Is de oudste zoon bekeerd?

In de gelijkenis van de verloren zoon lees je hoe de Heere Jezus vertelt hoe de jongste zoon weer terugkomt in het vaderhuis. De verloren zoon komt tot bekering bij de zwijnentrog. Hij komt tot inkeer, ziet dat hij zich door zijn zonde in die situatie heeft gebracht. Hij keert door genade van zijn zonde af. Zo komt hij tot weerkeer. Het Vaderhuis trekt deze zoon, die nooit meer een plaats in het Vaderhuis verdient. De Heere Jezus wil zo duidelijk maken dat tollenaars en zondaars in een weg van bekering een plaats in het Vaderhuis krijgen (Luk. 15: 1). Er is blijdschap in de hemel over één zondaar die zich bekeert. Die andere 99 schapen en de oudste zoon zijn het beeld van mensen die de bekering niet nodig denken te hebben (Luk. 15: 7). Hoe de vader uitgaat en bidt, de oudste zoon wil niet ingaan in het vaderhuis. Hij is boos (Luk. 15: 28). Hij keert als het ware de erfenis de rug toe. De oudste zoon is het beeld van de farizeeën, die dachten zonder bekering te kunnen. Ze dachten door hun eigen werken wel zalig te kunnen worden buiten de Heere Jezus om.

Bekering onmisbaar
Hoe komt zo’n oudste zoon nu nog tot bekering? Kan dat eigenlijk wel? Ja dat kan. In de bekering van Saulus van Tarsen heb je een voorbeeld van de bekering van een farizeeër, een oudste zoon. Hij denkt hoe meer van die volgelingen van Jezus ik gevangen neem, hoe mooier zal mijn plaats in de hemel zijn. Hij heeft geen bekering nodig. Toch zet Christus hem stil op de weg die Hij gaat naar Damaskus met de brieven van de hogepriester in zijn zak. De Heere Jezus spreekt niet als Zaligmaker tot Saulus maar roept hem als Rechter tot verantwoording: Saul, Saul wat vervolgt gij Mij (…) Ik ben Jezus, Dien gij vervolgt. Het is u hard de verzenen tegen de prikkels te slaan. Deze woorden brengen Saulus tot inkeer. In Damaskus ligt Saulus drie dagen op de knieën. De brieven van de hogepriester zijn hem niets meer waard. Hij heeft zich er van afgekeerd. Hij smeekt om terugkeer: wat wilt gij dat ik doen zal. En je hoort hoe hij weerkeert: Saul, broeder, de Heere heeft mij gezonden namelijk Jezus die u verschenen is op de weg die gij kwaamt, opdat gij weder ziende en met de Heilige Geest vervuld zou worden (Hand. 9: 17). Dus ook voor de oudste zoon is in de weg van bekering iets zichtbaar van inkeer, afkeer en weerkeer.
We kunnen zo denken dat we als nette ‘gergemmers’ vanzelf bekeerd zijn of worden. Dat is niet zo. Ook in het leven van een net kerkmens is het wonder van bekering onmisbaar. De Heere Jezus roept het ook ons toe: Tenzij een mens wederom geboren wordt hij kan het Koninkrijk Gods niet ingaan. Een roep die vandaag nog tot inkeer, afkeer en weerkeer brengt.

ds. L. Terlouw

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen