Pastorale Brieven

Beste Vriend !

Ditmaal eerst een persoonlijke aangelegenheid. Hoewel het mij niet geoorloofd is, in de week nog eens op te treden, heb ik mij laten verleiden, op zeer grote aandrang, om nog eens een tijdrede te houden; en wel naar aanleiding van de Russische Kunstmaan. Dit zou dan geschieden moeten in de grote Koninginnekerk te Rotterdam op 7 Nov. Moge de Heere mij nog ondersteunen. Hij weet uit welk een drang des harten ik zulks doe.
Maar wat gebeurt nu? Nu krijg ik van allerlei kanten uitnodigingen om deze rede ook te komen houden in plaats X, IJ, Z enz. Maar daar kan niets van komen hoor. Wilt u dit aan mo vrienden mededelen. Onbeantwoorde uitnodigingen moet men dus als vervallen beschouwen; hoezeer het mij zelf ook spijt. Als een kleine vergoeding gelde, dat de rede, naar hoofdinhoud althans, in druk zal verschijnen. Zie de advertentie in „De Wekker" dezer dagen.
En wat een jubilerende dominé's toch hé? De wereldtoestanden zijn echter niet erg jubileumachtig. En de financiële en geestelijke toestanden in eigen land ook al verre van feestelijk. Toch is er reden tot dank en aanbidding voor menige ambtgenoot. En ive feliciteren hen dan ook allemaal, 't Voornaamste zal maar zijn, niet of we veel cadeaux van de mensen krijgen; dat is op zichzelf een arm festijn; maar of we in des Heeren hand middel zijn geweest, om paarlen te hechten aan Jezus' Middelaarskroon, en Zijn volk op te bouwen. Ik hoorde eens een brave collega spreken over de goede gang in zijn gemeente; Zondag j.l. zei hij, lagen er enige bankbiljetten in de collecte. Meer kon hij niet vertellen. Nu kan dit soms wel een goed teken zijn van de ook geestelijke welstand der gemeente, maar als die briefjes van 10 en 25 gulden nu alles zijn, dan ziet het er toch schraaltjes uit. En stemme het ook tot zelfonderzoek, of onze bediening wel bedoelde de mens op het diepst te vernederen, en God op het hoogst te verheerlijken. In de regel ziet men de meeste vrucht bij een ontdekkende ontledigende en tevens bevindelijk opbouwende prediking; zo ook op catechisatie, huisbezoek enz.
Spurgeon zei eens, sommige dominé's klagen, dat er zo eens niemand onder hun gehoor tot God bekeerd wordt, maar, zo ging hij voort, van sommiger prediking moet ik ook zeggen, dat het haast gloeiend onmogelijk is, dat er iemand onder hen bekeerd worden kan. Neem dan dit bekeerd, zo bij aanvang als bij voortgang.
Evenwel waardeer toch elk vruchtje, dat we nog in 's Heeren hof mogen vinden. En gelukkig lezen we in classicale verslagen nog al eens, dat er naast donkerheid ook blijken van zegen en van 's Heeren bemoeienis mogen geconstateerd worden.
Dit meen ik, dat ook mag gelden van de jubilerende dienaren van deze maand. God zegene hen allen rijkelijk! En al draag ik allen een goed hart toe, toch is voor mijn persoonlijk kerkelijk leven Prof. V. d. Schuit wat op de voorgrond tredend. Bij mijn overgang tot de Chr. Geref. Kerk was hij mij tot een ware leidsman.
En sedert hebben we veel goeds met elkaar op het kerkelijk erf mogen beleven, en samen de schouders onder de ark mogen zetten. God zegene hem en stelle hem nog enige jaren tót een zegen. Ook hulde voor zijn kloek en krachtig getuigenis de vorige week over de gevaarvolle Televisie. Hij zegt wel eens: we naderen het begin. Een mooie uitdrukking. Voor een christen is het inderdaad zo. Wat inhoud toch zou dit korte leven anders hebben, ook al wordt men 70, 80 of 90. 't Is als rook en damp verdwenen. Maar is er bij het sterven ook ons een plaats bereid in het Vaderhuis, dan vangt daar eerst het volle in God opbloeiende leven aan. En wat we hier door genade in zwakheid en gebrek hebben mogen aanvangen, wordt straks in volmaaktheid voortgezet. En hunne werken volgen met hen. En van die werken zullen we moede noch mat ivorden. Daar is geen emeritaat; en daar zal alles enkel en alleen en altijd een eeuwig jubileum zijn. Dit vervulle ons met hemelheimwee, en schrage onze krachten tot verdere noeste arbeid in de wijngaard des Heeren. Met hartelijke groeten en heilbede .
Uw u toegenegen vriend en broeder in Christus.
G. Wisse. Doom, 5 November 1957.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen