Waarom blanco-stemmen niet meetellen

Hierover is mij een vraag gesteld. Kan dit nu niet een vertekend beeld geven, zodat iemand gekozen kan worden waar de gemeente in feite niet achter staat? Het Gereformeerde kerkrecht, dat naar onze opvatting het meest op Gods Woord gegrond is, gaat er vanuit dat de verkiezing tot de ambten geschiedt onder leiding van de kerkeraad. De beginselen van de wettige verkiezing zijn in het Nieuwe Testament te vinden. De kerkeraad geeft bij de verkiezing niet alleen leiding, maar hij stelt ook vast de vereisten waaraan een ambtsdrager moet beantwoorden, terwijl de gemeente het recht heeft om te verkiezen. Wat verder de samenwerking kerkeraadgemeente betreft bij de verkiezing van ambtsdragers, aangaande de praktische uitvoering waren er drie verschillende manieren (zie mijn boekje Toelichting op de D.K.O., blz. 36). De D.K.O. heeft in art. 22 de volgende 2 manieren vastgesteld:

a. De ouderlingen zullen door het oordeel des kerkeraads en der diakenen verkoren worden. .. om de gemeente voor te stellen en om die te approberen (goed te keuren). b. De kerkeraad stelt een dubbel-getal (niet dubbeltallen) waaruit het halve deel door de gemeente verkoren moet worden. De eerste manier wordt in onze gemeenten alleen gevolgd in bijzondere gevallen b.v. in oorlogstijd waarin het niet mogelijk is de gemeente bijeen te roepen. De gewone manier die in onze gemeenten gangbaar is, is dat de kerkeraad een dubbel-getal kandidaten stelt, waaruit de gemeente de helft verkiest. Voorts is het verder dienstig steeds in het oog te houden dat een kerkeraad wat anders is als een bestuur van een vereniging. Een vereniging roept zelf een bestuur in het leven, bepaalt de eisen voor het bestuur en het bestuur moet van hun beleid rekenschap geven aan de leden.

Zo is het bij de kerkeraad niet. De ambten zijn ingesteld door de Koning van de kerk, en de ambtsdragers hebben van Hem hun bevoegdheden verkregen en zijn allereerst aan Hem verantwoording van hun daden en beleid verschuldigd. De Heere heeft Zelf opzieners over Zijn kerk aangesteld, die de gemeente hebben te weiden en te waken over de zielen. En aan de gemeente wordt bevolen de leiding der opzieners te erkennen en hun gehoorzaam te zijn. (Efeze 4:11; Hand. 20 : 28; 1 Petr. 5 : 2; Hebr. 13:17).

Om die reden is ook het recht in de handen van de kerkeraad gelegd om een dubbel-getal kandidaten aan de gemeente voor te dragen. De kerkeraad verklaart hiermee dat hij aan de gemeente deze mannen als de meest geschikste voorstelt om gekozen te worden. Juist ook te meer omdat de kerkeraad beter weet dan de leden wat de eisen zijn waaraan de ambtsdragers behoren te voldoen. En een goede kerkeraad zal dit zeer ernstig opnemen en ook biddend doen. De kerkeraad moet dan ook altijd personen stellen, die als ze gekozen worden dienstbaar kunnen zijn in het ambt. Aan dit recht van de kerkeraad mag niet getornd worden. Hij stelt de kandidaten en de mannelijke leden worden opgeroepen om uit het dubbel-getal de helft de verkiezen. Let wel: de mannelijke leden worden opgeroepen om uit het gestelde dubbel-getal de helft te verkiezen. Zij worden persoonlijk opgeroepen om té komen stemmen uit het voorgestelde dubbel-getal. De leden moeten dus een ingevuld stembriefje inleveren. Maar iemand die een blanco briefje inlevert, heeft niet gestemd. Hij had wel thuis kunnen blijven, juist omdat de kerkeraad opgeroepen heeft om te komen stemmen. Bij de telling van de ingeleverde stembriefjes worden dan ook de briefjes van onwaarde en de blanco briefjes niet meegeteld, want alleen de geldige stembriefjes beslissen de keuze.

de G.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen