Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voorbeeld-ige gelovigen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voorbeeld-ige gelovigen

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN PASTORALE BRIEF

(5)

„Alzo dat gy voorbeelden geworden zijt al de gelovigen in Macedonië en Achaje. Want van u is het Woord des Heeren luidbaar geworden niet alleen in Macedonië en Achaje; maar ook in alle plaatsen is uw geloof, dat gij op God hebt, uitgegaan, zodat wij niet van node hebben, iets daarmn te spreken". 1 Thessalonicensen 1 : 7. 8.

Heeft Paulus in de voorgaande verzen Gods genade geprezen in de Thessalonicensen omdat ze navolgers van hem en de Heere waren geworden. Nu schrijft hij hoe de gemeente op haar beurt weer een voorbeeld is geworden voor al de gelovigen in Macedonië en Achaje. Alzo of zodat, staat er. Dat slaat op het voorgaande. Ze hebben het Woord aangenomen. Ook al bezorgde ze dat verdrukking. Toch en juist in de verdrukking voor het Woord gevallen. Niet gedwongen of met tegenzin. Maar met blijdschap des Heiligen Geestes. Daarin is de gemeente nu een voorbeeld geworden voor andere gelovigen. Een voorbeeld. Letterhjk staat er: een type. Dat woord „type" kan verschillende betekenissen hebben. Hier wordt bedoeld: model, voorbeeld.

Toen Mozes op de berg Sinaï was, heeft God hem een model, een voorbeeld getoond aan de hand waarvan hij de tabernakel moest maken (Hebr. 8:5, Hand. 7 : 44).

In onze tekst wil het woord type. voorbeeld zeggen: e gelovigen zijn modellen of voorbeelden om door andere gelovigen nagevolgd te worden. In deze zelfde zin krijgen Timotheüs en Titus van Paulus de vermaning mee een voorbeeld of een model te zijn voor de gemeenten waar ze arbeiden. „Zijt 'n voorbeeld der gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in de geest, in geloof, in reinheid" (1 Tim. 4 : 12). En tegen Titus klinkt het: Betoon uzelf in alles een voorbeeld van goede werken..." En het doel is: ... opdat degene, die tegen is, beschaamd worde en niets kwaads van u te zeggen hebbe" (Titus 2 : 7, 8).

Ook Petrus schrijft aan de ouderlingen, de voorgangers in de gemeente dat ze voorbeelden voor de kudde moeten zijn (1 Petrus 4:4). Dus, als de gemeente ziet op haar voorganger, dan moet ze in hem een model zien hoe ze zelf heeft te behjden en te leven. Ze heeft het van God geschonken model of type voor ogen in de ambtsdragers die haar dienen.

Maar dat geldt niet alleen de ambtsdragers. Hoewel zij heel inzonderheid. In de tekst wordt het ook gezegd van de gelovigen in Thessalonica. „Alzo dat gij voorbeelden gewrocht zijt al de gelovigen in Macedonië en Achaje". Voorbeelden geworden. Daarin komt uit Gods genade. Ze hebben zichzelf niet tot voorbeelden gemaakt. Ze zijn dat geworden. „Aan hen kan men zien wat God van zondige mensen maken kan" (F. J. Pop). Dat zit ook in het woord voorbeeld of type. Het is geen woord dat spreekt van menselijke activiteit, maar van Gods handelen in de mens. Het prijst Gods genade aan. Zie eens naar de Thessalonicensen wat genade vermag. Zie eens aan hen de wondere kracht van de Heihge Geest. Zo heeft Paulus elders in Macedonië en Achaje de gemeenten jnogen wijzen op wat er gebeurd was in Thessalonica. Uit de behoudenis van zondaren in Thessalonica mocht elders moed geschept worden. Door hen die het Woord brachten en door hen die het Woord hoorden. De prediking mocht gestoffeerd worden door de voorbeelden in Thessalonica. En in het pastoraat, in de zielzorg mochten zoekende zondaren, die nog zo verstrikt lagen in het heidendom bemoedigd en aangemoedigd worden door de roem in Gods genade. Houdt aan, grijpt moed, uw hart zal vrohjk leven. Onze God is machtig door Zijn genade in Christus ook u te bekeren. We hebben een God Die leeft. Een God Die doden levend maakt. Strikken van heidendom en bijgeloof ontbindt en stelt in de vrijheid der heerlijkheid van de kinderen Gods. Voorbeelden geworden. In de wijde omgeving. Immers, Thessalonica lag zelf in Macedonië en Achaje lag meer zuidehjk. Het gerucht over Gods wondere kracht verspreidde zich. Het geloof, ondanks barre verdrukking, de blijdschap des Heiligen Geestes bij de Thessalonicensen werd alom gehoord. En het breidde zich als een ohevlek uit. Het voorbeeld van de gelovigen bevorderde de vrucht op de Evangelieprediking. God gebruikte het om ook elders Zijn Koninkrijk te stichten en uit te breiden.

Hoe is dat onder ons? U zult ook weieens geruchten vernemen uit gemeenten elders. Je hebt mensen die zijn er op uit om nieuwtjes te vergaren overal vandaan. Helaas liefst in het negatieve. Daar loopt het ook niet zo best. En daar schijnen ze ook problemen te hebben. Ik zou zeggen: laten we aan die nieuwsgaring onze medewerking maar onttrekken. Daar wordt niets en niemand door gebouwd. Maar als er geruchten overwaaien vol zegen, neem dat eens ter harte. Want ondanks veel verval en neergang, zijn er Gode zij dank ook gezegende berichten te vernemen. Kerkgang neemt toe. Jongeren scharen zich rondom het Woord en hebben honger naar het Woord. Öe gemeente wordt gebouwd. Er is ijver en enthousiasme. Maar vooral: de Heere werkt middels Woord en Geest. Er valt hemelse zegen. Zondaren worden getrokken uit hun duisternis omdat er licht uit de hemel over hun zondige leven valt. Christus wordt heerhjk en verheerlijkt in mensenharten. Verloren zonen en dochteren worden teruggeleid tot de God die ze verlaten hadden. Daar gaat 't toch om in al de arbeid in Gods Koninkrijk? Dat 't Woord wordt aangenomen! We preken toch niet om mensen wat stichtelijk te onderhouden of wat te strelen in hun al of niet vrome gevoelens? We beleggen toch geen kerkdiensten en wekelijkse samenkomsten voor de

gezelligheid of alleen maar wat onderling contact, terwijl we intussen voor God in de zonde bhjven volharden? Hier gaat het ons toch wel om: dat het levende Woord dode zondaren levend maakt? Dat er mensen tot God bekeerd worden. Eerder mogen we niet tevreden zijn, ook al stroomt de kerk nog zo vol en al stijgen de koliekten ongekend hoog en al verrijst de ene kring na de andere in de gemeente. We kunnen hierin ook ijveren zonder verstand* Het gaat er de Heere om dat Zijn Woord wordt aangenomen. Dat mensen vallen voor Zijn Woord en in Christus eeuwige zaligheid vinden.

U zegt: ik hoor van dat laatste zo weinig in de gemeente waar ik woon. De mensen zeggen weieens: er is zo weinig doorbrekend werk van Gods Geest onder ons. Dan vraag ik om te beginnen: is er dat wel bij u? Want we moeten altijd maar bij onszelf beginnen. Dan hebben we onze handen vol. En als het er wel bij u mag zijn, dankzij Gods wondere genade, bent u dan ook als de Thessalonicensen eenmaal een voorbeeld in de gemeente waar u woont. Gaat er een goed gerucht van u uit. Nee, niet van u, maar van de God Die in uw leven kwam om er Zijn Zoon Christus te verheerhjken? Ziehier de roeping der gelovigen: een voorbeeld te zijn voor onze wijde omgeving. Opdat Gods huis onder ons gebouwd mag worden. Afbrekende kritiek en negativisme is uit de duivel. Hij is de grote afbreker en ondermijner. Hij briest van nijd waar kanalen voor de Heihge Geest worden gegraven. Hij gooit er dammen en stenen in om de loop van het Woord te verhinderen. Zie toe dat we geen handlangers van hem worden. Maar wees een voorbeeld, u die tot God bekeerd zijt door het Woord. Een voorbeeld in woord, in wandel, in hefde. Er zijn tijden geweest in de kerkgeschiedenis dat de Heere in een gemeente Zijn Woord rijk zegende. En die vonk van de Heilige Geest sloeg over naar andere gemeenten. Bidden we er maar om dat die geruchten opnieuw ook onder ons gehoord mogen worden. Zoals het eertijds was in Macedonië en Achaje. Daar liep een bhj gerucht door dat deel van Griekenland. e i U e

„Want van u is het Woord des Heeren luidbaar geworden..." e v

Luidbaar geworden. Het werkwoord hier genoemd, hangt samen met een woord dat gebruikt wórdt voor muziek maken. Het kan ook betekenen: weerklinken, galmen. Het Woord des Heeren heeft overal weerklonken middels de Thessalonicensen. Als muziek die van verre kan worden gehoord. Die in een bergland soms heel wijd galmt. Zo ging het met het Woord des Heeren. g u g z v d w H h

Opvallend is enigszins dat Paulus spreekt van het Woord des Heeren. Meestal heeft hij het over het Woord van God. Andere heren hebben ze in Thessalonica gediend. Nu is het dè Heere geworden. Hij heeft gezag over hen gekregen door Zijn Woord als Heere. Het Woord is als een lied geworden. En dat hed hebben ze gezongen. Ik zal de Heere prijzen in mijn leven. In de Heere zal ik Zijn Woord prijzen. Ze hebben dat zo luid gedaan, dat het overal werd gehoord. O d n T d l v U a o d

Welk geluid gaat er van u uit? Welke ge-s luiden worden hoorbaar uit onze gemeenten? Welk geluid het ook moge zijn, het valt onder de kritiek van het Woord als het niet is het geluid van het Woord van de Heere. Daar gaat het om. De Evangelieprediking elders werd bevorderd en onderstreept door het weerkhnken van het Woord des Heeren vanuit Thessalonica.

Ja, het klonk zo luid, dat het zelfs verder reikte dan Macedonië en Achaje. Niet alleen in.... maar ook in alle plaatsen... Niet alleen in Europa, zelfs tot in Klein-Azië werd het bhj geluid gehoord. Gods rechterhand doet grote kracht. Overal is men er vol van. We zeggen weieens: wat God werkt, is in geen hoek geschied. En terecht. Het zal „luidbaar" worden. Lawaai is er soms genoeg. Maar waait er ook over: Zijn Woord doet grote kracht? Het gaat erom dat Zijn Woord luidbaar wordt. Niet onze woorden. Niet gevatte woorden van mensen. Geen gevleugelde woorden van beroemde of befaamde sprekers. Maar het Woord des Heeren. In Zijn majesteit en kracht. Vanwege u, door middel van u klonk het Woord des Heeren overal heen. En dat in een tijd zonder bandrecorders en luidsprekers. Wat een gezegende kracht heeft het Woord. Omdat het het Woord van de Heere is. God geve ook onder ons deze geluiden. God heeft bij ons wat groots verricht. Hij Zelf heeft onze druk verhcht. Dat is beter dan het „bij ons dit" of „bij ons is de waarheid nog". Wat baat het zo het Woord niet luidbaar wordt. In de vruchten, dan wel te verstaan. Zo was het in Thessalonica.

Want niet alleen werd het Woord des Heeren luidbaar. „...maar ook in alle plaatsen is uw geloof, dat gij op God hebt, uitgegaan..."

Hier wordt iets naders gezegd over de aard van het geloof der Thessalonicensen. Het is geloof dat ze op God hebben. Er staat letterlijk: op de God hebben. Waren het eerst goden die hun leven beheersten en bepaalden. Nu is het geworden: de God. De nige, de waarachtige, de levende God. Hij s het alleen waard God genoemd te worden. w geloof! In de harten geplant. Persoonlijk n daarom levend geloof. Niet: geloof dat er en God is. Maar geloof in de God. De God an het Woord. Dat geloof is uit God. Zijn ave. Maar 't richt zich ook op God. 't Leeft it Hem en door Hem alleen. Dat is het ware eloof. Op God gericht. Als ziende de Onienlijke. Uw geloof op God. Midden in de erdrukkingen die de Thessalonicensen onergingen, toch: uw geloof op God. Ze aren er niet van af te brengen. Niet bij em vandaan te krijgen. Welk een kracht eeft dit geloof. Het overwint de wereld. mdat het geloof op de God is. Kennen we at? Ook als het oog niets ziet. Het gevoel iets voelt. Er geen pad lijkt om te gaan. och: geloof op God? Vasthouden aan Hem ie tot onze ziel sprak: Ik ben uw heil aleen. Al rukt de vijand aan. Al roert de duiel met zijn staart. Toch: geloof op God? begrijpt: dat is geen vrucht van eigen kker. Het is bij ons van nature: geloof in nszelf. Geloof in helden van beneden. En aarom: twijfel en mismoedigheid. Ten diepte is dat onze verlorenheid: dat we geen geloof op de enige God hebben. We hebben geen crediet op Hem. We geloven schier alles eri allen die we horen, behalve Hem. Hoe kan het anders worden? Waar God met Zijn Woord en Geest tot ons komt. Ons verleugende bestaan binnendringt. Waar al onze goden sterven. En de levende God in Christus ons alles wordt.

Daar wisten ze in Thessalonica van mee te spreken. En ze hebben er ook uitgesproken. Op zo'n wijze dat hun geloofstaal wijd en zijd verbreid werd. In Thessalonica kwamen handelaars overal vandaan. Uit heel Macedonië en Achaje, ja, nog veel verder. Zelfs uit Klein-Azië. En ze hebben het gehoord. En thuis verteld. Daar in Thessalonica is een wonder gebeurd. Nee, geen bevlieging, geen rumoerige opwekking die na korte tijd weer voorbij was. Nee, ze hebben in God leren geloven door het Woord der prediking. En dat is gebleven, ja, zelfs dieper geworden toen ze erom vervolgd en belasterd werden. Wie heeft ooit zoiets gehoord? Paulus zegt: „...zodat wij niet van node hebben iets daarvan te spreken". Hij bedoelt: Ik hoef u er niets meer van te zeggen. Want u hebt het zelf al gehoord.

Wij zeggen weieens: je moet niet over het geloof spreken. Maar je moet er uit spreken. En het is waar. Dat deden de herders ook. Toen ze de kribbe verlieten maakten ze alom bekend het woord dat hun van dit Kindeke gezegd was. Wie het geboren Kind heeft ontmoet, kan niet meer zwijgen. En dat Woord draagt vrucht. Jaren na Kerst droeg het nog vrucht in Thessalonica. En vandaar ging het verder. De wereld door. Het klinkt ook onder ons. Is het nog nodig u er meer van te zeggen. Hoor het nog heden: U is geboren de Zaligmaker. Laat klinken Zijn Woord. En uw geloof op die God. Hij is het waard. En het redt wat verloren is.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 december 1976

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Voorbeeld-ige gelovigen

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 december 1976

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's