Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kleine gemeente (III)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kleine gemeente (III)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Reeds eerder was er sprake van de gedachten van ds. Hegger over de vorm waarin het kerkelijke leven zich zou hebben te ontwikkelen. In 1977 diende deze predikant een verzoekschrift in bij de synode van de Gereformeerde Kerken tot het instellen van huisgemeenten. Om formele redenen kon dit verzoekschrift niet terstond in behandeling worden genomen, maar in oktober 1978 werd uitgesproken, dat in het verzoekschrift niet werd bewezen of aannemelijk gemaakt, dat zulk een huisgemeente noodzakelijk of wenselijk zou zijn, terwijl de vorming van „actieve kringen, waar mensen de gemeenschap met de Heer beleven" ook mogelijk is, zonder dat daarvoor de kerkorde wordt gewijzigd. Daarom werd aan het verzoek niet voldaan. Inderdaad zou men, om kleine actieve groepen of kringen te vormen die in de gemeente heilzaam kunnen werken, niet noodzakelijkerwijs de kerkorde behoeven aan te passen. De gemeente wil immers niets anders zijn dan een vergadering van mensen die op die manier actief zijn, en die dat ook kunnen beleven in kleinere kring.
Dat de synode dit verzoek afwees, betekende evenwel niet, dat ds. Hegger zijn ideaal opgaf. Hij werkte zijn plannen breder uit, plaatste deze in een breder kader van reformatie en réveil van de kerk en presenteerde ze nu in een geschrift over de kerkopvatting van het nieuwe testament, zoals hij deze zag. Het boek kreeg de titel: „Zij is Mijn bruid". Tegelijk werd dit boek een voorbereiding voor een goed gefundeerde kerkelijke keuze. Ds. Hegger had zich inmiddels onttrokken aan de Gereformeerde Kerken. Hij beloofde kenbaar te zullen maken bij welke kerk of geloofsgemeenschap hij zich wenste aan te sluiten en kwam al schrijvende tot de overtuiging dat hij zijn keuze grondig moest motiveren. Zó ontstond het boek over de huisgemeente.
Nu wil ik niet al te diep ingaan op de gedachte, die toch wel wat teleurstellend is, n.l. dat men voor een kerkelijke keus bij de huisgemeente terechtkomt. Dit komt er immers op neer, dat men in het geheel geen kerkelijke keus doet, maar deze juist vermijdt. En wanneer een ieder op deze manier een kerkelijke keus zou doen betekende dit de volslagen chaos. De laatste hebben we nu ook al wel, maar ze is nog niet zo absoluut als ze wel moet worden op het standpunt van ds. Hegger: Intussen las men, dat de keuze is uitgevallen in de richting van de Hervormde Kerk. Dat is tenminste wat duidelijker dan de bijna ongrijpbare idee van de huisgemeente, ook al moet ik wellicht aannemen, dat deze laatste ook nu niet is opgegeven door ds. Hegger.
Zeer bewust is ds. Hegger aan verschillende kerkelijke formaties voorbijgegaan. Hij verantwoordt dit ook. En het is interessant om te zien, waarom hij niet Christelijk gereformeerd is geworden. Niemand zal het mij euvel duiden dat ik daar toch wel wat nieuwsgierig naar was. Soms meen ik heel goed te weten waarom ik christelijk gereformeerd ben en ook heel graag wil blijven. Dat zijn momenten van diep nadenken en dat doet een mens nu eenmaal niet altijd, en ook niet immer over hetzelfde onderwerp. Daarom schreef ik: soms. Maar nu schrijft een man die op het punt van kerkelijke keuze grondig wil motiveren en dan aan de Christelijke Gereformeerde Kerk gemotiveerd voorbijgaat en naar de huisgemeente stapt. Hij doet dit, omdat hij niet meer op Urk mocht preken, sinds de leden van de Gereformeerde Kerken, die over de gang van zaken in deze kerken hevig verontrust waren, zich hadden aangesloten bij onze kerken. Zelf had ds. Hegger, gelijk hij schrijft, deel aan de barensweeën van deze grote gemeente. Er was een hechte eenheid gegroeid, maar „de bepalingen van de kerkorde hebben als een bijl deze levende geloofseenheid uit elkaar gehakt".
De bijl van de kerkorde lag alzo aan de wortel van de boom van de kerkelijke eenheid met de christelijke gereformeerden. Wie lid wordt, of is van de Christelijke Gereformeerde Kerken stelt zich mitsdien op tegenover andere, ook Schriftgetrouwe kerken - en ds. Hegger wilde bij Christus blijven, „want Hij is onze vrede". „Want God is niet een God van wanorde", en van kerkelijke ruzies, „maar van vrede".
Men kan een en ander nalezen op blz. 23 van zijn geschrift: Zij is Mijn bruid.
Misschien ga ik te ver, wanneer de conclusie getrokken wordt: ds. Hegger kiest o.a. voor de huisgemeente, omdat hij onder meer niet christelijk gereformeerd wilde worden. Welnu, laten we zo ver niet gaan - maar wél, nu we er toch mee bezig zijn zijn motivatie nader bezien. Zij is ernstig genoeg - Zij doet zelfs apostolisch en in ieder geval reformatorisch aan!
Apostolisch: sprak Paulus niet van barensweeën met betrekking tot zijn arbeid in en aan de gemeenten? Zo had de apostel zijn pijn en moeite aan de kerken van Galatië - die hij wederom arbeidde te baren (Gal. 4: 13). Het is voorwaar een apostolische bezigheid: dit voortbrengen van gelovigen niet maar alleen, maar van gemeenten. Wanneer ds. Hegger zo apostolisch spreekt moet het ons wel zwaar wegen.
Maar misschien bedoelde hij het niet zo apostolisch geladen. Dan blijft, wanneer wij dit terzijde leggen nog het reformatorische over in zijn motivatie: niet christelijk gereformeerd. En ook dat weegt zwaar. Het lidmaatschap van deze kerkformatie betekent een zich opstellen tegenover andere, ook Schriftgetrouwe kerken, die overigens door ds. Hegger evenzeer ter zijde geschoven worden met het argument: „ik wil bij Christus blijven". En het is dit laatste woord, dat zo reformatorisch klinkt: voluit Calvijns. Was het niet de reformator van Genève, die zijn roomse tegenstanders antwoordde met dit woord: ik wil bij Christus blijven! En die het daarom met vrijmoedigheid beleed: omdat ik bij Christus wilde blijven moest ik van de roomse kerk afscheid nemen. Ik kón niet rooms blijven én bij Christus blijven. Het laatste woog mij zó zwaar, dat ik het eerste prijs gaf, hoeveel mij dit ook kostte! Aldus Calvijn.
Kan ds. Hegger begrijpen, dat ik zijn spreken dáárom zo ernstig neem, omdat hij zulke zwaar apostolische en reformatorische woorden spreekt? „Ik kon niet christelijk gereformeerd worden, omdat ik bij Christus wilde blijven". O, zal hij zeggen: u begrijpt mij helemaal niet. Ik bedoel dat de kerkorde mij bindt, waar Christus dat niet doet. En dat de Christelijke Gereformeerde kerken zich door een kerkorde laten binden, die het werk des Heren verhindert.
Ja, dat zal ds. Hegger bedoelen. Want zo schrijft hij: God is niet een God van wanorde, maar van vrede. Hetgeen in dit verband zo veel betekent als: God is niet een God van een kerkorde - althans niet van de kerkorde, die de orde Gods doorkruist. En zó raken we in deze motivatie van een kerkelijke keuze, gelijk ze hier onbevangen werd neergeschreven aan één van de wortels van het denken over huisgemeente bij ds. Hegger.
Dit punt zou ik nu willen aanwijzen als een van de belangrijkste kwesties in het boek van ds. Hegger en in zijn bewijsvoering.
Als we het kort formuleren kunnen we zeggen: ds. Hegger werd niet Christelijk gereformeerd, want wij zijn voor hem te kerkordelijk denkend. Ik wenste dat dit laatste waar was. Maar laten we dit rusten. Want waar het betoog van ds. Hegger op uitloopt is: de kerkorde verhindert wat God wil. De kerkorde frustreert het werk van de Geest, het is de bijl aan de wortel van de boom.
En hoe opmerkelijk is het nu, dat juist die teksten, die in de goede gereformeerde traditie een rol speelden als het erom ging kerkordelijk denken en handelen te bevorderen, nu gebruikt worden tégen het profijtelijke van die kerkorde!

God is niet een God van wanorde, maar van vrede! Hoe vaak leest men dat niet, wanneer in het eerste begin de reformatie gestalte zoekt in kerkordelijke vormen!
En hoe wordt het nú tegen die kerkorde gebruikt!
God geen God van wanorde!
Daarachter ligt de schier onuitroeibare mythe, dat de kerkorde schuld draagt van de kerkelijke wanorde waarin wij in Nederland onze Modus Vivendi gevonden hebben - We hebben ermee leren leven!
Maar het is niet waar. Het kerkelijk vraagstuk is welbeschouwd kerkordelijk van aard. Niet de kerkorde - maar misbruik óf ongebruik ervan is een van de oorzaken van deformatie en verval.

Daarom kan de opvatting van de huisgemeente naar het model van ds. Hegger ons ook niet helpen - zoals we een volgende keer verder hopen te zien.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 1981

De Wekker | 8 Pagina's

De kleine gemeente (III)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 1981

De Wekker | 8 Pagina's