Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het werk van De Cock compleet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het werk van De Cock compleet

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In 1984 verscheen bij uitgeverij Den Hertog ter gelegenheid van de herdenking van de Afscheiding het eerste deel van de "Verzamelde Geschriften" van Hendrik de Cock. De Cock - predikant te Ulrum-is de vader geweest van de Afscheiding of Wederkeer zonder dat hij die zelfheeft gezocht (blz. 388). De verlichte kerkbesturen gunden hem eenvoudig geen plaats meer in de Ned. Herv. Kerk. Hij zag zich geroepen om leiding te geven aan talloze eenvoudigen, die met hem begeerden weder te keren tot de leer, de liturgie en de kerkorde van de kerk der reformatie in ons land.

De Cock schreef een groot aantal kleine publikaties, die uiterst zeldzaam zijn geworden. De meeste lezers van ons blad zullen die sobere uitgaafjes, vaak gevat in een blauw omslagje, nooit in handen hebben gehad. Daarom is het een bijzonder goede zaak, dat deze bronnenpublikatie het werk van De Cock weer voor iedereen toegankelijk maakt. In het eerste deel werden er achttien gebundeld. In dit tweede deel zijn de resterende twintig geschriften opgenomen. In enkele gevallen gaat het om de heruitgave van een geschrift, waarin De Cock een uitvoerig woord vooraf schreef of om een publikatie van een geestverwant, die door De Cock werd uitgegeven. Zo treffen we onder nr.

20 een brochure aan, die tot titel heeft: "Boetbazuin, geblazen door Derk Jans, Lid van Sions duurgekochte gemeente te Schildwolda, uitgegeven door H. de Cock" in mei 1834. Dat bij deze categorie ook een "Voorrede" behoort bij een heruitgave van een verkorte editie van de Institutie van Calvijn, zal niemand bevreemden, die de levensweg van De Cock kent. In 1831 werd hij in de pastorie van het dicht bij Ulrum gelegen Warfhuizen door zijn collega Ds. H. Wormnest attent gemaakt op de Institutie. Het trof hem zeer, dat hij het geestelijk erfgoed, dat velen van zijn gemeenteleden bezaten, in de Institutie terugvond. De Heere heeft de kennisname van het werk van Calvijn kennelijk willen gebruiken om hem tot bekering en tot vernieuwing van zijn theologisch inzicht te brengen. Hij begon Gods volk in Ulrum te verstaan van binnenuit! Bijzonder belangwekkend zijn de geschriften, waarin De Cock zich verantwoordt t.a.v. zijn principiële stellingname inzake de ontwikkelingen in de Ned. Herv. Kerk en de wettigheid van de Afscheiding, Daartoe behoren in dit deel met name de nrs. 19, 22, 23, 26, 27, 28, 29 en 30. Opnieuw trof mij hoe trefzeker en scherp De Cock de invloed van de Verlichting weet aan te tonen b.v. ten aanzien van de inhoud en de invoering van de gezangen. De titel van nr. 22 spreekt voor zichzelf: " De zoogenaamde Evangelische Gezangen, de oogappel der vervoerde en verleide menigte in de Sijnodaal Hervormde Kerk, ja zelfs nog van sommige van Gods kinderen uit blindheid, en omdat zij dronken geworden zijn door den wijn harer hoererijen, nader nog getoetst, gewogen en te ligt bevonden, ja strijdig met al onze formulieren van éénheid en Gods Woord."

Aangrijpend is de verdediging van de Afscheiding op blz. 386 en 387. De Cock toont daar aan. dat de Herv. Kerk van zijn dagen al de kenmerken van een valse kerk vertoont, die in art. 29 van de N.G.B, worden genoemd. Wie let op de enorme doorwerking van het denken van de Verlichting in leer, eredienst en een alles dirigerend dagelijks hoofdbestuur oftewel synode, kan in historisch licht heel goed begrijpen, dat De Cock tot deze stellingname is gekomen. Zo vervolgt de valse kerk degenen die tot de ware kerk behoren. Werden de Afgescheidenen niet met goedvinden van het Hervormde Genootschap vervolgd? Terecht heeft echter Ds. Kersten in 1947 in zijn Kort Historisch Overzicht betoogd, dat het te ver gaat om de Ned. Herv. kerk als een valse kerk met Rome op één lijn te zetten. Men heeft immers de oude belijdenis niet vervangen door een belijdenis van de dwaalleer. Er zouden nog meer argumenten te noemen zijn om Ds. Kersten bij te vallen. Wel is het helaas tot op de dag van vandaag zo, dat in de praktijk de meerderheid in de Ned. Herv. Kerk aan waarheid en dwaling dezelfde rechten blijft toekennen. Dat is de reden dat onze plaats daar nog niet kan zijn. Het gaat ons met De Cock om de handhaving van de léér van de vaderen. De fundamentele reformatie van deze kerk, waarop Ds. Ledeboer eenmaal hoopte, is tot onze droefheid tot nu toe uitgebleven. En "Samen op weg" belooft in dit opzicht niets goeds.

Enkele geschriften in dit tweede deel zijn ook dogmatisch niet onbelangrijk t.a.v. de vragen over verbond en doop. In Wederleggende beschouwing en ontwikkeling van het leerstuk des H. Doops (okt. 1837) zegt De Cock t.a.v. de verbondsheiligheid, bedoeld in de eerste doopvraag: De Heiligheid waarvan hier gesproken en het lidmaatschap waarop hier gedoeld wordt is over het geheel geen inklevende heiligheid of lidmaatschap steunende op de wedergeboorte, maar eene betrekkelijke verbondsheiligheid en lidmaatschap, gelijk daarvan gesproken wordt 1 Cor. 7:14, Ezech. 16:20, 20:37 enz.(...) niet met uitsluiting echter; maar met insluiting van de ware heiligheid en het ware lidmaatschap, voortkomende uit Gods kragtig toegepaste genade, gelijk zulks het geval was onder anderen in Johannes den doper en Jeremias" (blz. 551). Het is duidelijk dat Ds. de Cock geen nieuwe inzichten wilde ontwikkelen, maar zo dicht mogelijk begeerde aan te sluiten bij de visie van de Reformatie en de Nadere Reformatie. Hij beroept zich daartoe o.m. op Calvijn, Ursinus, de kanttekenaren, Ridderus, Koelman en Appelius. Hij maakt daarbij heel duidelijk, dat het standpunt van de "Godzalige Verschuur" in diens "Bevindelijke Godgeleerdheid" bepaald niet geheel het zijne is (blz. 547).

Van dit tweede deel geldt ten volle wat reeds van het eerste deel kon worden gezegd. De geschriften van De Cock zijn door de medewerkers van uitstekende inleidingen en talloze noten voorzien. In de aantekeningen vindt de lezer een toelichting op verouderde woorden, personen die De Cock als bekend veronderstelt, verwijzingen naar Schriftplaatsen en allerlei schrijvers, die hij citeert e.d. Elk geschrift wordt door deze benadering én geplaatst in het raam van zijn tijd én voor iedere belangstellende lezer toegankelijk gemaakt. De prijs kan voor een boek van deze omvang en het daarbij behorende zeer tijdrovende wetenschappelijke werk van de bewerkers niet anders dan laag worden genoemd. Dat is te danken aan de financiële steun, die de uitgever heeft ontvangen uit de kring van de "afgescheiden" kerken. Ook de Theologische School te Rotterdam is hierbij niet achtergebleven. Deze bronnenpublikatie is niet alleen waardevol voor liefhebbers van kerkgeschiedenis. Men kan De Cock ook heel goed lezen tot persoonlijke stichting. We weten ons met deze prediker, die niet zweeg over het werk van de Geest van Christus in de harten, zeer nauw verwant.

N.a.v. Hendrik de Cock: Verzamelde Geschriften, Deel 11. Voorzien van inleidingen en aantekeningen door prof. drs. D. Deddens, prof. dr. W'. van 't Spijker, ds. M. Drayer, drs. J.C.L. Starreveld, drs. H. van Veen, drs. M. te Velde met medewerking van ds. H. Bouma en H. Natzijl.

Uitgave: Den Hertog B.V., Houten, 1986, 695 blz., geïllustreerd, gebonden in luxe stempelband, prijs ƒ 74, 50.

Utrecht,

Ds. M. Golverdingen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 december 1987

De Saambinder | 8 Pagina's

Het werk van De Cock compleet

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 december 1987

De Saambinder | 8 Pagina's