Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

En indien zulks gehoord komt te worden van de stadhouder, wij zullen hem tevreden stellen en maken dat gij zonder zorg zijt. Matth. 28 : 14

Wat hebben duivel, wereld en eigen vlees een ontzettende macht. Het is een eeuwig onbevattelijk wonder, wanneer we deze geweldhebbers ontkomen en onttrokken blijven. Zulks vermag alleen vrije genade en onverbreekbare trouw. Wie het niet bevindelijk gewaar werd, weet nog voor geen duizendste deel wat die drie doodsvijanden vermogen. Vlees en wereld weten van hun overste geen kwaad, en ze willen ook geen kwaad van hem horen. Gelukkig echter het volk, dat diep ongelukkig werd, en dat de onmogelijkheid meer en meer inziet en inleeft om ooit vrij te geraken. Hoort hoe ze zuchten en klagen: „Voer mij uit mijn gevangenis tot roem Uws Naams, Die heerlijk is". Het lijkt of de muren al dikker, de deuren al zwaarder, de grendelen al hechter, de boeien al knellender worden. Het is een ongedachte en onverdiende uitkomst, wanneer toch nog de strik wordt gebroken. Dan staat wel een ogenblik de berg zo vast, dat rampen voor goed verdwenen zijn ogenschijnlijk. Doch ook dat wijzigt zich weer. Helaas, hoewel het alles wij wat de Heere doet. Had de a. ot ooit kunnen denken, dat die m. h ten opnieuw zich zo breed zouden maken? „Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen? " Wat hebben duivel, wereld en eigen vlees een ontzettende macht. Het is de verzuchting van elke dag. Het behoort althans de verzuchting van elke dag te wezen.

Slechts almacht kan ons verlossen van zo grote heerschappij. Het oppervlakkig christendom is hooggevoelende. Ze wanen zich met een uitwendige belijdenis geheel bevrijd, terwijl ze niet beseffen, dat de doodsvijanden zich juist over hen vrolijk maken. Want geweld gaat met list gepaard en de sluwheid van de vijanden bestaat hierin, dat ze hun volle macht uitoefenen en ondertussen hun slachtoffers wijsmaken, dat ze geheel zijn vrijgemaakt.

Ik ben van oordeel, dat de duivel deze verschrikkelijke jaren, die wij beleven, renteniert. Hij wordt slapende rijk. Geen moeite hoeft hij 2ich te getroosten. De wereld en de goegemeente gaat vanzelf hellewaarts. Misschien heeft de duivel het nimmer zo gemakkelijk gehad alle eeuwen van zijn vloekwaardig bestaan. Zelfs kerken en geloven werken loyaal met hem mee. Zijt niet hooggevoelende, maar vreest. Welzalig die gedurig vreest. Die is aanhoudend op de hoede en wantrouwt alles en allen en allermeest zijn eigen bedrieglijke hart.

Laat na de sabbat als het begon te lichten tegen de eerste dag der week was de dood verslonden in de overwinning. Aan het rijk der duisternis was de verpletterende slag toegebracht. De machtige werd zijn vangst ontnomen. Het zachtmoedig volk verkreeg verlossing en het gans heelal mocht zich vrij ontzetten. Nu zullen de duivel en zijn verwoede bondgenoten wel ijlings in hun schulp kruipen. Vrouwen trekken heen om met klanken van de blijdste maar berg en velden te vervullen". Hij is hier niet; want Hij is opgestaan gelijk Hij gezegd heeft. Komt herwaarts, ziet de plaats waar de Heere gelegen heeft". Geen blij der bericht in veertig eeuwen. De Heere is waarlijk opgestaan. God heeft Zijns vijands kop verslagen. De dood is teniet gedaan en het leven en de ongerechtigheid zijn aan het licht gebracht. Ellendigen en doodbrakenden is het land der eeuwig levenden bereid door Gods sterke hand. Haastelijk gaan de vrouwen uit van het graf, weliswaar met vreze, maar toch ook met grote blijdschap om degenen, wier ziel der tegenheden zat is en wier leven raakt tot aan het graf, te melden de zegenrijke zege. Ze gaan de weg der gehoorzaamheid en op de weg der gehoorzaamheid geschieden altoos de rijkste wonderen. En als zij heen gingen om Zijn discipelen te boodschappen, zie, Jezus is haar ontmoet. Onderweg naar de broederen komt de Eerstgeborene haar tegen.

Onderweg gebeurt er meer. De duivel zit niet stil. De wachters werden als doden, toen de engel met volmachten nederdaalde om de steen van de deur van het graf weg te wentelen. Straks zijn ze van de schrik bekomen. Terwijl Jezus de vrouwen ontmoet, vertellen zij hun wedervaren aan de overpriesters.

Welk een groot voorrecht, wanneer we geboren zijn uit de stam van Levi en uit het huis van Aaron. Welzalig hij, die by U woont, gestaag U prijst en eerbied toont. Duizendmaal gelukkig wanneer ons werk de dienst des Heeren is. Gewis, de overpriesters prijzen de Heere. Elke dag verrichten ze zo feilloos mogeiyk en vanuit schoonheidsoogpunt zo prachtig mogelijk de eredienst. Maar het is geheel uitwendig lippen werk. Daarom zijn we zo bevreesd voor liturgische godsdienstigheden en voor hoogkerkelijke gezindheden. Immers de overpriesters hebben er een eigen zaak van gemaakt. Ze menen in alle gemoede en alle ernst God te dienen, maar ze doodden Christus, en ze jagen hun eigen belang na. In Jeruzalems tempel is het Ikabod, de ere weg. Dat we onszelf nauw doorzoeken, want ondanks alle ijver en rechtzinnigheid zoeken we mogelijk in onze vermeende godsdienst niets anders dan eigen eer en interesse. Doorzoekt uzelf nauw, ja zeer nauw, want deze draden worden zo uiterst fijn gesponnen.

Het bederf van het beste is het slechtste. Aaron tot vader en de duivel, de moordenaar en leugenaar, tot vader. Wat zal de hel van zulken heet zijn. Wat zal uw en mijn hel heet zijn, als we onder een gedaante van godzaligheid de kracht er van verloochenen. - Over­ priesters, u mocht wel met de vrouwen neervallen, Christus' voeten grijpen en wegzinken in zalige aanbidding. De steen, die gij als tempelbouwers, verachtelijk een plaats ontzegd hebt, is tot verbazing van al wie het beschouwt, door God tot een hoofd des hoeks gelegd.

Gaat ge nog voort in verharding? Meent ge nog, dat de ontdekkende en ontwapenende en zielzaligende waarheid een gevaarlijke leugen en dwaling is? Wat heeft de overste dezer wereld uw harten en uw zinnen verblind en verduisterd! Ijlings wordt een vergadering saamgeroepen. Wat hebben ze al wat vergaderd. Zo wordt er gedurig vergaderd op kerkelijk, staatkundig en maatschappelijk terrein. Hoogst gewichtvolle spoedvergaderingen.

Land en volk zijn in verval en gevaar. De dienst des Heeren wordt ernstig belaagd. Dat denken we. Maar in waarheid woeden we tegen de Heere en Zijn Gezalfde. Hoevelen zouden van eeuwige hellesmart verlost zijn, als ze hoorden en ter harte namen de roep: „Saul, Saul wat vervolgt ge Mij? " Vervolg ik U, Heere? Ik dacht juist dat ik zeer ijverde voor Uw Naam op alle terrein des levens. Zo moeten we altoos als vijanden met God verzoend worden en vijanden zijn zo dikwijls vermeende vrienden.

Putten

Ds. H. G. Abma

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 april 1963

De Banier | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 april 1963

De Banier | 8 Pagina's