Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HIJ VOOR ONS, WIJ VOOR HEM

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HIJ VOOR ONS, WIJ VOOR HEM

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

B. Wentsel, HIJ VOOR ONS, WIJ VOOR HEM, over gerechtigheid, verzoening en gericht, 175 blz., f 13, 90, J. H. Kok, Kampen, 1973.

In dit boek gaat de schrijver voornamelijk in op de verzoeningsleer van Wiersinga, die met name in de Gereformeerde Kerken nog steeds de aandacht bezighoudt.

De polemische benadering van Wentsel valt niet schraal uit. Hij neemt de gelegenheid waar om naast Wiersinga vele andere nieuwere theologen ter sprake te brengen, terwijl hij anderzijds ook een brede bijbels-theologische achtergrond geeft aan zijn eigen positieve behandeling van de betreffende zaken. Daardoor verschaft dit boek veel materiaal en kan het informerend werken voor hen, die vanuit een bijbels-gereformeerde benadering met de huidige problematiek wil bezig zijn.

Wentsel verstaat de kunst om in kort bestek en op bevattelijke wijze veel te geven. Aan de andere kant heeft dit het bezwaar, dat de dingen al te atomistisch op een rijtje gezet worden, waarbij het doorlopende betoog schade lijdt. Zo geeft het soms de indruk, dat wij meer een catechisatieleerboek voor ons hebben dan een theologische verhandeling. Wie dit boek, zoals ik zelf, gelijktijdig leest met de nieuwe dogmatiek van Berkhof, valt het verschil op. Zij zijn beide bezig met dezelfde dingen, maar de methode is anders. De eerste is aan het opsommen, de tweede is dogmatisch aan het vertellen (op zeer hoog niveau).

Daar staat weer tegenover, dat Wentsel, juist omdat hij zich niet aan een bepaalde en tlaardoor beperkte lijn bindt, de dingen veelzijdiger en daardoor bijbelser aan

de orde stelt. Noties die in de nieuwere theologie onder de tafel vallen, worden door hem weer naar voren gebracht. Dat vind ik wel het meest waardevolle van dit boek. Ik denk bijv. aan het gerichtskarakter van de goddelijke gerechtigheid en de evenwichtigheid in de Godsleer.

Toch zijn er een paar dingen, die mi] te denken gaven. Allereerst werd mij niet duidelijk, hoe de auteur over de erfzonde denkt (blz. 59). Ook drukt de schrijver zich vaag uit als het gaat om het gezag van de belijdenis. Hij wil er wel gezag aan toekennen, maar zegt tegelijk een paar keren, dat het harnas (sicl) van de belijdenisgeschriften verouderd is. Hij komt dan ook op voor een nieuwe belijdenis en geeft daar zelf een proeve van. Maar deze proeve beantwoordt niet aan de eisen, die de schrijver zelf eraan stelt. Want zij is naar mijn smaak veel te actualistisch, gaat veel te direct in bijv. op de theologie van dr. SöUe (blz. 132). En faalt dus op het punt van het z.g. duurzaamheidsmotief. Ook viel mij op, dat er in deze belijdenis over het persoonlijk geloof inlioudelijk vrijwel niet gesproken wordt. Aan het eind van het boek komen nog weer wat samenvattingen (herhalingen) voor, waarbij op het punt van het verificatieprobleem de oude kuyperiaanse wedergeboortetlieologie bij Wentsel voor tie dag komt, omdat hij mede het verificatiecriterium wil leggen in de wedergeboren theoloog, die uiteindelijk alleen weet, waar het om gaat. Daarin vertegenwoordigt Wentsel de andere pool van de lijn van Kuyper tegenover Kuitert. Kuitert trekt de lijn van de gemene gratie door en ziet het verificatiecriterium dan ook liggen in de ervaring van de mens zonder meer.

De bespreking is wat kritisch uitgevallen. Maar dat juist is het bewijs, hoezeer Wentsel zijn bijdrage levert in het huidige gesprek. Daarom kunnen wij er niet van buiten om op deze stem uit de Ge­ reformeerde Kerken acht te geven. Temeer omdat hij niets liever zou willen dan dat de Gereformeerde Kerken weer voluit een belijdende kerk zou zijn (worden).

De B.

C.G.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1974

Theologia Reformata | 84 Pagina's

HIJ VOOR ONS, WIJ VOOR HEM

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1974

Theologia Reformata | 84 Pagina's