Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Reizen, hoe, waarnheen?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Reizen, hoe, waarnheen?

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Al jaren terug stonden langs de Duitse autosnelwegen borden met de korte tekst: „Reisen, nicht rasen". Hoevelen, ook onder de Terdege-lezers, zullen deze weken op weg gaan? Het hotel, de chalet, de bungalowtent is besproken. Anderen nemen hun vakantieverblijf zelf mee, de caravan achter de personenwagen, of rijden weg met de kampeerauto, volgepakt met allerlei vakantiespullen.
Soms worden verre tochten gemaakt. Men rijdt niet, men jakkert! Des nachts wordt doorgereden, dan is het wat koeler, de kinderen zitten of hangen te slapen, zo snel mogelijk wil men er zijn, als het even kan in een dag. Tot het uiterste is men, na te voren nog volop en haastig gewerkt te hebben, gespannen. ,Als men", zei jaren geleden ds. Jac. van Dijk, dan „nog behouden en wel is thuisgekomen, kan men met recht vertellen hoe warm het was en hoe ver." Is dat nu ontspanning naar lichaam en ziel?

In de tekstwoorden praat Mozes niet over "racen", maar over reizen. Met het volk is hij opgetrokken van de berg Sinaï naar het beloofde land. Het laatste stuk van de tocht breekt aan. Intussen zal er nog door eigen schuld veertig jaar over gedaan worden. Het had sneller gekund, en dat ligt niet aan de hemelse Reisleider, de Heere. De zwager van Mozes, Hobab, is op bezoek. Zijn naam schijnt zoiets te betekenen als "geliefde". En blijkbaar was Mozes op zijn zwager gesteld. Hij zou hem zo graag mee laten gaan. Wij reizen...! Hóe gebeurt dat, het echte op weg gaan, met God mee, achter Hem aan? Dat heeft plaats als de Heere bij de hand neemt, uitleidt uit het slavenhuis, waarin we allen van nature zitten en gebonden zijn. Bent u, ben jij ook op weg? Of neen, dat vraag ik verkeerd. We zijn allen onderweg van de tijd naar de eeuwigheid. Ik moet vragen: bent u, ben jij ook op dé weg? Op de weg van God? Zit bij uw reisbagage ook het Woord? De psalmist zong het: „Laat Uw geboón op reis mij niet ontbreken!"

Waarhéén gaat de tocht? Mozes zegt tegen zijn zwager op reis te zijn met Israël naar die plaats „van dewelke de HEERE gezegd heeft: Ik zal u die geven". De weg voert naar Kanaan. Dat is het land dat God uitkoos voor Zijn volk, opdat het in vrijheid Hem daar oprecht zou dienen en toebehoren. Het is het land van de overvloed. Het is dat goede land, waar later de voetstappen van de Heere Jezus zullen staan en Zijn levenswoorden zullen klinken. Wie zou daar niet naartoe willen?!
Wat een geloofstaal van Mozes. Hij vertoeft nog volop in de woestijn. Er is nog niets van te zien. En toch zegt hij op weg te zijn, naar de plaats die God zal geven. Ja, het is gave van God, Kanaan, er is niets van Mozes of van Israël bij. Daar zullen ze rustend werken en werkend rusten. Die plaats is de afbeelding van de volmaakte rust, die God bereid heeft voor al Zijn kinderen, die de Heere Jezus als hun Reisleider en Zaligmaker hebben leren kennen en die op weg zijn met Zijn Woord en Geest.

Als daarvan iets bekend is, racen we toch niet in vakantietijd, als we weg zijn, maar reizen we voort. Komen we behouden thuis straks, verkwikt, met nieuwe indrukken, geen last nu van telefoon, van post, die bekeken en beantwoord moet worden. Of., zullen ook Terdege-lezers op hun vakantiebestemming hun eeuwig huis bereiken? Ja, dat kan, dat gebeurde meermalen. Want we zijn allen onderweg, elke dag dichter bij de plaats van onze eeuwige bestemming. En het onder leiding van de hemelse Reisleider reizende volk weet dat Hij nooit met vakantie gaat, er altijd is voor Zijn volk, wel of niet met vakantie. En dan kan het lijden een zwager te vragen, zoals Mozes dat Hobab deed: „Ga met ons." Mozes poogt Hobab mee te krijgen. Hobab zal er niet slechter van worden. Integendeel, „we zullen bij u weldoen." Probeert u, probeer jij ook in deze vakantietijd een ander tot zegen te zijn en iemand mee te mogen nemen naar de Heere toe? Goede reis... behouden aankomst... gezegende Thuiskomst!

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 juli 1997

Terdege | 76 Pagina's

Reizen, hoe, waarnheen?

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 juli 1997

Terdege | 76 Pagina's