Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Doornen en strikken zijn in de weg des verkeerden.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Doornen en strikken zijn in de weg des verkeerden.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Spreuken 22 : 5 a.

In eerste instantie hebben we, zij het zeer beknopt en onvolledig, de kern in het denken van prof. Kuitert bezien en beoordeeld. Een nadere beschouwing mag echter niet uitblijven. Eén van de belangrijkste grondstellingen die prof. Kuitert voorstaat, is de vrijheid van Gods Woord. De Heilige Schrift mag niet gebonden worden aan menselijke gedachten en meningen, leringen en ziensvnjzen. Terecht, zo schrijft prof. Kuitert, heeft de Reformatie de grote ontdekking gedaan, dat Gods Woord niet gebonden is, waarbij hij 2 Tim. 2 : 9 aanhaalt.

Op zichzelf genomen is dit alles zondermeer juist, maar wanneer bepaalde personen zich op hun rechtzinnigheid laten voorstaan, moet men zich beslist de moeite getroosten, kritisch te worden. Wat bedoeld prof. Kuitert hiermee te zeggen ? Niet anders dan dat aan de Heüige Schrift allerlei menselijke fouten en gebreken kleven, die wij, mensen die het zoveel beter weten, moeten onderkennen en verdisconteren. Zo kurmen we volgens prof. Kuitert niet zonder meer stellen dat de Bijbel Gods Woord is, want daarin zijn tal van tegenstrijdigheden te vinden. En hij geeft er een aantal te kennen, b.v. de teksten 2 Kon. 15 : 7 en 2 Kron. 26 : 23. In de eerste tekst wordt vermeld, dat Uzzia bij zijn vaderen werd begraven, in de stad Davids. In de tweede tekst staat, dat Uzzia begraven werd bij zijn vaderen, maar vanwege zijn melaatsheid in het veld naast de begraafplaats der koningen. Van een tegenstrijdigheid is hier echter geen sprake, maar van een toevoeging, een nadere plaatsbepaling. En zo noemt prof. Kuitert nog een aantal „tegenstrijdigheden", die dat beslist niet behoeven te zijn. Niet altijd is het echter mogelijk de opgesomde moeilijkheden tot een oplossing te brengen. Evenwel, vroeger heeft men deze moeilijkheden niet kunnen oplossen, zo schrijft ds. G. Visee in zijn boekje „Verstaat prof. Kuitert wat hij leest ? ", en heeft men dat met een ..non liquet" rustig erkend. Men is daardoor zeker niet tot de conclusie gekomen, dat de Bijbel Gods Woord niet is. Maar behalve, door de tegenstrijdigheden is prof. Kuitert ook tot deze conclusie gekomen door de tijdgebondenheid van de Heilige Schrift. Zijn reeds eerder geciteerde stelling is: , De Heilige Schrift is de Zelfopenbaring Gods zoals die tot ons komt in Israels kennis van die Zelfopenbaring." En daarmee bedoelt hij te zeggen, dat God Zich aan Israël openbaarde op een wijze, die aangepast was aan de inmiddels verouderde gedachten-en leefwereld van dit volk. Zo bevat de Heilige Schrift de taal, de voorstelling en daarmee de symboliek van de levens-en wereldbeschouwing van het volk Israels, welke nu zeker als achterhaald beschouwd moeten worden. In de eerste plaats noemt prof. Kuitert in verband hiermee de geboden, die God aan het volk Israël uitdrukkelijk gegeven heeft om die te houden, maar die tegenwoordig door vrijwel niemand meer nageleefd worden, b.v. het eten van bloedworst. Zie hiervoor Genesis 9 : 4, Leviticus 17 : 14 en Handelingen 15 : 29. Maar het betreft hier niet alleen het niet naleven van dit gebod; ook met betrekking tot de levensbeschouwing worden deze teksten niet meer onderschreven. Wie ziet nog het bloed als de zetel van het leven, als de ziel ?

Verder noemt prof. Kuitert nog met betrekking tot de mensbeschouwing de gedachte, dat de nieren het orgaan vormen, waarmee de emoties beleefd worden. Spr. 23 : 16. En met de teksten Joz. 10:12, 13, waarin Jozua ondermeer spreekt: Zon, sta stü te Gibeon, en gij maan in het dal van Ajalon !", wil prof. Kuitert duidelijk maken, dat Gods Woord de verouderde wereldbeschouwing van het volk Israël te kennen geeft. Ten aanzien van de wereldbeschouwing spitst prof. Kuitert zich in het bijzonder toe op de schepping. Toen de Israëlieten hun geloof in God als Schepper beleden, spraken zij over het uitspansel, zo zegt prof. Kuitert. De wetenschap doet echter geen blauw doek kennen, dat in een koepelvorm boven de mensheid is uitgespannen; zij onderkent dit als een lichteffect en spreekt alzo daarover. Evenzo is het gesteld met de personen uit het scheppingsverhaal. Gods Woord beschrijft hen als concrete historische personen, zoals de Bijbel spreekt over het uitspansel als een concrete zaak. Het is echter niet Gods Woord, maar Israels primitieve voorstellingswereld, die hier in de Heilige Schrift meespreekt. De Heilige Schrift, Gods Woord is niet identiek met de Bijbel. Zoals de gedachte van het uitspansel achterhaald is, zo is ook het concrete historische bestaan van Adam en Eva in het paradijs een primitief en verouderd beeld van de werkelijkheid die de wetenschap doet kennen. „Hoe verder we vandaag in de geschiedenis teruggaan, des te minder vinden we een eerste ouderpaar in een hof van Eden ! Integendeel, de oudste mensheid die we op het spoor kunnen komen, blijkt een zeer primitieve mensheid te zijn, eerder een hordewezen dan een zo fijn besnaard wezen als de Adam uit Genesis."

En zo zijn we dan aangeland bij de konsekwentie, die prof. Kuitert trekt uit zijn stellingen dat de Bijbel niet zondermeer Gods Woord is en dat de Heilige Schrift niet gebonden mag worden aan menselijke gedachten etc. Het volk Israël beleed het geloof in God als Schepper op een primitieve wijze; wij zullen het moeten doen „met behulp van de kennisbagage van onze tijd, en dus moeten spreken in termen van evolutie, van cellen en atomen enz."

Met dit alles wilden we slechts duidelijk maken dat wij bedoelden, toen wij schreven, dat prof. Kuitert de historiciteit van Gods Woord aantast en de wetenschap normatief maakt voor de Heüige Schrift. Bovendien hopen we dat nu duidelijk geworden is wat prof. Kuitert bedoelt en voorstaat met het ontdoen van Gods Woord van menselijke zienswijzen, voorstellingen, gedachten en uitleggingen. De hoogleraar suggereert hierbij min of meer het werk der Reformatie in haar eigen geest voort te zetten en geheel in haar voetspoor te wandelen. De Reformatie heeft Gods Woord ontdaan van de autoriteiten, het kerkelijke leergezag en de traditie, die in de roomskatholieke theologie de Heilige Schrift in haar oorspronkelijkheid overheersten. Prof. Kuitert spreekt in dit verband van een ontkorstingsproces, dat vanuit de Schriften op gang gekomen is. Een nieuwe uitleg kreeg zodoende z'n kans en door het nieuwe verstaan moest de oude omkorsting van Gods Woord wel breken.

In de eerste plaats willen we hierbij aantekenen dat de Reformatie in existentieel opzicht voor de 16e eeuwse mensheid zich mogelijk als een nieuw theologisch verstaan voordeed, maar dat in essentie toch zeker niet is. Men heeft de Heilige Schrift in haar oorspronkelijkheid opnieuw verstaan. Het druist tegen ieder historisch gevoelen in de theologie der Reformatie te karakteriseren als een moderne vernieuwingstheologie of als een voorloper daarvan.

In de tweede plaats heeft de Reformatie zich in hoodzaak beperkt tot het geven van een theologie, die gebaseerd is op Gods Woord. Met de wetenschap heeft zij zich nauwelijks ingelaten. Wel bestreed Luther met name de Scholastiek, maar in haar rationele principe. De Hervormers conformeerden zich voornamelijk aan de uitkomsten van de traditionele wetenschapsbeoefening, voorzover deze niet strijdig waren met Gods Woord. Met name in zake de problematiek rond het wereldbeeld sloten de Wittenbergse reformatoren zich aan bij de algemeen geldende wetenschappelijke traditie. Zo was Melanchton de man van de protestantse wetenschap, één der felste bestrijders van Copernicus.

Uit dit alles blijkt toch wel dat het ontkorstingsproces, dat prof. Kuitert voorstaat, omvangrijker is dan dat der Reformatie, ja daarmee in strijd is in historisch opzicht, wat hierboven is gebleken, maar ook in principieel en methodisch opzicht. Prof. Kuitert schrijft, dat het ontkorstingsproces voortkwam uit de Heilige Schrift, en terecht, maar bij hemzelf is niet de Bijbel, die de Reformatie wel als Gods Woord zag, maar de wetenschap normatief. Sola Scriptura, zo luidt één der principes der Reformatie. Sola Scientia is het beginsel dat aan het denken van prof. Kuitert ten grondslag ligt. Schrift met Schrift vergelijken is de methode der Reformatie, terwijl de methode van prof. Kuitert meer weg heeft van Schrift met Schrift bestrijden.

G.

H.J.v.B.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 februari 1971

De Wachter Sions | 4 Pagina's

Doornen en strikken zijn in de weg des verkeerden.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 februari 1971

De Wachter Sions | 4 Pagina's