Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EVANGELIST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVANGELIST

„Doe het werk van een evangelist". 2 Tim. 4 : 5.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Evangelist begint met hen te prijzen. Hij zegt ook blij te zijn hen weer te ontmoeten, omdat zij zoveel beproevingen hebben doorstaan en overwinnaars zijn gebleven. Maar zo roept hij hen toe: „Houdt wat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme". „Gij zijt niet buiten het schot van de duivel en hebt nog ten bloede niet tegengestaan strijdende tegen de zonde".

Evangelist vermaant hen om toch steeds het koninkrijk Gods voor ogen te hebben en zich niet tegenstaan strijdende tegen de zonde", zinnelijke dingen van stad IJdelheid.

„Christen" en zijn metgezel „Getrouwe" zouden aan grote verleidingen worden blootgesteld, want de stad, waardoor zij moesten trekken om in de hemel te komen, bezat een kermis, waar allerlei zonde en verleiding te koop was en niemand minder dan Beëlzebul zelf was de heer van die kennis. „Evangelist" wist dit alles.

Is het wonder, dat hij nu, voordat zij die stad zullen binnentrekken, tot de twee pelgrims naar de hemelstad, komt en hen waarschuwt en vermaant?

De boodschap die Evangelist nu brengt, is een geheel andere dan de beide voorgaande malen.

Toen heeft hij „Christen" met het pak van schuld op zijn rug, de weg naar de enge poort gewezen, die tot Golgotha leidt. Hij heeft „Getrouwe" ook gezet op de weg naar de hemel en de verlossing van het kruis van Christus. „Evangelist" heeft hen bij die gelegenheden geleerd hoe zij van al hun zonden en ellende verlost moesten worden en. . . zij hebben de verlossing van al hun schuld en de vrede met God gevonden in de verzoening van de gekruisigde Christus.

Maar nu staan „Christen" en metgezel „Getrouwe" voor een andere opgave. De boodschap van „Evangelist" is nu ook anders. Zij is in overeenkomst met de gevaren en verzoekingen, die zij straks zullen ontmoeten. Een christen moet niet alleen weten, hoe hij van het pak van schuld bevrijd moet worden, maar moet ook weten, hoe te handelen met de verzoekingen en verleidingen van de duivel, de wereld en het eigen boze vlees. In dit licht staan de vermaningen van „Evangelist".

Hij wijst hen erop het hart niet te zetten op de zienlijke dingen, die tijdelijk zijn, maar op de onzienlijke dingen, die eeuwig zijn. Wat een gepaste vermaning voor een pelgrim, die op weg is naar een onzienlijke hemel! Het is niet alleen de zonde, die ons zo lichtelijk omringt, waarin het gevaar is voor de christen, maar in al het zienlijke en tastbare van de wereld is een gevaar. Hoe gemakkelijk kan men het hart zetten op bezittingen, goederen posities en rijkdom en er geheel door bezet worden. De christen moet bezitten als niet bezittende. Hij moet en mag de wereld gebruiken, maar niet misbruiken. Hij mag er het hart niet opzetten.

Evangelist geeft een goed middel tegen dit gevaar. Hij wil, dat zij bezet zullen zijn met de onzienlijke dingen. Wanneer er iets van de hemel, Gods gunst en Christus in het hart is, zal de wereld zijn glans verliezen. „Laat toch niemand uw kroon neme", is de verdere raad van „Evangelist".

De christen draagt een kroon. Het is de kroon der hemelse heerlijkheid. Hoe graag zou de duivel en de wereld deze van zijn hoofd halen en in het slijk vertrappen.

Deze koninklijke waardigheid van een christen doet hem zichzelf onbesmet bewaren van de wereld. Hij is in de wereld en gaat door de stad IJdelheid, maar niet als een onreine en verwordene, maar dragende de kroon van een leven, dat Gods geboden bemint en bewaart.

De pelgrims staan in de hemel bekend als degenen: „Die Gods geboden bewaren". Nee, dat betekent niet als degenen die volmaakt zijn en nimmer struikelen, maar als mensen, die kunnen zeggen met David: „Uw geboden heb ik niet vergeten". Zij dragen de kroon van een nieuw godzalig leven. Op die kroon heeft de duivel het gemunt. Verder besluit „Evangelist" zijn vermaning met: i, Let toch bovenal op uw hart en op deszelfs uitgangen". De wacht moet betrokken worden bij het eigen hart. Men mag er niet op vertrouwen, want, zo zegt „Evangelist", het is bedriegelijk meer dan enig ding en zeer goddeloos. De wereld heeft als levensregel om alles te doen wat het hart wil en laat de begeerten van het hart de vrije teugel. Een christen moet zijn hart bewaken. Alles wat erin leeft, mag er niet uitgaan. Al de begeerten van het hart mogen niet vervuld worden. Het vlees moet gekruisigd en het hart bewaakt.

Maar hoe zal een mens zulk een hart, met tegenover zich zulk een geweldige vijand als de duivel en temidden van een wereld vol ijdelheid, ooit staande kunnen blijven? „Evangelist" zegt de beide pelgrims: „Gij hebt alle kracht in de hemel en op de aarde aan uw zijde". De pelgrim staat niet alleen in deze strijd. Christus, de Bezitter van alle macht in hemel en aarde is aan zijn zijde.

Op Hem mag „Evangelist" de beide pelgrims wijzen. Zij zijn niet alleen in deze wereld vol ijdelheid. Christus is met hen en bidt voor hen, opdat hun geloof niet zal ophouden. Hij heeft het beloofd: „Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet verlaten". Dit maakt, dat Gods kinderen vrijmoedig kunnen zeggen: „De Heere is mijn Helper, ik zal geen kwaad vrezen". Na deze woorden neemt „Evangelist" afscheid van hen.

Zijn laatste vermaning nemen zij mee op hun gevaarlijke doorgang door stad „IJdelheid": „Mijne zonen, gij hebt gehoord de waarheid van het evangelie, dat gij door vele verdrukkingen zult moeten ingaan in het koninkrijk der hemelen. Daarom, wanneer gij in deze stad zult gekomen zijn en vervuld zult zien, wat ik u voorzegd heb, denk dan aan uw vriend en gedraag uzelven als mannen en beveel uwe zielen aan uw getrouwe Schepper en Weldoener". Dit waren de laatste woorden van „Evangelist".

De twee pelgrims naar de hemel eji „Evangelist" scheidden hier om elkaar wederom te ontmoeten in. . . het eeuwig koninkrijk Gods.

D.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 maart 1978

De Saambinder | 8 Pagina's

EVANGELIST

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 maart 1978

De Saambinder | 8 Pagina's