Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KORT KOMMENTAAR

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KORT KOMMENTAAR

Aangepaste theologie (2)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vorige keer hadden wij beloofd op het boek van prof. Velema terug te zullen komen om wat nader kennis te maken met de inhoud ervan. Het eerste hoofdstuk van zijn boek draagt tot titel: Midden in de veranderingen. Het is eigenlijk een inleidend hoofdstuk, waarin hij ons laat zien, waar het dr. Kuitert precies om te doen is en wat hem bewogen heeft. Er is in deze tijd heel wat aan het veranderen. Midden in al deze veranderingen staat nu de theologie van dr. Kuitert. Die veranderingen worden door hem niet koel en zakelijk geregistreerd, terwijl hij ze evenmin betreurt. Hij aanvaardt ze eigenlijk als een uitdaging, en hij probeert er een antwoord op te vinden. Kuiterts grote zorg is, dat de theologie het kontakt met de eigen tijd verliest. Gevolg daarvan zou zijn, dat de mens van onze tijd alle belangstelling voor de theologie verliest. Groter ramp zou Kuitert het nog vinden, als dit tegelijk verlies aan belangstelling voor het evangelie zou betekenen. Daarom wil dr. Kuitert een poging doen om de Bijbelse boodschap dichter bij de mens van vandaag te brengen. Om dit doel te bereiken moet hij komen tot een herinterpretatie, dat is een nieuw verstaan van de Schrift. Hoe moeten wij bijvoorbeeld klaarkomen met Paulus' visie op de dood, als wij van de moderne biologie geleerd hebben, dat er geen leven is zonder sterven, evenmin als er sterven is zonder leven? Wat moeten wij met de oude visie op het gezag, als wij geloven dat strukturen' scheppingen van mensen zijn, die ook voor de verantwoordelijkheid van mensen komen ? Is abortus zonde als we mogen geloven, dat de vrucht in de eerste weken slechts een proces van celdeling is? Op al deze vragen zoekt dr. Kuitert een antwoord. Dit brengt vanzelf met zich mee, dat hij de Schrift op een heel andere wijze benadert dan onze gereformeerde vaderen, met alle gevolgen daarvan.

Het tweede hoofdstuk handelt over: De leer over God. In dit hoofdstuk raakt dr. Velema de kern van dr. Kuiterts theologie. Beslissend immers voor heel de theologie van dr. Kuitert is zijn godsbegrip. Hier begint dr. Kuiterts ontsporing. Hij heeft ernstige kritiek op de klassiek gereformeerde theologie. Deze heeft volgens hem, geen recht gedaan aan het spreken over God op mensvormige wijze. Zij stelde: alles wat God met beschrijving van lichaamsdelen en lichamelijke organen op mensen doet gelijken, moet van het bijbelse Godsbeeld worden afgetrokken. Het mensvormig spreken over God is in de Bijbel een manier van voorstellen. Het is een aanpassing bij het bevattingsvermogen van de •«» mens. God is in Zichzelf anders. God kan geen lichaam hebben, want Hij is een Geest. Alles wat aan het lichaam herinnert, moet van de God van de Bijbel worden weggedacht. Hiermee is dr. Kuitert het niet eens. Wij mogen volgens hem geen scheiding maken tussen Gods wezen eg- Gods openbaring. Neen, Gods wezen is precies zoals Hij Zich openbaart. God is dus mensvormig. De lichamelijkheid hoort bij het wezen Gods. Vanzelf heeft deze stelling verstrekkende gevolgen. Immers als het wezen Gods met de openbaring van God samenvalt, dan betekent dit dat men God alleen kennen kan als men Hem als de Bondgenoot- God kent. Het bestaan van God is bepaald door zijn Bondgenoot-zijn. Maar dit brengt met zich mee, dat deze Bondgenoot-God niet denkbaar is zonder de mens, als verbondspartner.

Terecht stelt prof. Velema hier de vraag of men met deze . stelling niet een grens gepasseerd is, waarvoor de Bijbel ons wil doen halt houden. Zeker, men kan zeggen: de mens 1% zonder God niet denkbaar, maar wil dat zeggen, dat nu ook God zonder de mens niet denkbaar is? En als het zijn van God het zijn van de mens veronderstelt, waar blijft dan de vrijheid van God om de mens in het aanzien te roepen? Waar ligt dan het vrije besluit om de mens te scheppen? En als God de Eeuwige is, is dan wel vol te houden, dat Hij bestaan heeft zonder dat zijn schepsel er was? Dit zijn inderdaad vragen, die van wezenlijk belang zijn. Prof. Velema gaat hier nader op in in het volgende hoofdstuk, dat tot titel heeft: De leer omtrent de Heilige Schrift. Dr. Kuitert wil van een formeel Schriftgezag niet weten. Volgens hem is een formeel beroep op de Schrift niet mogelijk. Er is alleen materieel beroep mogelijk. Het gaat niet om de letter, maar om de zaak. De letter, dat wat er letterlijk staat, is maar verpakkingsmateriaal voor de zaak, waar het om gaat. Die verpakking mag men gerust wegwerpen. Dit betekent dus, dat men het met het historisch karakter van bepaalde gebeurtenissen, die in de Bijbel vermeld worden, niet nauw hoeft te nemen. Immers heel veel verhalen uit het Oude Testament hebben nauwelijks de bedoeling gehad om ons de historische waarheid nauwkeurig mee te delen. Zo ontkent dr. Kuitert ook het historisch bestaan van Adam en Eva. En de feitelijkheid van de opstanding van Christus begint ook al te vervagen. Dr. Kuiterts visie op de Schrift brengt mee, dat hij van een gesloten Canon niet weten wil. Dat wordt door dr. Velema nader uiteengezet in hoofdstuk 4, waarboven staat: Ruimte voor de Geest. In de klassiek-gereformeerde theologie, met name bij Calvijn, had de Heilige Geest een grote plaats. Het is de Heilige Geest, die het heil uit Christus neemt en het aan de mens toepast. Dat wil echter niet zeggen, dat de Heilige Geest aan Gods openbaring nog iets toevoegt. Gods openbaring aan de mens is af. Daar komt niets bij en daar hoeft niets bij. Zo denkt dr. Kuitert er echter niet over. De Bijbel is volgens hem weergave van de verbondsomgang tussen God en Israël. Ook nu echter gaat God met mensen om en zolang die omgang voortgaat hebben we ook voortgaande openbaring te verwachten. Daarom kan de Canon niet afgesloten zijn. Wat is dan nu het werk van de Heilige Geest? Volgens dr. Kuitert is het dit, dat wij in onze eigen taal de grote werken Gods in him betekenis voor onze wereld ter sprake durven brengen. De Heilige Geest maakt gebruik van de termen van onze tijd. Dus wie vandaag over God de Schepper wil spreken moet dat doen in termen van de evolutie, cellen en atomen. Hier blijkt, dat dr. Kuitert ruim plaats geeft aan de natuurwetenschappen. Het heilswerk van Jezus Christus mag in onze tijd onbevreesd worden uitgelegd in termen als mens-zijn voor anderen en in termen van politiek en maatschappelijk heil. Hier schept Dr. Kuitert ruimte om te antwoorden op de uitdaging van onze tijd, terwijl die antwoorden een zekere wijding krijgen, doordat ze onder het gezag van de Heilige Geest komen te staan.

Waar dit toe leidt, toont prof. Velema aan in het volgende hoofdstuk, waarboven hij geschreven heeft: Herinterpretatie. Herinterpretatie betekent aan iets een nieuwe zin geven. Zo buigt dr. Kuitert het Schriftgetuigenis over de opstanding om in de richting van een uitleg, waarin het gaat om de betekenis voor mij van de woorden: Jezus is opgestaan. Dr. Velema haalt in dit verband enkele vrijzinnige uitspraken aan, die dr. Kuitert aan zijn lezers in het maandblad Voorlopig voorlegt. Uit deze uitspraken blijkt duidelijk, dat dr. Kuitert van een feitelijke opstanding niet weten wil. Dat Jezus leeft betekent slechts, dat Hij in ons voortleeft. Ook de Bijbelse gegevens van de dood worden door hem geherinterpreteerd. De dood is geen straf op de zonde, maar een heel natuurlijke zaak, die er altijd geweest is. Dr. Kuitert heeft met verwerking van de resultaten van de biologie een herinterpretatie gegeven, die aan het moderne levensgevoel tegemoetkomt. Terecht merkt echter dr. Velema op, dat dr. Kuitert op deze wijze aan het bijbelse spreken over de dood geen recht doet. Herinterpretatie is ook volgens dr. Kuitert de taak van de prediker. Hij moet het evangelie vertalen in de taal van de wereld. Wij moeten overal het heil van Jezus zichtbaar kunnen maken. Dat betekent, dat de prediker nadruk moet leggen op het mens-zijn voor anderen, op humaniteit, politiek en maatschappelijk engagement. Zo neemt dr. Kuitert het op voor de horizontalisering, dat wil zeggen, dat wij Gods heil in onze tijd en in onze wereld moeten zoeken, en niet daarbuiten of daarboven! Van een ingrijpen van God door de brand van het laatste oordeel heen, blijft op deze wijze niets over. Daarop wijst dr. Velema in het zesde hoofdstuk, dat tot opschrift draagt: De mens en zijn wereld, waarin hij o.a. dr. Kuiterts opvatting weergeeft over de abortus.

Hoofdstuk zeven geeft een samenvatting van het geheel. Scherp is de critiek van dr. Velema als hij de theologie van dr. Kuitert legt naast die van de reformatoren. Zijn conclusie is, dat dr. Kuitert de gereformeerde leer de rug heeft toegekeerd en, zo zegt hij, elke volgende publicatie laat zien, hoe snel hij zich verder van haar verwijdert. Wij hadden graag wat dieper op dit boek willen ingaan, doch dat is in het raam van deze rubriek niet mogelijk. Wij hopen echter dat wat ervan gezegd is, uw nieuwsgierigheid gaande heeft gemaakt.

Amersfoort

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 april 1972

De Saambinder | 4 Pagina's

KORT KOMMENTAAR

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 april 1972

De Saambinder | 4 Pagina's