Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EEN BRES IN DE MUUR

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EEN BRES IN DE MUUR

De velden zijn wit om te oogsten

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer in de oorlog een linie is doorbroken, is er grote kans, dat het leger wordt opgerold; als er een bres in de muur is, volgt meestal de overgave van de stad; als het wa ter in de dijk slechts een klein geultje heeft weggeslagen, dan gulpt straks het water met onweerstaanbare kracht het land in: grote brokken dijk worden weggesleurd en er is geen houden meer aan. Zo moeten we ook het werk van de zending in de heidenlanden zien. Als de eerste doorbraak maar mag gelukken.

Maar juist dat gaat zo vreselijk langzaam. Wat een geduld is er voor nodig en wat een liefde moet er zijn om vol te houden! Met inspanning van alle krachten en onder de zegen van God kan er iets worden bereikt. Het is ook geen kleinigheid om een bres te slaan in het rijk van satan. Van hoeveel vezelen moet het volk los gemaakt. De mensen zitten vast aan de overleveringen der vaderen. Al de oude gebruiken moeten vaarwel gezegd. De verering van de voorvaderen zit zo diep in het bloed, dat het geen wonder mag heten, dat er iets van terecht mag komen; dat er nog één luisterend oor is voor hetgeen een vreemde blanke man komt vertellen.

We kunnen het begrijpen, dat het wel twintig jaren duurde, eer Nommensen met zekerheid kon zeggen, dat het heidendom aan het wankelen was gebracht. Maar nu, nu er een bres is geslagen in het bolwerk van satan, nu gaat het van dag tot dag gemakkelijker om veld te winnen voor Koning Jezus.

Hoeta Dame, het Vrededorp, krijgt al meer en meer bekendheid. Men gaat er over praten. Je kunt gesprekken opvangen, die gaan over de macht van Toewan Jezus en over de macht van de datoe en sibaso. Wie is uiteindelijk de machtigste? Er zijn hoofden van het volk, die belangstelling gaan tonen voor de alleen-ware God. Radja Pontas, een zeer geëerd hoofd, komt om onderricht tot Nommensen. En meerdere hoofden volgen. Ze kunnen niet meer wreed zijn tegen

de christenfamilies, zodat deze in vrede mogen wonen o|3 de plaatsen waar ze zijn.

Nommensen schrijft aan zijn vrienden in het vaderland, hoe de zaken gaan. Die vrienden schudden het hoofd: als dat maar goed gaat; zou de zendeling niet te spoedig tot de doop overgaan. Hij moet toch vooral voorzichtig zijn. Het volk moet toch eerst goed op de hoogten worden gebracht van alles wat de Heere van ons eist. Dat denken ze, en ze schrijven het heel eerlijk aan Nommensen. En wat antwoordt de zendeling? „We moeten, nu God ons de kansen geeft, met alle kracht verder gaan. Op deze manier kunnen we de behaalde voordelen bestendigen en uitbreiden."

Nommensen doet wat de Heere Jezus deed met de man, waaruit de duivelen waren geworpen: vertel wat grote dingen de Heere aan u heeft gedaan. Zo zendt Nommensen christen-Bataks uit naar de omliggende streken en dorpen. Hoe durft hij dat? Deze christen-Bataks zijn nog nauwelijks tot de kennis van de Heere Jezus gekomen, en moeten die nu al verkondigers worden van de Boodschap des heils? De zendeling waagt het. De verkondiging van het Evangelie moet gaan als de voortgang van een brand: naar alle kanten moeten de vonken vliegen, en alom brandt het vuur laaiend op. Vol moet de aarde worden van de kennis des Heeren, zoals de wateren de bodem der zee bedekken. En het werk wordt gezegend: het aantal gedoopten wordt voortdurend groter; cle scholen worden door meerdere leerlingen bezocht; op vele plaatsen worden kerkjes gebouwd; elke Zondag komen in het dal van Silindoeng honderden horen naar het Woord des Heeren, Dat nooit ledig zal wederkeren, maar doen zal wat God behaagt.

Nommensen is oud geworden en helpers zijn hem zeer welkom. Zijn helpers doen hun best om de oude bij te staan. De onvermoeidheid van cle blanke drijft hen aan om vol te houden en te strijden voor de zaak des Heeren. Nog verder moet het grote Licht opgaan. Het rijk der duisternis moet afgebroken.

Wat is er nog veel te doen! Eigenlijk breekt voor Nommensen cle tijd aan om te rusten en zich terug te trekken uit het werk. Maar daar kan niets van komen. Er is geen tijd om te rusten. Er moet nog veel te veel gebeuren. O, als Nommensen daar over denkt, clan ziet hij er geen gat in: de Bataks moeten zelf Gods Woord kunnen lezen, maar er is geen vertaling in het Bataks en dan.... de eigenlijke burcht van het heidendom is nog niet ingenomen. Die sterkte ligt in cle buurt van het Tobameer. Ook daar moet gewerkt. Zal het gelukken? Als de Heere gezondheid geeft, zal hij naar het meer gaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 oktober 1955

Daniel | 8 Pagina's

EEN BRES IN DE MUUR

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 oktober 1955

Daniel | 8 Pagina's