Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Afscheidsdienst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Afscheidsdienst

Verslag afscheidsdienst Ds. G. Bouw zondag 27 augustus 1995 van Urk - Eben-Haëzer

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op zondag 27 augustus na een ambtsperiode van bijna acht jaar nam onze predikant, Ds. G. Bouw, afscheid van zijn gemeente. Op Ds. G. Bouw zijn eigen verzoek vond het afscheid in een zondagse eredienst plaats. Hij voelde zich zeer betrokken bij de vele jeugd en wilde daarom van zijn gehele gemeente afscheid nemen.

Tekst van de afscheidspredikatie was 1 Petrus 1 vers 25: “Maar het Woord des Heeren blijft in der eeuwigheid; en dit is het Woord, dat onder u verkondigd is”.

In zijn inleiding begon onze predikant met het Lutherlied. Bij alles wat er wankelt of bezwijkt; de troost voor Gods volk blijft, in het verval en de vervlakking van de kerk, het Woord Gods blijft in der eeuwigheid.

Een dienaar van het Goddelijk evangelie gaat heen, een onderherder gaat heen, maar de grote Koning blijft. Als een ambassadeur van Koning Jezus hebben we ons werk hier mogen doen. Een grote gemeente blijft achter, zoveel jonge mensen maar wat het belangrijkste is, dat Woord Gods houdt stand.

Dat Woord dat door de Heilige Geest zondaren bearbeidt tot zaligheid en ze trekt uit de macht van de satan en de zonde. Wat een voorrecht een dienaar van het Evangelie te zijn, we hebben ons werk met veel zonde en tekort gedaan, we hebben straks Psalm 79:4 gezongen: “Gedenk niet meer aan ’t kwaad wat wij bedreven”. Daar kom je als predikant schuldig onderuit. Maar het ging ten diepste om de naam van de Koning, om Hem aan te prijzen, om onbekeerden de nood van hun verloren bestaan te laten zien, om zoekende zielen, tobbende harten te mogen heenleiden naar die enige volkomen Borg en Zaligmaker om te eindigen met Gods volk in het wonder van vrije genade.

Een Frans spreekwoord zegt: afscheid nemen is een beetje sterven, maar vergeet mij maar, het Woord blijft.

Daarna ging onze predikant over tot ontvouwing van de tekst, het thema was: Het ook ons verkondigde Woord des Heeren blijft in der eeuwigheid

1. dat dat Woord blijft

2. dat dat Woord ons verkondigd is.

De tekst begint met “maar”, een tegenstelling, in het voorafgaande wordt gesproken over de vergankelijkheid. Petrus grijpt hier terug naar een woord uit Jesaja 40. Maar het Woord houdt stand, wat de jongeren ook horen op school, de Bijbel is Gods Woord van a tot z. Als we dat Woord niet hadden wisten we niets van het evangelie van vrije genade voor schuldige zondaren.

Dat de mens dood is in zonden en misdaden, maar, wonder van genade, dat God innerlijk bewogen is. Hij heeft geen lust in de dood van de goddeloze maar in je bekering en zaligheid. In dat Woord lezen we de noodzaak van de wedergeboorte, ook op het erf van het verbond, maar ook het aanbod van Zijn genade, u kunt nog zalig worden. Het mes moet er wel eens diep in, het mes van de ontdekking, maar we hebben hier wel op de kansel mogen staan onder de open hemel, gedreven door de liefde van Christus om zielen te redden. Zoveel zielen voor de eeuwigheid. Het is groot als er bij het afscheid gezegd mag worden: “Het is voor mij tot zegen geweest dominee”. Al zou ik maar voor één naar Urk gekomen zijn, dan is het eeuwig beloond, maar ik gun het u allemaal.

We hebben het van stervende lippen mogen horen: “U bent voor mij het middel geweest”. Aanbidding en verwondering blijven over.

Dat Woord blijft in eeuwigheid, Woord en daad zijn bij God één, in zijn bedreiging en zijn beloften, ook in deze turbulente tijd.

Een dienaar gaat weg, maar als het Woord wegging, dan was het veel erger, ’t ergst! Met dat Woord kunt u verder ook in de vacante periode. God komt er een keer op terug. Van deze acht jaar moet rekenschap afgelegd worden. Bij een predikant is het allemaal schuld en tekort, maar van u zal ook rekenschap gevraagd worden. Hebt u het bloed van de Heere Jezus nodig leren krijgen, dat kun je niet zomaar pakken, maar ook niet lijdelijk afwachten. Te moeten en niet te kunnen, op de knieën smeken en roepen om genade. Jeugd, jeugd waar gaat je hart naar uit, wat doe je in je vrije tijd. Ik moet me vrijmaken van jullie bloed, ’t kan zo plotseling eeuwigheid worden. Elke preek is eeuwigheidswerk. Wat dunkt u van de Christus? Ouderen, hoeveel preken hebt u al gehoord? Wat heeft het uitgewerkt. Het is nu nog de dag der zaligheid. “Wendt u naar mij toe en wordt behouden”. Ik heb u als gemeente uit Gods hand ontvangen, vanavond mag ik u in Zijn handen teruggeven. Hij moge alle zonde en tekort verzoenen in Zijn Bloed en Zijn Woord tot zegen stellen. “Heden zo gij Zijn stem hoort, verhard u niet maar laat u leiden”.

“Alle vlees is als gras en al zijn goedertierenheid als een bloem des velds. Het gras verdort, de bloem valt af, als de Geest des Heeren daarin blaast; voorwaar het volk is gras. Het gras verdort, de bloem valt af; maar het Woord onzes Gods bestaat in der eeuwigheid”, en dit is het Woord dat ook deze acht jaar onder u verkondigd is.

Aan het slot van de dienst zongen we de lievelingspsalm van onze scheidende predikant; Psalm 69:14:


Gij, hemel, aard’, en zee, vermeldt Gods lof;
Laat al wat leeft Zijn trouw en goedheid prijzen;
Want God zal aan Zijn Sion hulp bewijzen,
En Juda ’s steên herbouwen uit het stof
Daar zal Zijn volk weer wonen naar Zijn raad,
God eeuwig hun Zijn volle gunst betonen;
Daar zullen zij, Gods knechten met hun zaad,
Zij, die Zijn naam beminnen, erf’lijk wonen.


Hierna sprak ouderling J. Woord namens kerkeraad en gemeente de dominee en zijn gezin toe. Hij wees erop dat Ds. Bouw altijd de totale doodstaat en verdorvenheid van de mens heeft gepreekt, maar ook de mogelijkheid van zalig worden. Hij noemde onze predikant een echte Christusprediker, die zich altijd vrijgemaakt heeft van het bloed van de gemeente.

Hij wenste hem en zijn gezin een goede tijd toe in Doornspijk en liet Ds. G. Bouw en zijn gezin Psalm 121:3 en 4 toezingen door de gemeente.

Wij willen vanaf deze plaats Ds. G. Bouw en zijn gezin een in alle opzichten gezegende tijd in Doornspijk toewensen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 1995

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Afscheidsdienst

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 1995

Bewaar het pand | 12 Pagina's