Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het Europese Parlement

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het Europese Parlement

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

BEGROTING 1990

Traditiegetrouw vindt tijdens de laatste zitting van het jaar altijd de tweede lezing plaats van de begroting voor het volgende jaar. De tweede lezing houdt de definitieve vaststelling in. Zo gebeurde dat ook afgelopen december voor de begroting voor 1990. Vergeleken met het vuurwerk dat tijdens de eerste lezing in oktober 1989 werd afgestoken, had de behandeling in december een rustig verloop. In de tussenliggende periode hadden de begrotingscommissie en de Raad van Ministers de meeste geschilpunten uit de weg geruimd. Het Parlement zag het merendeel van zijn verlangens ingewilligd. Het financieel klimaat is daar gunstig voor, omdat de landbouwuitgaven naar verwachting in 1990 royaal beneden de oorspronkelijke ramingen zullen blijven. Het Parlement kreeg grotendeels zijn zin met hogere bijdragen voor onder andere vervoer en milieu. Ook het bedrag dat voor hulp aan Polen was uitgetrokken werd met 50% verhoogd.

FRANS VOORZITTERSCHAP EN DE TOP VAN STRAATSBURG

De decemberzitting betekende ook de afsluiting van het halfjaarlijkse voorzitterschap onder leiding van Frankrijk. De Franse ministers van buitenlandse- en Europese zaken brachten over de activiteiten van de afgelopen zes maanden verslag uit. De Top van Straatsburg op 8 en 9 december 1989 vormde daarvoor een centraal thema. De reacties daarop waren nogal verdeeld. Sommigen noemden de top succesvol en roemden het Franse voorzitterschap. De vage voornemens betreffende de Economische en Monetaire Unie (EMU) en het Sociale Handvest staan nu immers op papier. Anderen uitten kritiek.

De Franse voorzitter van de Raad, Dumas, vond dat er een versterking van de interne samenhang had plaatsgevonden. De top had volgens hem de éénwording van het Europa van de Twaalf bevorderd. Wat betreft Oost- Europa zijn enige knopen doorgehakt.

De EG heeft besloten tot hulp aan en samenwerking met Polen, Hongarije, de DDR en de Sowjet-Unie. Daarnaast komt er een bank voor herstel en ontwikkeling van Oost-Europa.

Ook Delors, de optimistische Franse voorzitter van de Europese Commissie, was tevreden. Hij was vooral ingenomen met de voortgang van de Interne Markt en de beslissing dat er eind 1990 een regeringsconferentie zal worden gehouden ter voorbereiding van de EMU. Hij achtte het tot stand komen van eenheid op deze beleidsterreinen van fundamentele betekenis om de EG uit te bouwen tot een hecht Europees bouwwerk. Bij de Verdragswijziging die hiervoor nodig is, dienen naar zijn mening - eventueel in een afzonderlijke regeringsconferentie — ook de bevoegdheden van de Europese instellingen te worden aangepast, inclusief die van het Parlement. Matig tevreden was hij over het Sociaal Handvest: Een echt evenwicht op sociaal gebied is er nog niet.

Kritiek, vooral ter linker zijde, was er met name op dit onderdeel. De Britse premier Thatcher had niet getekend en de punten in het Handvest zijn volgens velen te algemeen. In verband hiermee brachten de meeste fracties hun frustraties weer eens naar voren met betrekking tot de beperkte bevoegdheden van het EP.

De heer Van der Waal vond dat de Top geen verrassingen maar wel belangrijke besluiten had opgeleverd. Hij verklaarde dat zijn bezwaren tegen de EMU echter niet zijn weggenomen. Hij vroeg welke plaats het verslag Delors in de verdere voorbereidingen van de EMU zal hebben. Is er ook ruimte voor alternatieve vormen van economisch monetaire samenwerking die de lidstaten meer vrijheid laten?

In een latere reactie verklaarde de heer Delors alle alternatieve voorstellen serieus te zullen bekijken, maar het Engelse alternatief zei hij ontoereikend te vinden.

VERBLIJFSRECHT

Al vele jaren ligt een voorstel op tafel om studenten, gepensioneerden en andere niet economisch actieve personen, het verblijfsrecht in andere lidstaten mogelijk te maken. Tot dusver bestond dat recht alleen voor diegenen die in een ander EG-land aktief werkzaam zijn. Dit komt overeen met de Verdragen. Daarin staat dat het vrije verkeer van personen, zoals dat in de interne markt van 1992 is voorzien, geen betrekking heeft op burgers in de algemene betekenis van het woord. Het heeft uitsluitend betrekking op werknemers, werkgevers en dergelijke.

De Europese Raad heeft echter meermalen uitgesproken dat, om het zogenaamde Europa van de burgers gestalte te geven, aan het begrip personen een ruimere toepassing moest worden gegeven.

Kern van de thans voorliggende voorstellen was dat het verblijfsrecht geen kosten mag opleveren voor het gastland. Studenten blijven voor studiefinancieringsregelingen aangewezen op hun land van herkomst en gepensioneerden dienen over voldoende middelen of mkomsten te beschikken. Voorts moet er een ziektekostenverzekering zijn die de risico's in het gastland dekt.

Een pikant onderdeel van het debat was wie tot het gezin van de betrokkenen gerekend moeten worden. Het Commissievoorstel ging uit van de voorwaarden die reeds voor werknemers bestaan, namelijk echtgenote en kinderen. Door de socialisten en andere Unkse fracties waren echter amendementen ingediend om ook ruimte te scheppen voor „partners". In onze bijdrage werd aangesloten bij het Commissievoorstel. Afwijking hiervan betekent een inbreuk op het eigen karakter van het gastland, waar de wetgeving geen andere samenlevingsvormen dan het huwelijk erkent (bijv. Ierland). Van christendemocratische zijde werd er op gewezen dat men niet voorbij kan gaan aan vormen van samenleven waarin partners een duurzame plicht tot wederzijdse trouw op zich hebben genomen, maar het gastland zou mogen bepalen welke samenlevingsvorm zal worden erkend.

Ondanks het feit dat commissaris Bangermann had gezegd dat in de Ministerraad en in de ambtelijke commissies verzet bestond tegen interpretaties die verder gaan dan huwelijk en gezin, nam het Parlement toch de amendementen van de Unkse fracties aan. Aangezien ze door de Commissie niet werden overgenomen, maken deze uitspraken ook geen deel uit van de voorlopige besluiten die de Raad inmiddels over deze voorstellen heeft genomen. Afgewacht zal moeten worden hoe het verdere verloop zal zijn. Het gemeenschappelijk standpunt van de Raad komt namelijk voor een tweede lezing nog eens in het Parlement terug.

EERSTE FASE VAN DE EMU

Tijdens deze zitting vond ook een debat plaats over een voorstel van de Commissie voor meer coördinatie van het economisch beleid en een nauwere samenwerking tussen de centrale banken van de lidstaten. Deze Commissie-voorstellen waren ontleend aan het bekende rapport van het comité van de EG-centrale bankdirecteuren. Voorzitter daarvan was Commissievoorzitter Delors.

Dit rapport voorziet in een procedure die in drie fasen moet leiden tot de oprichting van een EMU door instelling van een stelsel van Europese centrale banken. Daarnaast de invoering van een Europese munt.

De eerste fase, die door alle Udstaten wordt geaccepteerd voorziet in een vrijblijvende versterking van de huidige vorm van economische en monetaire samenwerking met ingang van 1 juli 1990.

In de debatten in het EP liepen de meningsverschillen met de Commissie vooral over de rol van het Europese Parlement in deze zaken. Vooral van socialistische zijde werd benadrukt dat deze vanwege de gewenste „democratische controle" reeds nu versterkt moest worden. De Commissie — en wij waren het daarmee eens - was van mening dat dit punt thans niet aan de orde was en dat hiermee in feite wordt vooruit gegrepen op de fasen 2 en 3.

Daar dit meningsverschil niet kon worden opgelost, besloot het EP uiteindelijk met een ruime meerderheid zijn advies over de betreffende voorstellen op te schorten.

Europese fractie

SGP/GPV/RPF

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 februari 1990

De Banier | 20 Pagina's

Uit het Europese Parlement

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 februari 1990

De Banier | 20 Pagina's