Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERK EN KERKRECHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERK EN KERKRECHT

De Dordtse Kerkorde. Artikel 44.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

en toe te zien, of de leraars, kerkeraden en schoolmeesters hun ambt trouwelijk waarnemen, bij de zuiverheid der leer verblijven, de aangenomen orde in alles onderhouden, en de stichting der gemeente, mitsgaders der jonge jeugd naar behoren, zoveel hun mogelijk is, met woorden en werken bevorderen, ten einde zij diegenen, die nalatig in het één of ander bevonden worden, intijds mogen broederlijk vermanen, en met raad en daad alles tot vrede, opbouwing, en 't meeste profijt der kerken en scholen helpen dirigeren

DE TAAK DER VISITATOREN.

De visitatoren hebben opdracht een onderzoek in te stellen naar de toestand van de gemeente. Bij dit onderzoek moeten de visitatoren zich niet gedragen als inkwisiteurs, maar als broeders. De visitatie gaat over het ambt d.i. de ambtsbezigheid, over de leer d.i. de belijdenis, over de onderhouding van de orde of de kerkorde, en over de stichting d.i. de opbouw van de gemeente, en over de jeugd. De vragen worden gesteld aan de praeses van de kerkeraad, en de andere kerkeraadsleden wordt aan het einde van het stellen der vragen gelegenheid gegeven aan de antwoorden van de praeses nog iets toe te voegen.

Als handleiding voor het vragen stellen is er in elke classis een reglement voor de regeling van de visitatie, waarin de vragen te vinden , zijn, die er aan de kerkeraad gesteld worden. In sommige classes is het een goed gebruik, dat enige tijd tevoren een formulier aan de kerkeraad wordt gezonden met het verzoek dit ingevuld op de kerkvisitatie mee te brengen. Dit formuiier bevat vragen over de financiële toestand en het aantal leden sinds de vorige kerkvisitatie en nu. De kerkvisitatoren hebben dan een kort en duidelijk overzicht over het verloop daarvan. Het is een oud gebruik, dat de predikanten, de ouderlingen en diakenen zich beurtelings verwijderen, wanneer een onderzoek wordt ingesteld naar de bediening van hun ambt, hun leer en hun wandel. Bouwman (2de deel, blz. 182) schrijft hierover:

„Is dit wenselijk en nodig? Meermalen is de gedachte uitgesproken, dat dit niet nodig is. Dit kan ook wel verdedigd worden. Wanneer de verhouding tussen de kerkeraadsleden goed is, en de toestand normaal is, kunnen de predikanten, de ouderlingen en de diakenen allen wel bij de bespreking tegenwoordig zijn. Er is zelfs iets voor te zeggen, dat, wanneer ei opmerkingen te maken zijn, deze in tegenwoordigheid der betrokken personen gemaakt worden. Men moet in elkander; tegenwoordigheid als broeders eerlijk en oprecht durven zeggen wat men meent te moeten zeggen. Dit is evenwel niet altoos gemakkelijk. Niet allen kunnen met een kalm gemoed en met een lijdzaam hart aanhoren, dat er in een volle vergadering aanmerkingen gemaakt worden. En daarom komt hel ons voor, dat er veel pleit voor het bestaande gebruik, dat de betrokken broeders buiten staan, wanneer over hun persoonlijk en ambtelijk leven gesproken wordt. De broeders, die reden, van klacht menen te hebben, kunnen ook vrijer hun gevoelen zeggen. En de visitatoren kunnen bij nadere samenspreking daaruit aanleiding vinden om of tegen onregelmatige klachten te waarschuwen, óf misverstand weg te nemen, of, zo nodig, de klager te vermanen, öf ook nader te spreken met de broeder tegen wie de klacht is ingebracht. In den regel zal het blijken, dat er geen bijzondere klachten zijn, en geen aanmerkingen behoeven gemaakt te worden. Maar wanneer het in bepaalde gevallen nodig geacht wordt, dat de predikanten, de ouderlingen en de diakenen zich verwijderen, zal het, wanneer het bestaande gebruik zou zijn afgeschaft, een pijnlijke indruk kunnen maken, wanneer gevraagd werd, dat bepaalde ambtsdragers zich verwijderen wanneer het onderzoek wordt ingesteld.

Het ligt in de aard der zaak, dat wanneer iemand een klacht heeft tegen een predikant, ouderiing of diaken wat betreft de uitoefening van zijn ambt, in leer of leven, de klager eerst deze zaak op de kerkeraad behoort te brengen. De broederlijke gezindheid eist zelfs dat vooraf de zwarigheid eerst onder vier ogen of in tegenwoordigheid van een broeder moet worden behandeld. Eerst daarna, indien langs deze weg het bezwaar niet uit' de weg kan worden geruimd, kan de bezwaarde zijn klacht brengen op de vergadering van de kerkeraad met de visitatoren. En wanneer de deputaten der classis hun werk goed doen, is het een uitnemend middel om heel wat misstanden en ongeregeldheden te verhelpen, zelfs veel beter dan wanneer dat alles moet worden behandeld in een classikale vergadering, aan welke door de arbeid der visitatoren heel veel tijd en moeite wordt uitgespaard.

Om die reden moet aan de kerkvisitatoren veel vrijheid worden gelaten om, in overeenstemming met hun opdracht, hun onderzoek zó in te stellen, als dit in 't profijt van de kerken is van het beleid der visitatoren moet overgelaten, hoe zij in bepaalde gevallen bestaande moeilijkheden zullen oplossen".

s-Gravenhage

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 april 1969

De Saambinder | 4 Pagina's

KERK EN KERKRECHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 april 1969

De Saambinder | 4 Pagina's