Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERK EN KERKRECHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERK EN KERKRECHT

Dordtse Kerkorde, artikel 62

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een iedere kerk zal zulke manier van bediening des Avondmaals houden, als zij oordeelt tot de meeste stichting te dienen. Wel verstaande nochtans dat de uitwendige ceremoniën, in Gods Woord voorgeschreven, niet veranderd, en alle superstitie vermeden worde, en dat na de voleinding der predikatie en der gemene gebeden op de predikstoel, het formulier des Avondmaals, mitsgaders het gebed daartoe dienende, voor de tafel zal worden gelezen.

De wijze van Avondmaalsviering (3)

De noodzakelijke dingen (a) Hiervan zegt art. 62: Welverstaande nochtans dat de uitwendige ceremoniën, in Gods Woord voorgeschreven, niet veranderd en alle superstitie vermeden worde. Tot die noodzakelijke dingen rekende het Convent van Wezel, 1568: de breking des broods, omdat die door Christus klaarlijk is ingesteld en door de Apostelen en de gehele oudere kerk niet zonder gewichtige oorzaken is onderhouden geworden". Ook „dat in alle kerken gewoon brood en niet een bijzonder soort of ongezuurd brood of iets anders zal gebruikt worden, dat naar bijgelovigheid smaakt". Het staat vast dat de Heere Jezus bij de instelling van het Avondmaal ongezuurd brood aan Zijn discipelen heeft uitgedeeld, daar het brood bij het Pascha ongezuurd moest zijn. Onder Israël was tarwebrood het algemeen gebruikte brood, terwijl het gerstebrood geacht werd tot voedsel te zijn voor de armen en voor het vee. Volgens de wet moest door de Joden op de dag vóór het feest al het gedesemde uit het huis worden opgeruimd en op het feest zelf moesten ongezuurde broden, van ronde vorm en platgedrukt, ' gebruikt worden. Dit brood is zeker op de Paasmaaltijd aanwezig geweest en door Jezus gebruikt bij de instelling van het Avondmaal. Of de apostelen dit gebruik van Ongezuurd brood hebben nagevolgd of dat zij ook wel gezuurd brood gebruikten bij het Avondmaal is niet met zekerheid te zeggen. De oosterse kerk heeft dit gebruik van ongezuurd brood gehandhaafd. Ook de roomse kerk eiste ongezuurd brood, in de vorm van een hostie, d.i. een schijfje gebakken van ongezuurd tarwemeel. Deze ouwel, een dun en plat gebak, moet vervaardigd worden van tarwemeel zonder toevoeging van olie en zout en waarop een kruisbeeld staat afgedrukt, en wordt door Rome gebruikt omdat er niets van verloren mag gaan als de priester de'mis bedient. ;

Bij de aanvang van de Reformatie werkte dit rooms gebruik van ouwels in enkele gemeenten nog door en daarom kwam al spoedig op de eerste Synoden in ons land de vraag wat het gebruik in de reformatorische kerken moest zijn. De Synode van Emden (1571) sprak er zich over uit: „Wij achten dat er gewoon spijsbrood moet gebruikt worden, en dat dit gebroken moet worden tijdens de bediening van het Heilig Avondmaal". Ook de Synode van Dordrecht, 1578, zei: gewoon brood gebruiken. De Gereformeerden oordeelden dat Christus niet een bepaald voorschrift heeft gegeven, maar Hij van de gewone voedingsmiddelen van Kanaan heeft genomen. Dat daarom de kerk voor het Avondmaal zulk brood moet gebruiken dat als algemeen volksvoedsel gebruikt wordt. Dit brood moet zo worden toebereid' dat het als teken het meest de geestelijke voeding van Christus afbeeldt. En omdat het witte brood ongeveer de kleur heeft van het blanke vlees van de mensen, is het terwille van de symboliek nodig wit tarwebrood bij het Avundniaal te gebruiken. Volgens Rome mag er geen ander brood dan tarwebrood gebruikt worden, maar de protestanten zijn van oordeel dat men ook wel ander brood mag gebruiken wanneer er in noodgevallen geen tarwebrood te verkrijgen is. Wanneer dit tarwebrood niet aanwezig is, mag er ook ander brood gebruikt worden van een ander volksvoedsel. En dit is dan in ons voormalig Indië ook wel gedaan. Een andere vraag, die op de Synode van Middelburg 1581 gedaan werd, was naar aanleiding dat sommige predikanten niet het brood in repen gesneden op de tafel wilden hebben, maar geheel gebroken. De Synode antwoordde dat men bij het gewone gebruik moest blijven. Dit gewone gebruik was, dat men het brood eerst in brede sneden of lange repen sneed en dan zo op de Avondmaalstafel plaatste en dat de predikant het dan bij de uitdeling brak. Maar juist dit laatste is noodzakelijk. De breking des broods moest door de predikant in tegenwoordigheid van de gemeente geschieden. De hoeveelheid van brood, dat gegeven wordt, is niet te bepalen. Men behoeft niet zoveel brood te geven dat de aanzittenden geheel verzadigd worden. Dit heeft Christus ook niet gedaan. Maar omgekeerd mag ook niet zo weinig worden gegeven dat het meer gelijkt op kruimeltjes dan op „een bete broods". Wanneer echter het - karakter van het eten van het brood maar uitkomt, behoeft over de hoeveelheid van het brood niets nader bepaald te worden. Gewoonlijk reikt de predikant aan diegenen die naast hem of tegenover hem gezeten zijn een stukje brood aan dat hij van de reep heeft afgebroken, terwijl dan de andere avondmaalgangers van de rondgaande schalen een stukje brood kunnen nemen van de repen die de predikant tevoren heeft gebroken.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 december 1970

De Saambinder | 4 Pagina's

KERK EN KERKRECHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 december 1970

De Saambinder | 4 Pagina's