Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De hand aan de ploeg

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De hand aan de ploeg

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een trektocht langs de verscheidene zendingsposten brengt altijd veel beslommeringen mee. Het is niet gemakkelijk alles voor enkele dagen mee te nemen. Behalve eigen benodigdheden, zoals kleren, slaapgerei, enz. moet ook alle voedsel en een voorraad water meegenomen worden. Daar komt dan nog bij wat voor cle medische zijde van de zending ingepakt moet worden, en dat is niet zo eenvoudig. Het is niet gemakkelijk om flessen met medicijnen zó te verpakken, dat ze niet breken, want men heeft te doen met slechte wegen. Iedere dag is het dan in-en uitpakken, omdat meestal maar één clag op elke plaats vertoefd wordt. Als op zo'n clag cle bewoners van clie streek bijeen willen komen, is cle gelegenheid er om het zaad van Gods Woord met alle gebrek te zaaien. Het gebeurt dan, clat een vijftigtal zwarten met aandacht luistert naar het evangelie des kruises. Het net kan clan worden uitgeworpen en cle uitkomst moet overgelaten worden aan Hem, Die Zijn Woord nooit ledig tot Zich zal doen wederkeren. Het wacht alles zo op de zegen des Heeren. Op 's Heeren woord moet het net worden uitgeworpen. De negers komen in elk geval onder de beademing van het Woord en zonder cle zending zouden ze nooit van hun leven ook maar iets hebben gehoord van de enige Naam, gegeven tot zaligheid.

Ook voor het lichaam van cle zwarten zorgt de zending zoveel in het vermogen is. Toen Van Woerden na een trektocht met ds. Mzamo en cle ouderling Alexander Mpofu in Ingwenya terugkwam, trof hij claar drie patiënten aan. Ze waren behoorlijk ziek en na een zeer lange reis waren ze de vorige clag gearriveerd. In een van cle oude huizen konden ze onderdak krijgen. Was er nu maar een ziekenhuisje te Zenka! Al was het maar voor twintig bedden. Dat zou al een hele uitkomst zijn. Er is echter geen geld en bij gebrek daaraan kan er niets van komen voorlopig.

Er is, 25 km vanaf Zenka, wel een klein kliniekje van het Gouvernement, maar wat betekent dit, als men weet, clat er niet eens een dokter is. Slechts eens in de twee weken komt een dokter het kliniekje bezoeken. Alleen een negerverpleger en een zuster moeten cle zieken daar verzorgen, en die twee mensen zijn niet eens gediplomeerd! Daar komt bij, dat ze met God geen rekening houden. Ze zijn hard en het komt wel uit, dat cle barmhartigheden cler goddelozen inderdaad wreed zijn, naar het woord van Salomo. Ook de dokter is cle man er niet naar om maar één woordje te spreken over het zieleheil van cle zieken. De patiënten, clie sterven moeten, gaan als blinde heidenen de eeuwigheid in. Als deze onder behandeling komen van cle zending, is het zo geheel anders. Dan horen ze, dat de Heere een God is, Die wonden slaat, maar ook kan helen; dat Hij boven alle dingen staat en de grote Medicijnmeester is, Die het geringste kan zegenen en Die in planten en kruiden een genezende kracht heeft gelegd, naar Zijn wijs bestel.

Maar ook kan gewezen worden op de kracht van Gods Woord en Geest: mensen, dood in zonden en misdaden, kunnen genezen worden. Er is een tegengif voor het gif der zonde: het oprechte geloof in cle Zone Gods. Van de striemen en etterbuilen kunnen ze gewassen worden in het bloed des Lams, om heilig voor God te gaan leven, of te gaan sterven als vader Jacob, wachtende op de zaligheid des Heeren.

Men kan zo dicht naderen bij mensen die ziek zijn. Meestal zijn ze dan zo gevoelig voor cle dingen, die cle eeuwige bestemming van een mens aangaan. Heidenen, die nooit naar de kerk komen, worden door hun ziekte gebracht onder het gehoor van het evangelie. Dan brengt cle Heere Zijn Woord tot hen. Dan kan het voorkomen, dat het niet is een ziekte tot de dood, maar tot verheerlijking van de Naam des Heeren.

De drie patiënten, die Van Woerden in Zenka aantrof, smeekten of ze bij hem mochten blijven. Het was ontroerend, maar het kon niet, want van het gemaakte plan kon niet worden afgeweken. Voor een week moest cle zendingsverpleger van Zenka weg. In andere plaatsen riep cle arbeid. Ook daar zouden weer mensen wachten op hulp, hetzij voor het lichaam, hetzij voor de ziel.

Wanneer men dan die arme mensen hoort smeken om mee te gaan, dan voelt men weer zo goed de grote moeilijkheden, die geregeld op het zendingsveld zich voordoen. Gebrek aan mensen, gebrek aan geld, gebrek aan voldoende instrumenten, gebrek aan.... Er is zoveel ellende en alle verdriet zou men willen lenigen, maar er is een grens aan het menselijk kunnen.

De vele en dagelijkse moeilijkheden kunnen wel ontmoedigend werken, maar als men dan mensen mag ontmoeten, die getrokken zijn uit de duisternis tot Gods wonderbaar licht, clan geeft dat weer moed om verder te gaan. Vooral als men bedenkt, dat vele zendelingen na jarenlange arbeid geen enkele bekeerling kunnen aanwijzen. Dat kan in Rhodesia wel.

En daarom: cle hand aan de ploeg en niet zien wat achter is. Getrouw en met een medelijdend hart zien te doen wat cle hand vindt om te doen. Ook in dezen zal de hand des vlijtigen worden gezegend.

N.

Naschrift

In cle dankdagcollecte te Oostkapelle (Walcheren) zat een briefje van ƒ 25.— met de boodschap er bij: „Stelt dit bedrag aan de heer Nijsse ter hand voor aankoop van een „landrover" voor de uitwendige zending, waarover hij in „Daniël" schreef."

Veel dank aan de onbekende gever of geefster voor zoveel hartelijk meeleven!

Het bedrag is al naar Rhodesia verzonden.

maar nu hij gestorven is, wil ik mij naar de Züriehers begeven, die wel hier in geen hoge achting staan, doch die in andere gemeenten een roem hebben, die door onze leraren niet kan verdonkerd worden. Het zijn vrome, geleerde en grote mannen, bij welke ik besloten heb mijn leven door te brengen. Voor het overige zal God zorgen."

Hij vertrok dus naar Zwitserland en op 3 oktober 1560 kwam hij te Zürich aan, waar hij zich inzonderheid aansloot bij Petrus Martyr, die een grote invloed op zijn verdere vorming uitoefende. Hij vond in hem een vaderlijke vriend, iemand, die het gemis van Melanchton enigszins kon vergoeden.

Door dit besluit koos hij zeer beslist voor de Zwitserse reformatie en zei van nu af het kamp der Lutheranen vaarwel, ook der Filippisten, die een bemiddelend standpunt trachtten in te nemen. Hij zou strijden aan de zijde van Martyr en Bullinger, Calvijn en Beza. Zijn ideaal werd steeds vaster: arbeiden voor de kerken der reformatie, maar steunende alleen op Gods Woord, vrij van het juk van alle menselijke autoriteit, Luther inbegrepen, waar hij in de Avondmaalsleer een onschriftuurlijk standpunt innam.

Lang liet men hem echter niet met rust. In 1561 reeds ontving de bejaarde Martyr van Keurvorst Frederik III de vererende uitnodiging, naar Heidelberg te komen om daar als professor aan de universiteit het werk der reformatie in de Palts te helpen verstevigen. De bedaagde geleerde zag echter tegen de zware taak op, een taak, die al de krachten van een jonge man zou vorderen. In zijn antwoordschrijven vestigde hij daarom het oog van de keurvorst op de jeugdige Ursinus. Niet dan na lang aarzelen nam deze het aan, waar hij, na op 25 augustus 1562 de waardigheid van doctor verkregen te hebben, de leerstoel van Olevianus in de dogmatiek en later het leraarsambt aan het college der wijsheid verwierf. Hij was een man van groot verstand, schrander oordeel, grondige geleerdheid, ijzeren vlijt, gloeiende van ijver voor de Waarheid, teder van geweten, doorwrocht in de polemiek dier dagen, en wanneer het de verdediging van het Calvinisme gold, was hij de voornaamste woordvoerder. De keurvorst waardeerde hem hoog, droeg hem de meeste en gewichtigste bezigheden op.

Aan de beide beschreven personen, Caspar Olevianus en Zacharias Ursinus, 26 en 28 jaar oud, droeg Frederik III het gewichtige werk: het opstellen van zijn catechismus, op. Mocht het bij de eerste oogopslag vreemd schijnen, dat de keurvorst daar juist zulke jonge mannen voor gebruikte, de uitkomst heeft de juistheid van zijn oordeel en de deugdelijkheid zijner keus bevestigd.

Over het verdere leven van Ursinus willen we zeer kort zijn.

W. van Dijk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 december 1959

Daniel | 8 Pagina's

De hand aan de ploeg

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 december 1959

Daniel | 8 Pagina's