Ik ga nog een keer les nemen."
Mevrouw Van Reenen gebruikt ook zelfhardende klei voor hoofd, armen en benen, maar maakt er lieve meisjes, dametjes en kindertjes van. „Eerst maakte ik de vingers aan elkaar, zo had ik het geleerd, maar nu probeer ik ze los te doen. Dat is echter." „Wij maakten ze in het begin met de handen in de zakken", lacht mevrouw Van Rijswijk.
Mevrouw L. van de Steeg uit Barneveld ging op een expositie overstag. „Het waren tricot poppen. Nadat ik verschillende cursussen had gevolgd, heb ik er een gedaan om zelf cursusleidster te worden en nu geef ik zelf les. Volgend jaar al 10 jaar." Bij het maken van tricot poppen wordt een stuk tricot over een voorgevormd masker getrokken, waarna het gezichtje beschilderd moet worden.
Ook mevrouw J. Roseboom uit Staverden maakt tricot poppen. „Ik was gewend ieder jaar een creatieve cursus te volgen. In een winkel zag ik tricot poppen en toen ben ik dat gaan doen. Toen ik er een paar gemaakt had, heeft het een poosje stil gelegen omdat ik met kleine kinderen zat. Later zag iemand mijn poppen en vroeg of ik er voor haar ook een wilde maken. Ik heb gezegd: Nee, maar ik wil het je wel leren. Zo is het gegaan en nu heb ik steeds weer een groepje dat bij mij komt."
Bij mevrouw R. Maljaars uit Middelburg, altijd poppenkind geweest, was „het hek van de dam" toen ze een poppenbeurs had bezocht: „Ik maakte de ene na de andere, 't is een ziekte! Maar alles staat nu vol, ik moet stoppen. Ook vanwege de pingping." Mevrouw Maljaars maakt replica's van porselein. De gegoten vormen voor o hoofd, armen en benen moeten in een speciale, tameUjk kostbare oven gebakken worden.

Zestig uur
Poppen maken is een dure hobby, geven alle maaksters toe. Daarnaast kost het veel tijd. De dames Van Breugel en Van Rijswijk doen zo'n zestig uur over een pop, inclusief kleding. Mevr. Van Br.: „Je hebt gauwer een jurk voor jezelf gemaakt dan een voor een pop. 't Is zo'n gepriegel." De anderen weten het niet exact, maar in elk geval zijn er weken mee gemoeid. Mevrouw Van de Steeg schat dat ze 12 tot 15 uur bezig is met de pop zelf, zonder de kleding. Mevrouw Maljaars is met 15 tot 17 uur totaal een gunstige uitzondering. Mevr. Van Re.: „Ze zeggen wel eens: Maak er voor mij ook een, ze weten niet hoeveel uur erin zit." Mevr. Van Sch.: „Maar het geeft zoveel voldoening." Vanwege de vele uren werk zijn de poppen haast te kostbaar om te verkopen. Trouwens, de poppenmaaksters kunnen eigenlijk geen afstand doen van hun 'kinderen'. Mevr. Ro.: „Ik vind verkopen moeilijk, er zitten zoveel uren in. En het materiaal is ook duur." Mevr. Van Re.: „Ja, je kunt er moeilijk van af." Mevrouw Maljaars is wel bereid de pop na te maken, maar verkoopt haar eigen exemplaar nooit. Mevr. Van Rij.: „Ik heb er onlangs twee verkocht, maar ik heb er zo'n spijt van! Eentje was een oude Veluwenaar met een gat in z'n sok, waar-ie breed lachend naar zat te kijken." De anderen prijzen het idee. Waar halen de "poppenmoeders" hun ideeën vandaan? Mevrouw Van Br.: „Uit boeken, bijvoorbeeld "Evert van de Veluwe". En ik werk in de ziekenzorg bij bejaarden, dan zie je ook veel." Mevr. Van Rij.: „Alle rommelmarkten zoeken we af Soms kom je zelfs op ideeën in de kerk! Ik heb onze dominee nagemaakt, 'k Ben er een avond geweest en heb de toga nagetekend." Mevr. Van Sch.: „Ik ook, hij staat nu op zijn studeerkamer."

Je eigen trekken
De poppenmaaksters vinden het moeilijk om iemand na te maken en nemen zeker geen opdrachten op dat gebied aan. Mevr. Van Rij.: „Toen we 25 jaar getrouwd waren heb ik mijn man en mij als bruidspaar gemaakt voor op de taart. Moeilijk hoor. Mijn man ging nog wel, maar je eigen! Bovendien zijn wij gewend gezichten met veel rimpels te maken, en dat moest nu niet." Mevr. Van Br.: „Ik heb Beatrix in de steigers staan." Mevr. Van Sch.: „Ik heb m'n moeder nagemaakt. Ze zeggen wel dat de trekken erin zitten." Opmerkelijk vinden alle dames dat je op beurzen in de poppengezichten de maaksters herkent. Je schijnt altijd iets van jezelf in je pop te leggen. Is dat bij deze zeven ook zo? Mevr. M.: „Ik maak replica's, dus mijn poppen lijken niet." Mevr. Van Rij.: „Ja, maar u zult nooit een dikke pop maken, terwijl men van mij niet anders verwacht!" Mevr. Ro.: „Bij mij op de cursus is een 'gezellige dikkerd' en die koos inderdaad een mal van een gezicht met volle wangen." (Tegen mevr. Van de St.:) „Hebben ze bij u ook een voorkeur voor de Lindamal?" Mevr. Van de St.: „Nee, ik laat ze de eerste keer kiezen tussen Gloria en Heidi." De karakterpoppenmaaksters vinden de handen het moeilijkste onderdeel van de pop. „Bij het gezicht maakt het voor ons niet uit of er tien of elf rimpels zitten. Maar je bent geneigd de handen te klein te maken, en de voeten. Het moet een vijfde zijn van je eigen afmetingen." Mevr. Van Rij.: „Ik ben wel 's van plan geweest om m'n eerste pop bij te werken. Die heeft echt nog van die 'reumahandjes'. Maar ik vervang ze toch niet; zo was m'n eerste werkstuk nu eenmaal." De overige dames vinden het schilderen van het gezichtje het lastigste karwei. Mevr. Van de St.: „Je moet het klein opzetten, dan kun je 't altijd nog groter maken. Echt mislukken kan het bij tricot poppen nooit, maar de een is wel preciezer dan de ander." Mevr. Van Re.: „Ik heb er een met tandjes gemaakt, maar dat grijnst meer dan dat het ghmlacht." Mevr. van Sch.: „Ja, je moet maar een paar tandjes doen."

Versleten sokken
Voor het haar van de karakterpoppen wordt schapewol uitgeplozen, terwijl de andere poppen een pruikje krijgen. Mevrouw Van Reenen haakt soms een kapje voor het hoofd waarop ze haren vastzet die ze uit een 'mensen'pruik haalt.
De attributen -bijvoorbeeld stoeltjes, en bij de karakterpoppen allerhande gereedschap- vinden de dames op rommelmarkten voor een habbekrats. De kleding van de pop is ook heel belangrijk. Daarbij wordt van onder af begonnen. Ofwel: een goede pop draagt ook ondergoed. Voor de karakterpoppen zijn oude stoffen nodig, de overige dames gebruiken meest nieuwe. Mevr. Van Rij.: „Hoe meer versleten hoe beter, want dan is het dunner en kun je het beter vormen. Ik kreeg van iemand altijd oude sokken, maar dan knipte ze er eerst het versleten stuk uit. Wilt u dat niet meer doen? heb ik gezegd, want juist dat dunne gedeelte past goed in de schoen of klomp!" Mevr. Van Br.: „We maken de stof zelf ook wel oud, door veel te wassen, te rekken enzovoort."
Mevrouw Maljaars gaf het al aan: Het huis is vol, ze is gestopt met poppen maken. „Nou, gestopt... dat durf ik niet te zeggen. Ik maak nog wel 's wat voor anderen. Echt gestopt... nee, even gestopt." Alle dames zijn het erover eens dat je eigenlijk niet kunt stoppen. Nadat mevrouw Van Rijswijk iemand heeft uitgelegd hoe ze een bepaald onderdeel van de pop maakt, verzucht mevr. Van Reenen: „Heb je dan nog wel zin om te koken? Als ik bezig ben denk ik: O bah, ook nog koken. Of ik aat de boontjes aanbranden..."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 oktober 1996

Terdege | 95 Pagina's

Een pop maken duurt wéken, maar geeft veel voldoening

Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 oktober 1996

Terdege | 95 Pagina's