Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De weduwe van ds. Jac. van Dijk over de grote ommekeer in hun leven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De weduwe van ds. Jac. van Dijk over de grote ommekeer in hun leven

"Soms sei hij: Ik wou dat ik wat meer van dat bloemetjesgeloof van jou had"

18 minuten leestijd Arcering uitzetten

<p>Het is 1939. Een 28jarige vrijzinnige predikant trouwt met een 40-jarige operazangeres. In de oorlog komt de dominee tot bekering en wordt predikant van de orthodox-hervormde gemeente van Monster. Zijn vrouw volgt hem en komt terecht in een wereld die haar volkomen vreemd is, terwijl haar man het in allerlei opzichten zeer moeilijk heeft. In plaats van zelf te zingen in de schouwburg beluistert ze nu de in haar ogen zware — en lange - preken van haar man. Op onbevangen wijze vertelt de 85-jarige mevrouw Van Dijk-Snel over wat ze toen, en later, doormaakte.</p>

Een onopvallend naamplaatje naast één van de deuren in huize „Avondzon" in het hartje van Velp: Mw. van Dijk-Snel. De naam zal bijna niemand iets zeggen. Toch was ze twee keerde echtgenote van een beroemdheid. Haar eerste man, de orkestdirigent Eduard Flipse, was een gevierd man in wereldlijke kring. Kort voor de ooriog scheidde ze van hem. Ds. Jac. van Dijk was een begrip in kerkelijke kring. Hij overleed in aprill984. De mare dat een vrijzinnig predikant tot bekering was gekomen ging door de hele gereformeerde gezindte. Bijna niemand bedacht hoezeer die ommekeer ook het leven van zijn vrouw veranderde. De talentvolle operazangeres, die op 20 februari 1939 in de Rotterdamse Doelen nog een stormachtig applaus ontving voor de wijze waarop ze de liederencyclus ,,Six Poèmes Arabes" had gezongen, werd enkele jaren later de vrouw van een orthodox hervormd predikant Een overgang van het toneelpubliek naar het reformatorisch kerkvolk onder wie ze zich vaak een vreemde voelde.

Geluksvogel
Voor haar 85 jareri is ze nog uitzonderlijk vitaal. Haar gezicht straalt de blijmoedigheid uit die haar karakter kenmerkt. Zonder poespas, soms bijna naïef, vertelt ze over haar veelbewogen leven, waarbij ze van de hak op de tak springt. Met haar aanstekelijke lach probeerde ze vaak haar echtgenoot op te beuren. De,, Wim Kan van de kansel" werd hij soms genoemd, vanwege de humor waarmee hij zijn preken kruidde. Zij kende de andere Jac. van Dijk. Een sombere man die soms verscheurd werd door aanvechting, vooral aan het eind van zijn leven. Die dan opstond en naar bed ging met de woorden „Mijn God, waar is mijn hoop, mijn moed gebleven?" Soms vond hij troost in de 56e psalm. Met het zesde berijmde vers besloot hij menige preek. Zijn vrouw genoot van zijn prediking, maar begreep zijn somberheid niet ,,Mijn lievelingspsalm is psalm 150. Wanneer hij zo moedeloos was zei ik: ,, Jongen, als je alleen aan je zonden denkt is het toch niet gek dat je zo moedeloos wordt? Kijk eens naar de bloemen, hoe mooi de Heere God die gemaakt heeft." ,,Ik wou dat ik wat van dat bloemetjesgeloof van jou had'', zei hij dan. We hebben zo verschrikkelijk veel van elkaar gehouden..." Haar blik dwaalt af naar de foto van ds. Van Dijk achter zijn bureau, terwijl hij op haar aanraden nog een laatste boek schrijft: „Het nooit verloren vergezicht". ,,Hij vroeg zich zo vaak af of hij ooit in de hemel zou komen. En nou is'ie er. Daar ben ik zo zeker van..." Even is het stil. Dan zegt ze ontroerd: ,,Wat een geluksvogel hè".

Catechisatie
De vader van Loes Snel was van huis uit orthodox hervormd, maar brak met zijn achtergrond, al raakte hij er nooit volkomen los van. Haar moeder moest niet veel van kerkmensen hebben. „Ze vond het burgertrienen waarmee ze altijd de spot dreef. Het gekke was dat ik daar van nature een tegenzin in had. Ik dacht: ,, Het zijn toch eigenlijk wel lieve mensjes." Ik had ze wel eens ontmoet en de rust die van die mensen uitging vond ik zo prettig." Op kantoor trachtte een collegaatje haar te bewegen tot het Leger des Heils toe te treden. Zo ver kwam het niet, maar ze ging wel de catechisatie bezoeken bij een Rotterdamse predikant. Die liet de nieuwelinge aan haar lot over. ,,Hij merkte helemaal niet dat ik er niks van afwist en steun had moeten hebben. Het was een beetje een vreemde, ijdele man die het altijd over zichzelf had en nooit over God." Door haar huwelijk met de pianoleraar Eduard Flipse, die later dirigent van het Rotterdams Filharmonisch Orkest zou worden, kwam ze in de toneelwereld terecht en werd opgeleid tot operazangeres.,,Ik deed het vreselijk graag. 'kGing er helemaal in op. Ik zong goed en kreeg mooie recensies."

Niemandsland
Toen een zoontje werd geboren leek het geluk compleet, maar het was van korte duur. Hipses zwak voor schone vrouwen verwoestte het huwelijk. Een knappe harpiste palmde hem in, maar de financiële toestand maakte het onmogelijk om te scheiden. ,,Hij leefde aan de voorkant en ik aan de achterkant van het huis en niemand wist het. Het orkest had nog geen subsidie en je moest vreselijk oppassen om geen slechte naam te krijgen. Daar waren we bang voor. Ik zei:,, Laten we het maar verzwijgen en ook voor ons kind zo goed mogelijk zien door te leven." In deze tijd leerde mevrouw Flipse de 12 jaar jongere zoon van haar buren kennen, een aanstaand predikant. Zijn ouders waren gereformeerd, maar Ko had voor de vrijzinnigheid gekozen. De vriendschap ging bijna ongemerkt over in liefde. Voor de buitenwereld werd het verborgen gehouden, want als bekend werd dat kandidaat Van Dijk een verhouding had met een getrouwde vrouw kon hij het predikantschap wel vergeten. ,,We onderhielden contact per brief of telefoon. Vijf jaar lang heb ik in een niemandsland geleefd. Ik was noch de vrouw van de één, noch de vrouw van de ander."

Scheiding
Kort voor de oorlog werd Van Dijk benoemd tot hulpprediker in Eindhoven, waarna de officiële scheiding plaatsvond van Eduard en Loes Flipse. Een jaar later trouwde de 40-jarige operazangeres met de 28-jarige predikant, die inmiddels een beroep naar Zaltbommel had aangenomen. Haar schoonmoeder, die na een echtscheiding bij haar zoon inwoonde en haar plaats bedreigd zag, was niet erg gelukkig met het huwelijk. ,,Ze had het nooit over de vrouw van Ko, maar over,, dat mens van Ko''. Ik was te oud en wat moest een dominee met zo'n mens van toneel. Dat was vies volk hè." Na een jaar werd een dochtertje geboren. Zowel de predikant als zijn vrouw voelde zich prima thuis in Zaltbommel. ,,Hetwaseen alleraardigste gemeente hè. Ze droegen ons gewoon op handen. En dan die prachtige St. Maarten waarin m'n man preekte.,,Hoe krijgen we 'm vol," zei hij toen we trouwden. ,,Nou is 'ie in ieder geval vol," zei de kerkeraad. ,,Ja," zei m'n man, ,,maar ik kan toch niet elke week trouwen". Die vrijzinnigen lopen niet zo hard hè. Ik heb er nog een kinderkoor opgericht. Het was verschrikkelijk leuk. Die vrijzinnige godsdienst was een godsdienst die ik aankon. Ik had een natuurlijk geloof in God. Als enige in ons gezin vertrouwde ik op een hogere macht. De anderen zeiden: ,,Ach kind, alles wat in de Bijbel staat moetje zinnebeeldig zien. Maar dan wees ik altijd naar de bloemen en zei: ,,Kunnen jullie zoiets maken? Waar zou de Heere dat materiaal toch vandaan halen?"

Razzia
Van Zaltbommel verhuisde het predikantsgezin naar 's Gravenzande.,,Daar kon m'n man meer verdienen. Van roeping was geen sprake. Dat heb je niet zozeer bij de vrijzinnigen, alleen in orthodoxe kringen. En ook daar is veel gehuicheld. Ja ik weet niet of ik u nou pijn doe, maar ik zag de leugenachtigheid erin, de goeden niet te na gesproken. Niet de Heere, maar de portemonnee riep vaak. Ik heb wel tegen m'n man gezegd: ,, Er wordt zo veel gelogen in dat gedoe". Een razzia zou het leven van mevrouw Van Dijk voor de tweede keer ingrijpend veranderen. Haar man werd opgepakt om z' n verzetsactiviteiten en kreeg te horen dat hij naar Dachau afgevoerd zou worden. Jongens uit Monster die hetzelfde vooruitzicht hadden konden in deze omstandigheden psalmen zingen en vonden een troost in hun Bijbel die de vrijzinnige predikant er niet in vond. Gesprekken met deze mannen werden het middel tot zijn bekering. Toen hij door een vergissing vrij kwam brak hij onmiddellijk met de Vrijzinnige Unie, die hem de huid vol schold omdat hij in zulke moeilijke jaren afhaakte.

De waarheid
Ook zijn vrouw had moeite met zijn ommekeer. ,,We hadden geen inkomsten meer. M'n man zei: ,,Daar zorgt God echt wel voor. Let maar op, we komen niets te kort''. Maar ik was praktisch. Ik moest een portemonnee hebben waar wat in zat. Ik kon toch niet tegen de kruidenier zeggen: „M'n man zegt dat God wel zal betalen." Ik zag nog geen guldens naar beneden zakken. Nu kan ik erom lachen, maar toen huilde ik een beetje. Het ging helemaal fout. Hij probeerde me ook niet om te scholen. Misschien had hij het een beetje moeten doen, maar hij had het zelf nog maar amper en kon het niet doorgeven. „Ik zit in zo'n moeilijk parket," zei hij, „daar kan ik je geen uitleg van geven. Dit is niet te verstaan voor iemand die het niet zelf van Hogerhand krijgt". M'n zoontje zei:,, Wat gaat pappie ineens anders doen; 'k Vind het hier niks gezellig meer." Ik dacht: ,,Oh nee, straks wil dat kind naar z'n eigen vader terug. Daar was ik zo bang voor. Later is dat ook gebeurd. Toen kon'ie het niet meer aan. M'n man en ik verstonden elkaar niet meer. Ik was bang dat hij van me af wilde. Vóór die tijd deden we alles samen. Dat was voor het eerst anders. En dan die zwart geklede mannetjes die op bezoek kwamen. Oud-gereformeerden, christeIijk-gereformeerden, mensen van de Gereformeerde gemeente. Iedereen dacht: „Die man is veranderd, die is voor ons, die moeten we zien te krijgen. Bij ons, je komt bij ons, bij ons is de waarheid. M'n man had het soms niet meer. ,,Welke kant moet ik nou toch uit," zei hij. En dan zei ik: Blijf maar rustig bij mij, dan ben je op je plaats. Soms kwamen ze met z' n drieën of met z' n vieren tegelijk. En maar huilen, ik zei:,, Wat wordt hier toch gehuild. Is er iemand gestorven?" „Ach vrouwtje, daar begrijp 'ie toch niks van". Ik werd gewoon als een nul beschouwd. En alles gebeurde maar achter slot en grendel. Ik mocht er nooit bij zijn. Bij de vrijzinnigen zat ik er altijd bij. Maar ja, 't is allemaal nog meegevallen. Ik heb geboft dat we in Monster terecht kwamen. Dat waren lieve mensen".

Leuke bazen
Het bezoek van enkele kerkeraadsleden van de hervormde gemeente van Monster kwam totaal onverwacht. Van Dijk was net vertrokken om met zijn dochter het vaste avondrondje door 's-Gravenzande te maken. Zoonlief werd erop uitgestuurd om het tweetal op te halen, maar het meisje weigerde huiswaarts te keren vóór de traditionele wandeling voor het slapen gaan was voltooid. Thuis wachtte mevrouw Van Dijk in spanning af. „Ik vond het wel leuke bazen. Niet zo somber en zo zwart. Vrolijke, prettige mensen. Ik dacht: ,,Hé, wonen die in Monster? Ik dacht dat dat zo' n zware gemeente was''. Nou dat is het ook hoor, maar niet in die voege als die andere mannetjes. Die waren zo moeilijk. Ja niet voor zichzelf hoor, maar voor mij. ,,Ik zal even koffie zetten," zei ik.,, Iets wat er op lij kt tenminste," want we zaten midden in de oorlog. ,,Da benne me gewend," zeiden ze. ,,U woont hier wel mooi'', zei één van de kerkeraadsleden toen, een hele vriendelijke man. ,,Maar in Monster staan ook mooie huizen. En de pastorie is zo mooi!" Ik dacht: ,,Waar gaat die man het nou over hebben? Het zal toch niet boven ons hoofd hangen dat we naar Monster moeten?" En toen kwam m'n man met ons dochtertje eraan, allebei met bungelende benen achterop een vrachtkar. Ik zei: ,,Kijk nou eens heren. Daar hebt u den predikant." ,,0h wat een kerel, wat een kerel," zaten die mannen. ,,Die motte me hebbe." Ik zeg:,, Wat bedoelt u?" ,,Ja, we komen 'm beroepe". Ik zeg: ,,'tlstoch niet waar zeker?,, Jawel,'' zegt die vriendelijke, ,,nou schriktuzeker?" ,,Ten dele," zeg ik, „want ik vind jullie wel aardig." ,,Hoor je dat, we krijge een complement. Dat gebeur ons niet alle dage".

Balkon
„Nou, dat viel natuurlijk direct hè, met m'n man ook. „Wees jij nou 's even koest en ga naar de keuken," zei die, „want zo kan het niet langer". Ik maak altijd overal een feesfle van, daar kan ik niks aan doen. Het was zó gezellig.,,Laten we nou niet langer zwammen," zei die ene, want zo spraken ze. ,,Zeg nou maar ineens datje komt, want 't is van Godswege. Dat had Trijn gezegd, dat was een vrouw uit Monster die al jaren ziek lag. Die had een boodschap van de Heere gekregen dat in een plaats vlakbij een predikant zat die naar Monster moest komen. En toen ze daarna van die verandering van m'n man hoorde zei ze tegen die kerkeraadsleden dat ze hiernaartoe moesten gaan. Hoe kon die vrouw dat nou weten? Ze lag al jaren op bed, sprak nooit iemand van 's-Gravenzande. Dat waren gewoon heidenen bij Monster vergeleken. Ze had dat echt zo van de Heere in haar gebed gekregen. ,,Als je ernaartoe gaat zul je zien dat het nederwaarts wortelen schiet en opwaarts vruchten draagt," had ze tegen die mannen gezegd. „Wat bedoelen ze nou in vredesnaam," dacht ik. En voor m'n man was het waarschijnlijk ook een beetje potjeslatijn. Of niet, dat weet ik nooit helemaal zeker. Maar het is echt een succes geworden. Oh nee, dat woord moet ik niet gebruiken. Dat hoort bij de Doelenzaal en niet bij de kerk. Dat vergeet ik altijd. Ik had het ook altijd over het balkon in plaats van de galerij. M'n man moest daar alleen maar om lachen. Die is zo verdraagzaam voor me geweest".

Geduldig
,,Die aardige ouderiing heeft me ook erg goed opgevangen. ,,Kind," zei die, ,,ben je ooit wel eens op je knieën gevallen om God om genade te vragen?'' „Nou eigenlijk niet," zei ik. ,,Doe het dan es," zei hij. En de volgende week: ,,Hebje het al gedaan?'',, Ja," zei ik, ,, maar de eerste keer viel ik te hard en deed m'n knie pijn en de volgende keer hoorde ik mezelf praten en dacht ik:,, Wat lig ik hier idioot. Laat ik maar weer gaan staan want het mislukt totaal." „Dat heb ik ook honderdmaal," zei hij. ,, Dan komt het niet door het plafond heen. Maar volhouden!" Dat was zo'n alleraardigste man. Een doodgewone tuinder, maar verschrikkelijk goed. Net als ouderling Van Wijk uit Gameren. Dat is de liefste man die ik ooit in m' n leven ontmoet heb. Die was zo ongelooflijk geduldig. En goudeerlijk. Bij hem ging nooit iets door de beugel wat niet kon. Een enige man. Daar heb ik veel van gehouden. En van z'n zoon ook. Die krijgen van mij een tien, helemaal. Die zijn nooit vervelend voor me geweest en hebben me altijd geholpen en gewaardeerd dat ik met m' n man ben meegegaan".

Prima preek
„Zondags ging ik altijd met hem mee naar de kerk, soms drie keer. M'n kinderen niet hoor. Dat wou ik ze niet aandoen. Dan vroeg Loesje: „Zul je voor me bidden, want ik ga liever met mijn poppen spelen." Dan zei ik:,, Ja hoor kind, dat zal ik doen. Vanmorgen heb je heel stil en lief gezeten, nu magje thuisblijven". Een meisje paste op en ik ging met pap mee. En eerlijk, ik genoot van z' n preken hoor. Ik begreep ze hoe langer hoe beter. In Monster had ik er nog veel moeite mee. Dan kwam die aardige ouderling naar me toe en zei: ,,Je hebt er weer niet aan gehad wat ik er aan gehad heb". Dan zei ik: ,,Jajoh, ik kan er niet bij, ik begrijp niet waarom het allemaal zo moet En ook zo lang; bijna twee uur. Hoe maken oude mensen en kinderen dat. Die moeten allang plassen". ,,Ach," zei hij dan, ,,als uw man de preekstoel afgaat zou ik bijna zeggen: ,,Joh, ga er nog eens op. Wat heb'ie toch weer fijn gepreekt". Want m'n man kèn het hè. Die had iets waardoor hij die hele sfeer vergat en zichzelf was. En dan kwam het eruit. Dan was het een prima preek".

Schoolreisje
,,Maar die vreemde principes, van die oudere mensen vooral, dat was zo moeilijk. In Garderen was een schoolreisje. Eén meisje mocht niet mee. Als je dat zielige had zien staan. Waarom lieten die ouders dat kind dan niet thuis. Ze stond te kijken bij die uittocht, de vingertjes zo tegen haar ogen. Oh, ik had ze wel in m'n armen willen sluiten. Wat een stakker van een kind. Ze moest toezien hoe die vrolijke troep uitgewoven werd door vaders en moeders. ,,Daaag, daaag." En zij kon blijven staan. Moest in haar eentje naar huis. Dat geslof, ik zie het nog voor me. Ik huilde gewoon. Ik zei: ,,Ko, hoe kunnen mensen dat hun kind aandoen?" ,,Ja, ze denken dat het zo moet,'' zei hij dan. Ik heb mensen ontmoet die nooit lachten. Ik zei eens tegen een man: ,,God heeft gezegd: Geniet van het leven met de vrouw die u liefhebt. U hebt toch ook een vrouw. Hebt u haar lief?" ,, Ja," zegt' ie,,,' t Is een beste vrouw." ,,Nou,"zegik, „wees dan gelukkig. Hou van God en van uw vrouw. Dan alleen kunt u gelukkig zijn." ,,U neemt het veel te makkelijk op,'' zei die toen en we waren uitgepraat. Hij wou niks meer met me te maken hebben. En wat zei ik nou verkeerd?"

Rooms
,, Het was voor mij allemaal nieuw. Ik moest alles leren. Toen we pas in Monster waren werden we bij mensen uitgenodigd om te komen eten. Er kwam een leuke vrouw binnen met lekkere soep. Die werd vast op de borden geschept. Toen ging die man voor in gebed. Nou, zó langjoh, die soep was allang koud. En ik had er zo'n zin in en het rook zo lekker.,,Praat toch niet zo veel man," dacht ik. ,,De Heere heeft gezegd:,, Weinig zullen uw woorden zijn". Onder het eten kwam er een ellenlang verhaal met zowat alle zonden die hij bedreven had erin. Ik dacht: ,, Wat een griezel van een man eigenlijk." M'n zoon zei later eens:, ,Mam, ik kan nooit in de hemel komen". Ik zei:,, Waarom niet jongen, wat heb je dan uitgevoerd?" ,,Datishetnou juist," zei hij, „ik heb niks uitgevoerd. Ik heb nooit een moord gepleegd, ik ben nooit dronken, ik speel geen kaart, ik hoereer niet . . ." ,,Hoorjcdatman," zei ik. ,,Ja, erg genoeg," zei die, ,,maar'tkind heeft eigenlij k gelij k''. Het was een pré als je zo was hè. Ik heb weleens gezegd: ,,'t Is bijna rooms. Ze biechten maar weer en gaan gewoon verder".

Onderwaardering
,, M' n man wist dat ik anders was dan hij. Ik heb nooit die behoefte gehad om het zwaar en moeilijk te zien. Daarvoor ben ik denk ik te optimistisch. Toch heeft hij me nooit aangepakt. Zoals ik zanglessen kreeg van Flipse heb ik nooit theologische lessen van Ko gehad. ,,God moetje bekeren, want als ik het doe wordt het toch niks," zei hij altijd. En ik weet heel goed dat dat zo is. Ik heb het in het begin vreselijk moeilijk gehad en ben daar alleen doorheen geworsteld. Ik had heimwee naar het vorige leven. Dan dacht ik: „Wat had ik het toen toch leuk". Die waardering die je daar kreeg tegenover die onderwaardering bij die mensen die zeiden: ,, Die vrouw hoort er eigenlijk niet bij. Die is niet bekeerd". M' n man heeft nog eens gegeten bij een hele vrome meneer. ,,U mot op m'n vrouw maar niet letten," zei die, ,,want die is nog stikonbekeerd." ,,Nou," zei m'n man, ,,ik heb méér fiducie in uw vrouw''.,, Op grond waarvan?" wilde die man weten. ,,Ik kijk 's in haar ogen," zei Ko, ,,en dan zie ik een lichtje branden dat ik bij u nog niet heb gezien". Zo is m'n man geweest hoor. Die kreeg de kriebels van zo'n man en gaf er absoluut niet aan toe.,, U komt met uw eindeloze gebeden echt niet door het plafond heen," zei hij. Zulke dingen zei hij dan. Daarom was hij bij een hoop mensen niet gezien. Hij zei de dingen zoals ze waren. Meehuichelen kon hij niet. Hij wilde ook in alle stilte begraven worden, want hij had een hekel aan graftoespraken. „Op het kerkhof liggen de doden en liegen de levenden," zei hij altijd. ,,Die beste dominee, terwijl ze je niet uit konden staan.'' Dat was echt Ko hè".

Beloofd
,,Hij heeft het voor zichzelf vreselijk moeilijk gehad en dikwijls gedacht dat 'ie alleen stond en dweepziek was geweest. Maar dan kon ik altijd eerlijk zeggen:,, Jongen, het eerste wat ik in deze wereld hoorde was: „De Heere begint nooit aan een werk dat Hij niet voleindt''. Hij is met jou begonnen, dan zal het einde ook goed zijn". ,, Als ik maar geen ziekbed krijg," zei hij dan. ,,Dat kun je mee en tegen hebben,'' zei ik. ,,Een ziekbed kan ook ergens goed voor zijn. Zorg jij nu maar datje er klaar voor bent. En als je geen ziekbed krijgt moet je je nergens voor hoeven te schamen". ,,Ik moet me zo vreselijk schamen voor zo veel dingen," zei hij dan weer. Maar ik weet zeker dat het voor hem heel goed zat. Ik zie hem nog in z'n laatste ogenblikken in z'n stoel zitten toen hij me riep: ,,Loes, kom eens gauw. Alles draait!" Hij staarde met open mond naar de wand, net of ie al iets zag. Hij heeft altijd gezegd:,, We zullen zo verwonderd zijn als we zien wat daar te zien is''. Daar wordt tegenwoordig ook zo aan getwijfeld, of er wel iets is na de dood. Daar krijg je mij niet voor. Dat heeft God altijd beloofd en daarom zal het echt wel zo zijn. Zolang God het maar gezegd heeft. Maar als mensen iets zeggen moet ik eerst ondervinden of het zo is".

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 oktober 1986

Terdege | 64 Pagina's

De weduwe van ds. Jac. van Dijk over de grote ommekeer in hun leven

Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 oktober 1986

Terdege | 64 Pagina's