Geldelijke nood.

Over de geheele wereld komt het werk der kerk in moeilijkheden, daar er gebrek is aan voldoende contanten om het werk te financieren. Evenals de staat verschillende bezuinigingen toe moet passen, is dit ook met de kerk het geval. Ook de kerk in Engeland weet niet hoe ze alles moet betalen. Zelfs de tractementen voor de predikanten kunnen niet overal bijeengebracht worden. Derhalve heeft men daar reeds het ongehuwd blijven van de predikanten bepleit, zoodat daardoor de tractementen verlaagd zouden kunnen worden. Men heeft voorgesteld, dat jonge predikanten voorloopig overeenkomen 5 jaar lang ongehuwd te blijven. In de Nw. R o t t. C r t. lezen we hierover:
„Het voorstel van Lord Hugh Cecil en de overige lords brengt ons een ontmoeting te binnen met een jong predikant, die sinds een paar jaar een eenvoudige plattelandsgemeente bediende. Op onze vraag, of hij het bolwerken kon van zijn minimum-traktement, dat toen nog geen duizend gulden bedroeg, vertelde hij met een blijmoedigen glimlach... dat hij nog overhield. De zaak zat zoo, — en wij memoreeren het geval ten bate van een verbeterd voorstel, ter overweging aangeboden aan scherpzinnige beheerschlieden:
„Ik heb", zei de jonkman, „mijn pastorie verhuurd aan de dorpskleermaker, die er zijn bedrijf in uitoefent en mij een tweetal kamers heeft afgestaan. Hij exploiteert tevens voor eigen rekening den pastorietuin en wij disconteeren deze faciliteiten in het kostgeld. De kleermaker zorgt voor mijn garderobe en zijn vrouw bewascht en belapt mij. Ik betaal aan het echtpaar veertig gulden per maand en hou dus nog de helft van mijn traktement over!"
„That 's it!" zou Lord Hugh Cecil uitroepen. Jammer alleen, dat in de Nederlandsche kerk naast de materieele argumenten ook nog ideëele gelden, welke Lord Hugh Cecil en de aartbisschop van Canterbury voorloopig over het hoofd schijnen te zien, indien men bezuiniging als uitsluitend en volstrekt doel stelt, is de goedkoopste wijze van werken voor de kerk: heelemaal geen predikanten meer en vervanging door een in alle gemeenten terzelfder tijd uitgesproken radio-preek, een zieken-halfuurtje, een vragenuur voor bekommerde zielen en een radio-cursus inplaats van 't persoonlijk godsdienstonderwijs."
Het is opmerkelijk, dat die gemeenten, waar een goed Gereformeerd predikant staat in ons vaderland, nog niet veel te lijden hebben van geldgebrek. Wel die gemeenten, waar het geestelijk leven geheel en al vervlakt is. Daar heeft men voor de kerk niets meer over. Zou men daar de wortel van de kwaal maar niet eens gaan zoeken? Dan zou men beter opschieten, is onze meening.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen