Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MAARTEN DE MEEUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MAARTEN DE MEEUW

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dit is mijn paal

Hoog in de heldere lucht zweven tienillen zilvermeeuwen. Om hun vleugels ie je een zilveren randje. Ze steken rachtig af tegen het diepe blauw van e hemel. Onder hen liggen de blonde uinen en strekt de blauw-groene zee ich uit tot aan de verre horizon. Op en paaltje aan de vloedlijn strijkt één an de zilveren vogels neer. „Kie-ew. ie-ew, hier zit ik weer. Dit paaltje is lijn eigendom en alle mossels, zeesteren en visjes, die in mijn buurt komen ijn voor mij. Kie-ew!"

Wat een opschepper, wat een druktemaker. Zullen we hem eens vragen /aar hij woont en hoe hij heet? 't Moet vel een bijzonder soort meeuw zijn als e zoveel praatjes hebt.

Vlieg maar eens mee.

Kie-ew, kie-ew, ik heet Maarten, Maaren de Meeuw. Gezellig klinkt dat hè, ie twee m's. Ik heb het op het ogenilik ontzettend druk. Ja, je zult wel zeg-; en: „Daar zie ik niks van, want je doet liet anders dan roepen en schreeuwen." )at lijkt maar zo, want ik kijk in die ussentijd heel goed rond. Zie je wel? )aar spoelt er al één aan. Tjonge wat •en dikke. Daar heb ik voorlopig genoeg an.

Nu gauw naar huis. Het is hier vanlaan maar vijf minuten. Ik zou graag iard willen schreeuwen, maar dat lukt liet met zo'n dikke zeester in je keel. £ Zal vlug voortmaken, want mijn 'rouwtje zit te wachten, zij past op > ns nest. We hebben twee jongen, de lerde zal wel gauw uit het ei kruipen, /lieg je mee? Dan kun je zien waar ik voon.

De meeiiwenkolonie

Heerlijk hè, die frisse zeelucht om je snavel. O, pas op, hier moeten we naar beneden. Kijk, links van die duindoorn bij dat brandnetelbosje woon ik. Marieke — zo heet mijn vrouwtje — ziet ons al aankomen. O, o daar loopt ze alweer van het nest. 'k Heb al zo vaak tegen haar gezegd, dat ze dat niet moet doen. Weet je, ze heeft een hekel aan stilzitten. Maar dat moet nu eenmaal. Je kunt niet zomaar opstaan als je er zin in hebt. Dan worden de eieren veel te koud. Zoals een kip het doet, vinden wij grote onzin. Dagenlang je niet verroeren en je eten en drinken bij je laten brengen is wel heel erg overdreven. Ik zal er maar niets van zeggen, ik ben deze keer wel wat lang weggebleven. Oh, het derde ei is ook uit. Wat een klein ding hè? Kun je nou begrijpen, dat zo'n bruin vogeltje net zo wit wordt als zijn vader en moeder? Dat duurt wel drie jaar, hoor, maar dan is het een prachtige zilvermeeuw geworden. Wij behoren tot de mooiste vogels van de hele wereld. Wat zeg je? Zijn er nog veel mooiere? 'k Geloof er niets van. Och, och, wat hebben ze een honger! Ja, Marieke, ga jij nu maar een poosje weg. O moet je je eerst nog wat mooi maken en je veren oppoetsen? Schiet toch op, de wind maakt ze toch weer in de war. Wat een schrokoppen, die kinderen van mij. Heb ik de jongste vergeten? Tja, dat kan best, daar heb ik geen erg in gehad. Heeft Marieke het laatste stukje opgegeten? Nou dat geloof ik niet. Maar ga eerst eens rustig hier zitten, dan zal ik je wat over onze familie gaan vertellen. Je vindt het toch niet erg, dat ik terwijl op m'n kindertjes let? Weet je, de buurman, links naast ons is zo'n lastpak. Hij wil volstrekt niet hebben, dat een ander één poot op zijn grondgebied zet. Ik weet wel, dat is zo de gewoonte bij ons.

Wij jagen iedereen weg, die niet tot het eigen gezin hoort. Maar de buurman overdrijft, hij eh, wat zeg je? O ja, ik zou wat vertellen over de beroemde familie ZILVERMEEUW. Wel om te beginnen: hoe vind je onze kolonie? Zo heet de stad of het dorp, waar wij wonen. Wij broeden altijd op dezelfde plaats, midden in de duinen. Als onze kinderen groot zijn en zelf hun kostje op kunnen scharrelen gaan we weg. Dan is de meeuwenkolonie verlaten. Er blijft niemand hier wonen. De winter brengen we meestal in Engeland door. Ik tenminste wel. Als het voorjaar er is komen we terug. De kinderen, die drie jaar geleden hier zijn geboren, vinden als vanzelf — wonderlijk is dat hè — hun geboortegrond weer en broeden in de kolonie, waar ze uit het ei zijn gekropen. Vind je, dat wij maar een slordig nest hebben? Zijn er vogels, die het veel mooier doen? Soms in bomen? Die zijn niet lekker. Wij hebben ook nog familieleden — gelukkig ver weg — die een enkele keer ook in een boom broeden. Misschien heb je wel eens van hen gehoord. Stormmeeuwen heten ze. Wij bemoeien ono nooit met hen. Ze zijn zo brutaal. Een enkele keer gebeurt het wel, dat ze hun nest — veel kleiner dan dat van ons! — in onze kolonie maken. Ze blijven, heel verstandig, aan de rand van ons dorp. 'k Hoorde laatst iemand zeggen: „Stormmeeuwen zijn kleiner dan gewone — géwóne zei hij — zilvermeeuwen". Was het daar nou bij gebleven, maar nou komt het. „Ze hebben bruine ogen, die je veel vriendelijker aankijken dan de lelijke gele van de zilvermeeuw." Hoe vind je zoiets! „Zijn poten zijn groengeel, die van de zilvermeeuw hebben een roze kleur." Nou wat doet dat er toe? Mensen hebben toch ook niet allemaal dezelfde kleur! Sommigen zijn wit, andere zwart of bruin.

Maar laat ik ophouden over die stormmeeuwen. Ze zouden denken, dat ze belangrijker waren dan wij. Wij leggen meestal niet meer dan drie eieren. Overdreven van een kip en een eend om er veertien of nog meer te leggen hè? Om de beurt broeden wij en als de jongen uit het ei komen zorgen we ook samen voor hen. We halen om de beurt voedsel en passen op het nest. We voeden ze samen op en leren ze wat ze mogen en wat verboden is. Dat is nog een hele taak, vooral ze te leren wat niet mag. Als er gevaar dreigt, leren wij ze om zich tegen de grond aan drukken en heel stil te zijn. Het bes is nog weg te kruipen onder een bran netelbosje. Brandnetels prikken, d weet je wel. Ja, daar hebben wij gei last van. Het is bij ons de gewoon om niet bij de buurman of buurvrou op het erf te komen. Dat wist je al h Maar wij hebben geen muren of schi; tingen, net als bij jullie. Je begrijpt w dat het heel moeilijk is voor jonge mee wen om de grens te weten. Wat zeg j We zouden een streep moeten trekke Leuk gevonden, maar veel te lastig. A 't geregend heeft moet je weer opnieu beginnen. Nee een flinke snavelhoi helpt prima. Samen leren we onze ki deren ook vliegen. Als ze zes wek oud zijn gaan we beginnen. Dat is e heel karwei. De één is nou eenma vlugger dan een ander. Dat is met 1 ren lopen bij jullie ook zo. En als jongste erg laat uit het ei is gekrope dan moet je die nogal eens alleen 1 ten. Je weet maar nooit wat die d; uithaalt. Je merkt het: orgen genot O ja, er wonen bij ons in de kolonie o< meeuwen, die geen kinderen hebbe Alleenstaanden zou je zeggen. Die he ben een aparte plaats en komen no< tussen de gezinnen in wonen. Och zou je nog zoveel kunnen vertelle Wel een boek vol. Weet je, dat v veel burgemeesters in onze familie he ben? Grote forse vogels, die altijd het hoge noorden wonen. En wat de: e van de mooie mantelmeeuwen en drieteenmeeuw? Hè? Het visdiefje? ^ dat is ook familie van me. Wat zou c eigenlijk? Net alsof het bij de mens niet voorkomt, dat je je voor bepaal familieleden schaamt. Maar ik zie M rieke terugkomen. Ja, ja jullie mog onder mijn vleugels uit, hoor. 'k 2 nou goed opletten, dat onze jongs spruit niet vergeten wordt. Zeg, als nog meer wilt weten over onze kolon kom dan maar eens wat langer. Ik z zeggen: reng eens een vakantie door ons mooie duingebied. Je zult er v; geen spijt van hebben. Er is zove moois te zien! Niet alleen in de kol nie. Nee, de bomen, struiken en pla ten hier zijn de moeite van het bek ken waard. En het beschermde vogelg bied, nou dat is iets unieks. Daar w nen wulpen, scholeksters, kluten, mee koeten, grutto's en tureluurs. Ik ga nog al eens op visite, 'k Zou zeggen:1 ziens.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 april 1977

Daniel | 20 Pagina's

MAARTEN DE MEEUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 april 1977

Daniel | 20 Pagina's