Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Anthony  Brummelkamp (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Anthony Brummelkamp (1)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

UIT DE SCHAT VAN DE KERK

(1811-1888)

Inleiding

Toen het Koning Willem I in 1816 goed dacht, om de kerk een "Algemeen Reglement voor het bestuur" op te dringen, waarin werd afgeweken van de oude Gereformeerde leer en de formulieren van Enigheid werden losgelaten, heeft dat diep ingrijpende gevolgen gehad voor het kerkelijk leven in ons land. Want hoewel de grote meerderheid van het Nederlandse Volk de steeds verdergaande liberalisering van de kerk onberoerd liet, waren er nog altijd oprecht gelovigen, die er diep door geschokt waren. De kerk die voortaan de Nederlandse Hervormde Kerk zou heten, was praktisch een Staatskerk geworden.

Uiteindelijk heeft het geleid tot een kerkscheuring, die bekend werd als: "de Afscheiding van 1834". Zowel ds. H. de Cock te Ulrum als ds. H.P. Scholte in Doeveren, kwamen buiten de Hervormde Kerk te staan en namen vele kerkgangers met zich mee. Men was tegen de leervrijheid, tegen het zingen van de ingevoerde Evangelische Gezangen en tegen de afgezwakte proponentsformule.

Andere oprecht gelovigen, die evenzeer leden aan de Hervormde Kerk, konden deze niet verlaten, zolang men ongehinderd kon preken en de Sacramenten recht bedienen. Ze wilden binnen de verworden kerk strijd voeren, om deze met Gods hulp, weer tot een belijdende kerk te maken, waaruit geweerd zou zijn, wat niet overeenkomstig was met de aloude Belijdenis. Ze worden wel aangeduid als: "Zij die bleven". De Synode van de toenmalige Hervormde Kerk, daarbij geholpen door de sterke arm van de Overheid, heeft bij haar optreden het recht met voeten getreden.

Ondanks het feit, dat bij de Grondwet de godsdienstvrijheid voor ieder, dus ook voor de Afgescheidenen, werd gewaarborgd, heeft men niet geaarzeld, de samenkomsten van de Afgescheidenen met geweld te verstoren. Zelfs werden daarbij militairen ingezet. Men deed dit op grond van een verouderd artikel uit het Strafwetboek van Napoleon, de Code Penal. Daardoor konden vergaderingen van meer dan twintig personen verboden worden. De Code Penal was een Frans Wetboek van Strafrecht, dat tijdens de Franse Periode (1795-1814), in Nederland werd ingevoerd. Zeer streng trad men op. Er werden boetes opgelegd en soldaten bij de mensen ingekwartierd, wat een enorme belasting betekende. Mensen werden mishandeld en gevangen gezet. Ook De Cock en Scholte kwamen enige tijd in de gevangenis terecht omdat ze weigerden de opgelegde boetes te betalen.

Mr. A.M.C, van Hall en mr. Groen van Prinsterer verdedigden de Afgescheidenen tegen de Overheidsmaatregelen. De eerste ging tot hen over. Behalve ds. De Cock en Scholte gingen meerdere van de predikanten met de Afscheiding mee. Om enkele namen te noemen: G.F. Gezelle Meerburg te Almkerk, S. van Velzen te Drogeham, Kandidaat A.C. van Raalte en Ant. Brummelkamp te Hattem. Over laatstgenoemde handelt deze bijdrage.

Geboorte en studie

Anthony Brummelkamp werd op 14 oktober 1811 in Amsterdam geboren. Zijn ouders waren deftige burgers. Zijn vader handelde in tabak. Toen Napoleon de tabakshandel aan zich trok, ergerde dit Brummelkamp zeer. Hij dacht er niet aan zich aan de door Napoleon gestelde eisen te onderwerpen. In 1813 verhuisde het gezin naar Smilde, om in 1819 te gaan wonen in Elburg. De familie bezat daar een klein landgoed "de Ganzenberg". Daar trok men in. Zoals een zoon van deftige burgers paste, zou Anthony een academische opleiding krijgen. Hij bereidde zich daarop voor op het Instituut Kinsbergen en de Latijnse School in Elburg. Zeventien jaar oud, wordt hij op 22 september 1828 ingeschreven in het Album van de studenten aan het Athaneum Illustre in Amsterdam. Daar zou hij de studie in de literatuur afmaken. In Amsterdam was een kring van het Reveil met als leidende figuren Da Costa en de Doopsgezinde predikant: Ter Borg. Zijn iets oudere studiegenoot H.R Scholte nam Brummelkamp daarheen mee. Ook Simon van Velzen kon men daar vaak aantreffen. In 1830 ging Brummelkamp theologie studeren in Leiden. Zijn leermeesters waren de professoren: van Hengel, Kist, Clarisse en Suringen. Al gauw sloot Brummelkamp zich aan bij een kleine kring van studenten, waaronder: CD. Bahler, G.F. Gezelle Meerburg, H. R Scholte en S. van Velzen. Later trad ook A. van Raalte tot deze kring toe. Ze werden genoemd de: "club van Scholte". Ze bestreden het in Leiden heersende Supranaturalisme. Het Supra-naturalisme keerde zich tegen het rationalisme, en erkende, dat er een bovennatuurlijke waarheid was, die het denken te boven gaat. Men geloofde aan God, deugd en onsterfelijkheid. Het was een geloof, dat de weg vrij maakte voor de vrijzinnigheid. De club van Scholte kwam op gezette tijden bijeen, deden aan Bijbelstudie en schonken ook aandacht aan de geschriften van de Hervormers. Ook gingen ze graag luisteren naar de oefenaar J.M. Feburé.

Hervormd predikant

Nadat Brummelkamp theologisch kandidaat was geworden, diende zich al spoedig een Gemeente aan, die hem als hun tweede predikant begeerde naast ds. J.Z. Nauwman-van der Roest. Het was de Ned. Herv. Gemeente te Hattem. Op 19 oktober 1834 deed hij er intrede, nog geen week na de Afscheiding op 13 oktober en vijf dagen nadat hij zijn 23"" verjaardag had gevierd.

Als intreetekst had Brummelkamp gekozen: zechiël 2:7a: Maar gij zult Mijne woorden tot hen spreken, hetzij dat zij horen zullen, hetzij dat zij het laten zullen....". Zijn prediking trok vele hoorders, niet alleen uit Hattem, maar ook uit de wijde omtrek. Er was honger naar het levende Woord van God. Niet alle gemeenteleden konden de prediking van hun nieuwe dominee waarderen. Ze werden al spoedig zijn tegenstanders. Maar ook de kerkenraad kreeg hij tegen. Dat begon, toen

Brummelkamp alleen kinderen wilde dopen van ouders, die zelf geloofsbelijdenis hadden gedaan. Ook wilde hij, dat er tucht werd geoefend tegen gemeenteleden, die de hoofdwaarheden van het christelijk geloof loochenden. De kerkenraad echter vond het bewaren van rust en eenheid in de Gemeente meer urgent, dan het staan voor de Bijbelse waarheden.

Brummelkamp kon daar niet mee leven. Wat hem ook bezwaarde, was de behandeling die De Cock en Scholte was aangedaan door de leiding van de Hervormde Kerk. Als predikant van die Kerk, voelde hij zich mee schuldig aan de vervolging van beide broeders.

(wordt vervolgd)

H. Hartman, Ridderkerk

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 2005

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Anthony  Brummelkamp (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 2005

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's