Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EEN AFSCHEIDSLIED

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EEN AFSCHEIDSLIED

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

psalm 34.

psalm i34.

Psalm 134 is één van de liederen Hammaäloth, de optochtsliederen, die de Israëlieten zongen bij het opgaan naar Jeruzalem ter gelegenheid van de grote feesten.

Dit is de laatste van deze liederen. Het is dan ook het afscheidslied, dat de feestgangers zongen bij hun vertrek uit de heilige stad.

In het huis des Heeren hebben zij Zijn schone dienst mogen smaken. Ze hebben er ook de gemeenschap der heiligen mogen ervaren, waarvan gezongen is in Psalm 133. Nu is het uur van heengaan gekomen.

Ze zullen weer terugkeren naar hun steden en dorpen. En nu zingen ze in Psalm 134 hun afscheidslied. Het is een beurtzang.

Eerst zijn het immers de feestgangers die afscheid nemen e: i de priesters toeroepen: „Zie, looft de Heere, alle Gij knechten des Heeren! Gij: die alle nacht in het huis des Heeren staat. Heft Uw handen op naar het heiligdom en looft de Heere" (vs. 1, 2).

En vervolgens antwoorden de priesters onder trompetgeklank: „De Heere zegene U uit Sion, Hij, Die de hemel en de aarde gemaakt heeft" (vs. 3).

Het gaat dus in deze psalm over de priesterlijke; bediening in Gods Kerk. En die priesterlijke bediening richt zich hier allereerst van het volk tot God. Want eerst spreekt hier de gemeente, de pelgrim: „Zie, looft de: I-Ieere, alle Gij knechten des Heeren" (vs. la).

Die pelgrims moeten weer terug naar hun stad en dorp. Zij kunnen dan niet meer bij de offers, die des avonds branden, hun hart opheffen tot God.

Maar ze mogen weten, dat de priesters en levieten achter blijven in 't huis 1 des Heeren. Daar blijven de mannen, die de gemeente voor de Heere vertegenwoordigen, zij, die in bijzondere zin knechten des Heeren zijn en niet wijken van vóór Zijn troon, niet, alleen overdag, maar ook 's nachts. Die gemeente zingt hun toe: „Gij, die: alle nacht in het huis des Heeren staat" (vs. lb).

Ze zijn dag en nacht voor 's I-Ieeren Aangezicht, want er mag geen onderbreking zijn in de dienst des Heeren, geen onderbreking in lofzang en gebed.

Dat mogen de pelgrims weten. Zij vertrekken, maar de priesters blijven en zullen niet ophouden met voor hen te bidden en aan God de lof toe te brengen, die Hem toekomt. In dat „ziet", waar de psalm mee begint, ligt de toon niet van verbazing, maar van gerustheid, van zekerheid.

En nu mogen wij weten in het licht van het Nieuwe Testament, dat de Heere Jezus Christus de priesterdienst van de oude bedeling vervuld heeft. Hij heeft door Zijn Middelaarsarbeid alle schaduwen tot werkelijkheid gebracht.

Hij leeft nu in het hemelse heiligdom voor het aangezicht van Zijn Vader om altijd voor Zijn kerk te bidden. Zijn bidden is een pleiten op Zijn volbrachte offer.

Hij bidt om de bewaring en zaligheid van de Zijnen.

Hij bidt, ook als zij niet meer bidden kunnen. Hij is dag en nacht in Gods heiligdom en er is nooit een pauze in Zijn voorbede.

Er is in dat heiligdom steeds een biddend hart en ook het loflied der verheerlijking zwijgt niet. Christus is de biddende en dankende Hogepriester der Zijnen.

Mogen wij door genade al weten in de voorbede van deze Hogepriester begrepen te zijn? Dan is het de smart van ons hart, dat bij ons zo menigmaal die opgeheven biddende handen ontbreken en d: e lof van de I-Ieere zwijgt.

Maar dan is er ook hoop in deze biddende en dankende Hogepriester.

Maar nu antwoorden de priesters ook op de oproep van het volk: , , De Heere zegene U uit Sion, Hij, Die de hemel en de aarde gemaakt heeft" (vs. 3).

De vertrekkende pelgrims krijgen de verzekering van de zegen des I-Ieeren en onder die zegen mogen zij voorttrekken door arbeid en strijd, door vreugde en leed.

Wat ook komen mag, geen nood, want de priesterlijke zegen des Heeren trekt mee en van die zegen, van Zijn genade, liefde en gemeenschap kan geen schepsel hen scheiden.

„De Heere zegene U". Die opgeheven handen naar omhoog worden nu uitgebreide armen over het volk. „Uit Sion", daar waar het offer der verzoening wordt gebracht.

„Hij, Die de hemel en de aarde gemaakt heeft" (vs. 3b). Het is dus de zegen van de almachtige Schepper en „wat Zijn liefde wil bewerken, ontzegt Hem Zijn vermogen niet".

Israël kan veilig naar huis gaan. De priesters blijven voor Gods Aangezicht en de zegen van Hem, D„e hemel e2i aarde gemaakt heeft, gaat mee.

Zegen dus in de weg van lof en gebed. Door de dienst van Zijn Woord. Wie die dienst versmaadt, onteert de zegen uit Sion.

Hebben wij in ons hart de betekenis van die zegen mogen ervaren door de Heilige Geest? Vraag er de Heere om.

Als wij tot God bekeerd mogen zijn, zullen we eenmaal mogen verschijnen voor God in het hemelse Sion. Daar volgt geen afscheid meer en zal nooit een afscheidslied meer behoeven te worden gezongen.

En dan hoor ik de stem van Christus tot arme zondaren hier spreken: „Ik zegen U uit Sion, Ik, de Heere, Die de hemel en de aarde gemaakt heeft".

VRAGEN :

1. Wat betekent het dat psalm 134 een beurtzang is? Wie zingen er? Ter gelegenheid waarvan wordt er gezongen?

2. De priesters en levieten moesten als vertegenwoordigers van het volk dag en nacht de Heere dienen in lofzang en gebed. Hoe is dat in de nieuw-testamentische bedeling?

3. Wat is de betekenis van de zegen in vers 3? Waar is die mee te vergelijken?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 april 1979

Daniel | 24 Pagina's

EEN AFSCHEIDSLIED

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 april 1979

Daniel | 24 Pagina's