Verslag rouwdienst en begrafenis Ds. G. Mouw

Vrijdag 3 juni jl. was het èen droeve dag voor de Gereformeerde Gemeente van Tholen. Op deze dag werd een geliefde herder en leraar naar het graf gebracht. Vooraf werd ip de kerk een rouwdienst gehouden, die door vele leden van de gemeente, predikanten, ambtsdragers en belangstellenden werd bijgewoond. In deze plechtige rouwdienst ging voor Ds. M. J. van Gelder uit Nieuwerkerk.

Familie, gemeente van Tholen, genodigden en belangstellenden, zo sprak Ds. M. J. van Gelder, we zijn samengekomen om Ds. Gerardus Mouw, geboren 3 april 1918, overleden 30 mei 1983 ter aarde te gaan bestellen, na deze korte inleiding werd gezongen Psalm 32 : 1, waarna Ds. van Gelder voorging in gebed. Vervolgens sprak Ds. van Gelder enkele woorden tot de familie van de overledene. Verdriet moet u bezetten, nu uw vader aan u is ontvallen. Het is nog niet zo lang geleden dat uw moeder door de dood werd weggenomen. Het zij u hartelijk gegund en gegevefi: Mijn vader en mijn moeder hebben mij verlaten, maar de Heere zal mij aannemen. Dan hebt u alles voor de tijd en de eeuwigheid. De Heere zegt in Zijn-Woord: zo is er dan geen verdoemenis voor degenen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest.

Vervolgens memoreerde ds. van Gefder de ambtelijke loopbaan van Ds. Mouw. De laatste plaats was Tholen.

Kerkeraad en gemeente van Tholen, uw herder en leraar is niet meer. het Woord dat hij heeft gesproken is echter gebleven. Moge het voor velen tot eeuwig voordeel geweest zijn. Ds. Mouw heeft getrouw dit Woord mogen bedienen. Hij was dienaar des Goddelijken Woords. Zijn taak is geweest te wijzen op de noodzaak met God verzoend te worden. Vele jaren heeft hij deze arbeid mogen verrichten. Zal het wel zijn, als Gods knechten zich onderzoeken, dan is er zoveel gebrek en schuld. Wat moest er meer ernst en liefde zijn, wat moesten we een voorbeeld zijn. wie zijn wij? Geestledige en onwaardige schepselen. Nodig is, persoonlijk en ambtelijk de verzoening in Hem. Alleen Zijn gerechtigheid kan onze zielen behouden. De arbeid van Ds. Mouw is geëindigd, maar de arbeid van de grote Bedienaar gaat door.

Hierna las Ds. van Gelder Hebreen 8, de verzen 1 t/m 6 en bepaalde de aanwezigen bij: „De hoofdsom nu, der dingen, waarvan wij spreken, is, dat wij hebben, zodanige Hogepriester, Die gezeten is aan de rechterhand van de troon der Majesteit in de hemelen: Een bedienaar des heiligdoms, en des waren tabernakels, welke de Heere heeft opgericht, en geen mens".

Het thema was: „De blijvende Bedienaar van het Heiligdom". Nadat Ds. van Gelder de tekst op emstvolle wijze had verklaard, werd deze rouwdienst besloten met het zingen van Psalm 89 : 8 en gebed.

Hierna begaven de familie en de vele belang-' stellenden zich naar het kerkhof Aan het geopende graf werd allereerst het woord gevoerd door Ds. D. Hakkenberg uit Lisse. In hartelijke bewoordingen richtte Ds. Hakkenberg zich tot de kinderen en kleinkinderen, kerkeraad en gemeente van Tholen. Ds. Hakkenberg sprak o.a.: Geliefde kinderen, familie. We kunnen iets verstaan van het verdriet dat u vervult. Ruim zeven maanden geleden werd uw geliefde moeder door de dood weggenomen. We mochten er getuige van zijn, dat uw vader eenswillend gemaakt werd met Gods wil. In de weg van ziekte en afbraak werd hij gesterkt. Hij sprak van de goedertierenheid en trouw des Heeren. Door genade heeft hij een plaats in de gemeenten mogen ontvangen. Met lust en liefde heeft hij het Woord van vrije genade verkondigd, de dood in Adam en behoudenis in het enige fundament der apostelen en der profeten, de Zoon van Zijn eeuwig welbehagen. Zes weken geleden stond hij ook bij het graf van zijn eigen broer. Met diepe ernst heeft hij nog mogen getuigen en gewezen op het enig geldende paspoort, getekend met het bloed van het Lam. Hij heeft de aanwezigen op het hart gedrukt, dat we de doodsgrens moeten passeren.

Zalig is hij, die deel heeft in de eerste opstanding. Dat is die wondere levendmaking door Gods lieve Geest, die hen opwekt, ik wil en zij zullen. De grond ligt in het Borgwerk van Christus verklaard. Die voor de Zijnen de dood is ingegaan. Voor allen die hierin mogen delen is het graf geopend op de jongste dag. Ik ben de Opstanding en het leven. Wij mogen geloven en hopen, dat onze vriend en ambtsbroeder hiervan geen vreemdeling was. Hij mocht spreken van de werken Gods in gevallen Adams zonen en dochteren. Toen zijn hoofd op zijn borst zonk, heeft de Heere zijn hoofd opgeheven. Zalig is hij, die deel heeft in de eerste opstanding. Over deze heeft de tweede dood geen macht. De eeuwige dood is voor de Kerk verslonden tot eeuwige overwinning, maar zij zullen zijn priesters van God en Christus.

Ouderling J. v. d. Jagt sprak namens de kerkeraad van Tholen en richtte zich eerst tot de kinderen. De Heere mocht met u zijn in uw moeite en verdriet. Nog niet lang geleden stonden we ook aan het graf van uw moeder, we kunnen hartelijk instemmen met het gesprokene in de kerk, het zij u gegeven: Vader en moeder hebben mij verlaten, maar de Heere zal mij aannemen. Het was voor uw vader niet altijd even gemakkelijk. Zaterdagavond mochten we nog met Ds. Mouw spreken. Zondag heeft hij uit zijn leven mogen getuigen. Van onszelf kunnen we niet zalig worden, tenzij wij eens Anderen worden. We zullen hem missen, maar hij zal ons niet missen. Bij uw droefheid kan ook vreugde gemengd zijn. Eeuwig leven, hoe kunnen we ons dat indenken. Dat is een onbegrijpelijlke gelukzaligheid. Gemeente van Tholen, ruim zeven jaar heeft Ds. Mouw Woord en sacramenten in onze gemeente bediend. Wat heeft het ons gebracht? De Heere mocht Zich in Christus willen ontfermen. Wij hebben hier geen blijvende stad; mocht er door genade op volgen, maar wij zoeken de toekomende.

Ouderling v. d. Jagt besloot met de woorden die door Ds. Mouw veel werden gebruikt aan het einde van de diensten: „Want God was aan mijn zij, Hij ondersteunde mij, In het leed dat mij genaakte".

Laatste spreker aan het geopende graf was Ds. N. W. Schreuder uit Goes. Ónze ambtsbroeder is niet meer. Het is voor hem eeuwigheid geworden. We mogen geloven, dat hij een goede ruil heeft gedaan. Nu is hij zijn vreemdelingschap vergeten en ingegaan in het Vaderhuis. Namens de kinderen en familie dankte Ds. Schreuder de kerkeraad en de gemeente van Tholen voor de wijze waarop Ds. Mouw met liefde werd ter zijde gestaan. De Heere vergelde het u in ruime mate. Inzonderheid mevr. Zwaai met haar man en gezin ontvingen een dankwoord voor het vele dat voor Ds. Mouw was gedaan, De begrafenisdienaar, de dragers en alle belangstellenden werden eveneens dankgezegd.

De Heere heilige deze gang naar het graf ds. Schreuder wees erop dat dit een geheiligd graf is en verzocht te zingen Psalm 68 : 2: „Maar 't vrome volk in U verheugd. Zal huppelen van zielevreugd, Daar zij hun wens verkrijgen". Teruggekeerd van het graf sprak Ds. Chr. v. d. Poel uit Yerseke namens de Part. Synode Zuid nog enkele woorden tot de familie. De Heere mocht u willen vergezellen naar Zijn raad. Gemeente van Tholen, Hij vervuUe deze ledige plaats.

Hierna eindigde Ds. v. d. Poel met gebed en liet zingen Psalm 73 : 13, waarmee deze droeve plechtigheid beëndigd was.

A.E.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen